Tegenargument/weerlegging

Nederlands
Welkom
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands
Welkom

Slide 1 - Slide

Lesplanning
- Bespreken huiswerk - 10 min.
- Oefenen in Lessonup - 10 min.
-Opdrachten maken - 15 min
-Lezen, Vlog/blog-opdracht afmaken - 15 min

Slide 2 - Slide

Quiz
Zometeen komen er vragen over stellingen.
De eerste vraag bij elke stelling zal zijn welk deel het argument is.
Vervolgens zijn er vragen over tegenargumenten en weerleggingen bij de stelling.

Succes

Slide 3 - Slide

De militaire dienstplicht moet worden ingevoerd in Nederland. Dat zal jongeren discipline bijbrengen.
A
De eerste zin is het argument.
B
De tweede zin is het argument.

Slide 4 - Quiz

Bij het invoeren van de dienstplicht gaat iedereen studievertraging oplopen.
A
Dit is een weerlegging
B
Dit is een tegenargument

Slide 5 - Quiz

Nederlandse clubs verdienen zeer weinig aan tv-rechten en reclames. Nederlandse clubs zullen nooit topspelers kunnen veroorloven.
A
De eerste zin is het argument.
B
De tweede zin is het argument.

Slide 6 - Quiz

Ajax had vorig jaar 40 miljoen euro aan reclame-inkomsten
A
Dit is een weerlegging
B
Dit is een tegenargument

Slide 7 - Quiz

Alpinisme is een van de gezondste sporten: je beweegt veel en je bent heel de dag buiten.
A
Het eerste deel is een argument
B
Het tweede deel is een argument

Slide 8 - Quiz

Jaarlijks sterven tientallen alpinisten tijdens de uitoefening van de sport
A
Dit is een weerlegging
B
Dit is een tegenargument

Slide 9 - Quiz

Het is goed dat politici social media gebruiken, want zo hebben ze meer contact met hun kiezers.
A
Het eerste deel is een argument
B
Het tweede deel is een argument

Slide 10 - Quiz

Bedenk nu zelf een weerlegging

Slide 11 - Open question

Omdat de overheid veel geld kwijt is aan zorgkosten, moet roken verboden worden
A
Het eerste deel is een argument
B
Het tweede deel is een argument

Slide 12 - Quiz

Bedenk zelf een tegenargument

Slide 13 - Open question

Argumenten uit een tekst halen
Maken opdr. 7 + 8 op blz. 130-131
Huiswerk voor vrijdag

Slide 14 - Slide