3H6 Di. 05.01.21

Hallo 3H6 
Bitte Kamera EINschalten und Mikrofon AUS :)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hallo 3H6 
Bitte Kamera EINschalten und Mikrofon AUS :)

Slide 1 - Slide

Wie waren eure Ferien? Umschreibe in 3 Stichwörter deine Ferien

Slide 2 - Open question

Kapitel 3: Unterwegs

Slide 3 - Mind map

Kapitel 3: Unterwegs
Was haben wir schon gemacht?
- Lernliste D-N + N-D (S.128 + 129)
- Grammatik (können, dürfen, mögen, möchten, müssen, sollen, wollen, wissen) im Präsens

Was müssen wir noch machen?
- Grammatik (können, dürfen, mögen, möchten, müssen, sollen, wollen, wissen) im Präteritum
- Sprachmittel S. 113 + 131

Slide 4 - Slide

Grammatik
Was wisst ihr noch? Es folgen gleich einige Übungen über die Grammatik.

Schließt bitte euer Buch!

Slide 5 - Slide

können
dürfen
müssen
wollen
wissen
mögen
sollen
möchten
moeten
weten
kunnen
zou (graag) willen
willen
moeten
aardig vinden (mogen), houden van, lekker vinden, lusten
mogen (toestemming hebben)

Slide 6 - Drag question

Welke twee ezelsbruggetjes waren handig bij deze werkwoorden?

Slide 7 - Open question

Onthouden
Bij modale hulpwerkwoorden (können, dürfen, müssen, wissen, sollen, wollen, mögen, möchten)
  1. verandert de klinker in het enkelvoud (ich, du, er/sie/es)
  2. Krijgen de vormen van ich en er/sie/es geen uitgang (ze zijn daardoor hetzelfde)
    (De rest van de vormen krijgen de uitgangen zoals je het ooit geleerd hebt (du kannST, wir könnEN, ihr dürfT))

Slide 8 - Slide

ich
du
er sie es
wir
ihr
sie Sie
willst
will
wollen
woll
wollst
wollen
wollt
will

Slide 9 - Drag question

ich
du
er sie es
wir
ihr
sie Sie
möchtest
möchte
möchten
möchte
möcht
möchten
möchtet
möchte

Slide 10 - Drag question

Warum ...... (können) du morgen nicht kommen?
A
könnst
B
kanst
C
kannst
D
kan

Slide 11 - Quiz

Wie lange ....... (dürfen) ihr bleiben?
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürftet

Slide 12 - Quiz

Weißt du, ob er Spinat ....... (mögen).
A
mag
B
magt
C
mög
D
mögt

Slide 13 - Quiz

Herr Lehrer, das ...... (können) Sie doch nicht machen.
A
kannen
B
können
C
konnen
D
könnt

Slide 14 - Quiz

Er ....... (dürfen) bis 12 Uhr ausgehen.
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürf

Slide 15 - Quiz

Ich will etwas für euch kaufen. ...... (mögen) ihr Gummibärchen?
A
magt
B
mögt
C
mögen
D
mag

Slide 16 - Quiz

Noch ein bisschen üben
Geht bitte zur folgenden Website:


Macht dann bei "modale werkwoorden door elkaar" 
Oefening 1 en 6 (evt ook 7 & 8)

Slide 17 - Slide

Hoe goed beheers jij de modale werkwoorden in de tegenwoordige tijd?
A
goed
B
af en toe een foutje, wel voldoende. Moet nog beetje leren.
C
onvoldoende - ik moet nog meer oefenen/leren
D
Onvoldoende - ik snap er niets van

Slide 18 - Quiz