Lezen en luisteren, les 2

Nederlands 
Lezen & Luisteren

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands 
Lezen & Luisteren

Slide 1 - Slide

Teksten verkennen

De beste manier om tekst aan te pakken  

Slide 2 - Slide

Waarom verken je een tekst?

  • om te bepalen of een tekst interessant is voor jou
  • om te weten wat voor tekst het is

Slide 3 - Slide

Waar let je op?

  • leestekst: titel, eerste alinea, tussenkopjes, lay-out (afbeeldingen, anders gedrukte woorden,  kleuren)
  • kijk-/luistertekst: titel, eerste stukje, beschrijving van de inhoud bij een filmpje







Slide 4 - Slide

Wat weet je dan?


  • Waar de tekst over gaat (= het onderwerp)
  • voor welke lezers/luisteraars/kijkers de tekst gemaakt is (= publiek)
  • met wat voor tekstsoort je te maken hebt (bijvoorbeeld nieuwsbericht, gebruiksaanwijzing, discussie)





Slide 5 - Slide

Tekstsoorten
Krantenartikel
Instructie
Betoog
Recept
Stripverhaal
Etcetera!

Slide 6 - Slide

Hoe pak je de tekst vervolgens aan?

Dit is afhankelijk van je persoonlijke doel, bijvoorbeeld:

studieboek: 
je leest de hele tekst intensief omdat je het moet kennen. 
 
nieuwsbericht radio: je luistert naar de intro, interessant of niet?

bijsluiter medicijn: 
je zoekt naar de juiste dosering

Slide 7 - Slide

1.2 Doel en hoofdgedachte

Bepalen hoe waardevol de informatie voor jou is
Wat wil jij of wat moet je ermee?
 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Tekstdoelen
  • Informeren
  • Instrueren
  • Overtuigen
  • Activeren
  • Mening vormen
  • Amuseren

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Wat is het doel van voorgaande video?
A
Informatief
B
Instructief
C
Overtuigend
D
Amuserend

Slide 12 - Quiz

Artikel
Nadat president Vladimir Poetin woensdag een gedeeltelijke mobilisatie van de Russische bevolking aankondigde schoten op Google de aantallen zoekopdrachten naar manieren om met zo min mogelijk pijn ledematen te breken omhoog.

Volgens Google Trends zocht in de dagen voor de speech van Poetin vrijwel niemand naar hoe je zelf je arm kunt breken, 0 op een schaal van 0 tot 100. Twee uur na de speech van Poetin was dat omhoog geschoten naar 38 op een schaal van 0 tot 100.
De piek in zoekopdrachten over hoe je thuis een arm of hand kan breken wijst erop dat sommige Russen tot veel bereid zijn om te voorkomen dat ze als militair naar Oekraïne worden gestuurd. Door een verwonding zouden ze afgekeurd kunnen worden voor directe inzet aan het front.
Volgens Google Trends was 'demonstratie tegen de mobilisatie' woensdag ook een van de meest gebruikte zoektermen in Rusland.


Slide 13 - Slide

Wat is het doel van voorgaande tekst?
A
Informatief
B
Instructief
C
Overtuigend
D
Amuserend

Slide 14 - Quiz

Informeren
Kenmerken:
- Feitelijk
- Objectief

Voorbeelden:
- Nieuwsberichten
- Schoolboeken
- Een brief van de Belastingdienst
- Wikipedia
 -Het nieuws op nu.nl
Is informeren het tekstdoel? Dan wil jij informatie geven over een onderwerp. Een informatieve tekst is concreet, feitelijk en begrijpelijk. Er zit geen emotie in. De lezer moet dus snappen wat jij bedoelt, zonder onduidelijkheden.

Slide 15 - Slide

Instrueren
Kenmerken
- Instructie geven
- Doe-woorden
Voorbeelden
- Recepten
- Handleiding
- Webshop-instructies
- Bijsluiter over medicijngebruik
Teksten met een instruerend tekstdoel geven praktische informatie. Informatie die de lezer vertelt hoe je iets moet doen. De tekst helpt de lezers dus verder. De tekst moet uitleggend, gebiedend en niet te uitgebreid zijn. Aanvullende illustraties en animaties zijn nuttig.

Slide 16 - Slide

Overtuigen
Kenmerken
- Mening
- Argumenten
- Standpunt
Voorbeelden:
- Reclameteksten
- Politieke teksten
- Religieuze teksten
Een tekst met het tekstdoel overtuigen gaat verder dan adviseren. De tekst toont expertise én ervaring. Ook wil de schrijver dat de lezer de inhoud accepteert en zich achter die inhoud schaart. Overtuigende teksten kunnen erg subjectief zijn.

Slide 17 - Slide

Activeren
Kenmerken
  • Gebiedende wijs
  • Informatie
Voorbeelden
  • Advertenties
  • 20%-kortingstekst in de supermarkt
  • Een oproep om te gaan demonstreren
  • Teksten op website-knoppen
Een activerende tekstdoel zorgt dat de lezer actie onderneemt. De laatste drempels worden weggenomen zodat de lezer een keuze kan maken. Lezers worden aangespoord te klikken (via een CTA), een keuze te maken of iets te kopen.

Slide 18 - Slide

Mening vormen
Kenmerken
  • Aan het denken zetten
  • Informatie

Voorbeelden
  • discussies
  • open vraag stellen

Slide 19 - Slide

Amuseren
Kenmerken
  • Vermaken

Voorbeelden
  • stripboek
  • Boek

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Als je het tekstdoel weet, kun je ook de hoofdgedachte bepalen.

Informeren: 
Wat is het belangrijkste wat de maker over het onderwerp wil vertellen?

Overtuigen:
Wat is de mening waarvan de maker jou wil overtuigen?

Overhalen:
Wat moet je doen? (Koop…, Kom…, Word lid…, Geef geld…)

Slide 22 - Slide

Hoofdgedachte
De boodschap van de schrijver:
- Wat wil de schrijver duidelijk maken?
- Boodschap van de tekst in één zin.

Slide 23 - Slide