week 4/periode 2 kader 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

adjectives

Leerdoelen

Homework check

I can describe and compare films and series

I can use the Present perfect in a sentence (voltooid tegenwoordige tijd)

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

p.156

p.157

Aan de slag

Make ex.53 a + b /p.157

Aan de slag

Make ex.53 a + b /p.157

Homework

Study: Theme words Films and series/p.157

Stone 9/p.156

Present perfect/p.161

Make: ex .60a/p. 162

Instructie 

Controle vragen

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

Aan de slag

Nabespreking

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Present perfect tense

I 

You 

He/She/It 

We

You

They

have

or

has

Leerdoelen

Homework check

I can use the Present perfect in a sentence (voltooid tegenwoordige tijd)

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Homework check

Aan de slag

Maak oef. 60/blz.  162

Eerder klaar? -> Maak oef. 61 a/blz. 163

Log in lessonup

Put the verbs in brackets into the Present perfect tense.

1. I (wash)........ the car. It is so shiny now!

2. She (be)...... in Canada before.

3. Your friend (leave)..... the restaurant.

Past simple or Present perfect ?

She ........... her leg. That`s why she can`t come to school today.

1. has broken
2. broke

I ........... to the cinema yesterday.

1. went
2. have gone

Look! Somebody..... my breakfast!

1. ate
2. has eaten

Volgende keer: SO

Study: Vocabulary/p. 166,167

Grammar 5 Adjectives/p.145

Grammar 6 Present perfect /p. 161