Quiz Kapitel 3 und 4

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Quiz Kapitel 3 und 4

1 Laptop

10 minuten voorbereiden

WORTSCHATZ

Niederländisch - Deutsch

Deutsch - Niederländisch

4 punkten

Wat is de juiste vertaling en spelling van "het proefwerk"?

1. die Klasenarbeit
2. die Klassenarbeit
3. die Klassearbeit
4. die Klassenarbeid

Welk vak wordt hier beschreven? Schrijf het vak op in het Duits.

"In dieses Fach lernst du die Sprach (taal), die in Frankreich gesprochen wird"

Welk woord past in de zin?
Mathias macht ______ abends seine Hausaufgaben.

1. immer
2. Zoo
3. Zunge
4. wichtig

Wat is de Nederlandse vertaling van "Klamotten"?

Grammatik

4 punkten

Welke vorm van "spielen" moet in deze zin ingevuld worden?

"Am Samstag ______ er Fußball"

1. spiele
2. spielst
3. spielt
4. spielen

Wat is de stam van het werkwoord "besuchen"?

Wat is het meervoud van het woord "Pause"

1. Pauses
2. Päuser
3. Pause
4. Pausen

Welk lidwoord hoor bij de meeste woorden die eindigen op
-heit, -keit, -schaft, -ung?

Sprachmittel

3 punkten

Welke zin is juist?

1. Auf welche Schule gehst du?
2. In welche Schule gehst du?
3. Auf welche Schule sitzt du?
4. In welche schule sitzt du?

Vertaal deze zin naar het Duits:
"Hoe vind je gym?"

Vertaal deze zin naar het Nederlands:
"Am Samstag mache ich Hausaufgaben."

Landeskunde

BONUS

3 punkten

Hoe heet de ijsbeer die op 5 december 2006 in de dierentuin van Berlijn geboren werd?