3ttsa
1 / 18
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Stemmen voor de toets!
A
Toets blijft staan (a.s. donderdag)
B
Verplaatsen naar vrijdag, donderdag Th2
C
Week verplaatsen, volgende week Th2
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Slide
Wat zijn de 7 levenskenmerken ook alweer?
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Virus?
Slide 7 - Mind map
Slide 8 - Slide
Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 6 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
De nieren
D
De lever
Slide 9 - Quiz
Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 10 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
De nieren
D
De dikke darm
Slide 10 - Quiz
Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 12 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
Dunne darm
D
De dikke darm
Slide 11 - Quiz
Welk orgaan zie je bij nummer 4?
A
Lever
B
Longen
C
Hart
D
Slokdarm
Slide 12 - Quiz
Benoem onderdeel 2
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Vacuole
D
Cytoplasma
Slide 13 - Quiz
Welke onderdelen heeft een plantencel wel en een dierlijke cel niet?
A
Celkern, bladgroenkorrels, cytoplasma
B
Bladgroenkorrels, celmembraan, vacuole
C
Bladgroenkorrels, celwand, vacuole
D
Bladgroenkorrels, vacuole, celkern
Slide 14 - Quiz
Hoeveel chromosomen zitten er in een celkern van een hartspiercel?
A
22 chromosomen
B
23 chromosomen
C
46 chromosomen
D
48 chromosomen
Slide 15 - Quiz
Hoeveel verschillende chromosomen zitten er in de celkern van een hartspiercel?
A
24 chromosoomparen
B
23 chromosoomparen
C
46 chromosoomparen
D
48 chromosoomparen
Slide 16 - Quiz
Hoe heet de gewone celdeling?
A
Glucose
B
Mitose
C
Hypothese
D
Synthese
Slide 17 - Quiz
"Het antwoord dat je denkt te krijgen op de onderzoeksvraag" wordt ook wel een ... genoemd.
A
Conclusie
B
Resultaat
C
Hypothese
D
Onderzoeksvraag
