3 Hoe stel ik een observatieplan op?

3 Hoe stel ik een observatieplan op?
P. 23-30
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch handelenSecundair onderwijs

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

3 Hoe stel ik een observatieplan op?
P. 23-30

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

A Wat zijn de wensen en behoeften van de leerkracht?

Slide 3 - Open question

A Wat zijn de wensen en ...?
De juf zoekt naar een manier om het gedrag van haar leerling te bestuderen en een antwoord te vinden op vragen zoals:
  1. Hoe komt het dat Liv vaak naar buiten kijkt?
  2. Waarom heeft ze meer tijd nodig dan haar klasgenoten om opdrachten te maken?
  3. Waarom leest ze traag?

Slide 4 - Slide

B Wat zijn eventuele moeilijkheden?

Slide 5 - Open question

B Wat zijn eventuele ...?
  • veel leerlingen in de klas en tijdsdruk om alles gezien te hebben
  • concentratieproblemen
  • dyslexie
  • moeilijkheden met lezen

Slide 6 - Slide

C Hoe zou jij deze situatie aanpakken?

Slide 7 - Open question

C Hoe zou jij deze situatie ...?
Ik zou Liv bestuderen tijdens de speeltijd.
  1. Is ze daar vaak alleen?
  2. Wordt ze gepest, speelt ze met haar vriendinnen?
Ik zou Liv ook bestuderen tijdens de verschillende vakken.
  1. Heeft ze alleen moeite met aal of ook met andere vakken?
Ik zou Liv op verschillende momenten in de gaten houden.
  1. Komen de problemen altijd tegen de middag voor?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat is volgens jou de meest volledige onderzoeksvraag?
Hoe gedraagt Ferre zich tijdens L.O.?
Welke zichtbare reacties vertoont Ferre tegenover zijn klasgenoten ...?
Hoe is de fijne motoriek van Ferre op 25 mei 2022?
Kan Ferre op maandag 25 mei 2022 kralen aan een koord rijgen ...?
Is de grove en fijne motoriek van Ferre voldoende ontwikkeld ...?

Slide 10 - Poll

Oplossing

Slide 11 - Slide


A
fysieke gegevens
B
mentale gegevens
C
familiale gegevens

Slide 12 - Quiz


A
fysieke gegevens
B
mentale gegevens
C
familiale gegevens

Slide 13 - Quiz


A
fysieke gegevens
B
mentale gegevens
C
familiale gegevens

Slide 14 - Quiz


Slide 15 - Open question


De observator (Daphne) neemt zichtbaar notities.
DUS de geobserveerde (Abdel) weet dat hij wordt geobserveerd.

Slide 16 - Slide


Slide 17 - Open question


De observator (Nore) neemt deel aan de activiteit = participerend.
Er is interactie met de geobserveerde (Simon)
= actief participerend

Slide 18 - Slide


Slide 19 - Open question



De observator (juf An) neemt notities zonder dat de geobserveerde dat weet of ziet.
= bedekte observatie

Slide 20 - Slide


Slide 21 - Open question


Er is geen interactie, maar de aanwezigheid van de observator (agent) kan wel een invloed hebben.
= passief participerende observatie

Slide 22 - Slide


Slide 23 - Open question


De geobserveerde (Jana) kent deze omgeving, ze voelt zich hier thuis. Er zijn geen aanpassingen gebeurd.
= natuurlijke omgeving

Slide 24 - Slide

Hoe stel ik een observatieplan op?
  1. Stel een onderzoeksvraag op.
  2. Verzamel belangrijke gegevens voor de observatie.
  3. Bepaal de observatiemethode.
  4. Bepaal de observatieomgeving.

Slide 25 - Slide

A Lees de casus van Ferre op pagina 24 opnieuw.
B Stel het observatieplan op.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Kan Ferre op 25/05/22 in de turnzaal een bal vangen, klimmen op een klimrek, op een evenwichtsbalk lopen en tijdens het knutselmoment in de klas kralen aan een koord rijgen zodat hij naar 3de kleuterklas kan gaan?

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide


Slide 31 - Open question


Slide 32 - Open question


Slide 33 - Open question


Slide 34 - Open question


Slide 35 - Open question

Slide 36 - Slide