DOK - Formatieve toets

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

DOK - Formatieve toets

Pubers zijn kinderen in de leeftijd van 10 tot 18 jaar

1. Waar
2. Niet waar

Dat pubers zich losmaken van de ouders behoort tot een normale ontwikkeling

1. Waar
2. Niet waar

Experimenteren hoort bij het proces van losmaken

1. Waar
2. Niet waar

Duidelijke grenzen zijn belangrijk voor pubers

1. Waar
2. Niet waar

Pubers kunnen zich eenzaam en onbegrepen voelen

1. Waar
2. Niet waar

Tijdens de pubertijd hebben pubers geen behoefte aan een band met een vertrouwde volwassene

1. Waar
2. Niet waar

Achter een grote mond of ongewenst gedrag van een puber kan vaak onzekerheid verscholen zitten

1. Waar
2. Niet waar

De behoefte aan luxe, het hebben van slechte manieren, het minachten van gezag en het ontbreken van respect voor ouderen is iets wat de jeugd van tegenwoordig nu heeft, maar ook al in de 5e eeuw voor Christus

1. Waar
2. Niet waar

Positieve aandacht en bevestiging werken goed bij pubers. Zo kun je succesjes met ze bereiken

1. Waar
2. Niet waar

Wanneer een puber rookt kun je dit het beste verbieden

1. Waar
2. Niet waar

Gedrag en kleding zeggen iets over iemands cultuur

1. Waar
2. Niet waar

Een ander woord voor culturele diversiteit is traditie

1. Waar
2. Niet waar

Nederlands is een voorbeeld van een monoculturele samenleving

1. Waar
2. Niet waar

Joden, christenen en moslims geloven in één god

1. Waar
2. Niet waar

Rekening houden met andere culturen is een voorbeeld van intercultureel werken

1. Waar
2. Niet waar

In een homogene groep is het moeilijk om beslissingen te nemen

1. Waar
2. Niet waar

Een heterogeen team is divers van samenstelling

1. Waar
2. Niet waar

Waarden zijn afgeleid uit normen

1. Waar
2. Niet waar

Waarden en normen moet je los zien van elkaar

1. Waar
2. Niet waar

Normen zijn gedragsregels

1. Waar
2. Niet waar

Jouw manier van denken is een voorbeeld van jouw referentiekader

1. Waar
2. Niet waar

Miscommunicatie is altijd je eigen schuld

1. Waar
2. Niet waar

Interculturele communicatie heeft veel te maken met lichaamstaal

1. Waar
2. Niet waar

Welk inzicht heb je opgedaan?