BK3 Kader Hoofdstuk 2 Het Weer

BK3 Kader Hoofdstuk 2 Het Weer
NOVA NASK1


1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BK3 Kader Hoofdstuk 2 Het Weer
NOVA NASK1


Slide 1 - Slide

BK3 Kader Hoofdstuk 2 Het Weer
Onderdelen:

  • Het deeltjesmodel
  • Luchtdruk
  • Temperatuur
  • Wolken en Onweer






Slide 2 - Slide

BK3 Kader Hoofdstuk 2 Het Weer
Het deeltjesmodel

Alle stoffen bestaan uit deeltjes (elementen, moleculen of zouten genoemd)

Alle deeltjes trillen behalve bij het absolute 0 punt (-273 °C  =  0 K)
Zodra de temperatuur boven dit punt zit gaan de deeltjes trillen
 







Slide 3 - Slide

BK3 Kader Hoofdstuk 2 Het Weer
Het deeltjesmodel
Als deeltjes dicht bij elkaar zijn trekken ze elkaar sterk aan
Stoffen waar de deeltjes dicht bij elkaar en elkaar dus sterk aantrekken zitten dan ook in de vaste fase. Ze trillen wel maar op een vaste paats
Ze veranderen dus niet van plaats


 







Slide 4 - Slide

BK3 Kader Hoofdstuk 2 Het Weer
Het deeltjesmodel
Als deeltjes meer energie (warmte) krijgen gaan ze harder trillen en gaan ze verder van elkaar af. 
Daardoor trekken ze elkaar ook minder sterk aan
Ze trekken elkaar nog wel iets aan en blijven als deeltjes wel bij elkaar maar niet zo hard dat ze op dezelfde plek blijven. De deeltjes bewegen langs elkaar heen.
Stoffen waar dit gebeurt zitten dan ook in de vloeibare fase.


 







Slide 5 - Slide

BK3 Kader Hoofdstuk 2 Het Weer
Het deeltjesmodel
Als deeltjes nog meer energie (warmte) krijgen gaan ze nog harder trillen en gaan ze zo ver van elkaar af dat ze elkaar niet meer aantrekken
De deeltjes trekken elkaar helemaal niet aan en gaan daarom kriskras door elkaar bewegen. 
De deeltjes nemen dan ook de hele ruimte waar het in zit in beslag

(Pufje parfum ruik je in een heel klaslokaal)


 







Slide 6 - Slide

BK3 Kader Hoofdstuk 2 Het Weer
De temperatuur waar water in zijn geheel overgaat in waterdamp (koken) is 100 °C  (373 K)

De temperatuur waarbij water van de vaste fase overgaat in de vloeibare fase is 0 °C  (273 K)

Let op:  ook bij temperaturen tussen de 273 K en 373 K verdampt water

Slide 7 - Slide

De overgang van ijs naar water noem je ook wel
A
Smelten
B
Verdampen
C
Bevriezen
D
Sublimeren

Slide 8 - Quiz

De bomen hiernaast zijn bedekt met
A
Dauw
B
Mist
C
Rijp
D
Regen

Slide 9 - Quiz

De temperatuur in dit bos is:
A
263 K tot 273 K
B
273 K tot 283 K
C
293 K tot 303 K
D
303 K tot 313 K

Slide 10 - Quiz

De snelheid van de deeltjes is het grootst in de:
A
Gas fase
B
Vaste fase
C
Vloeibare fase

Slide 11 - Quiz

Als je uitademt zit er altijd waterdamp in je adem, ook al zie je dat niet direct:
Hoe kan je toch aantonen dat je adem waterdamp bevat!

Slide 12 - Open question

BK3 Kader Hoofdstuk 2 Het Weer
Zoals eerder gezegd:
De deeltjes trekken elkaar helemaal niet aan en gaan daarom kriskras door elkaar bewegen. 

Die deeltjes botsen tegen de wanden aan waar ze inzitten
Bij voorbeeld in een band. 
Meer lucht in de band = meer deeltjes in de band = meer botsingen tegen de wand = hogere druk (meten met een manometer)




 







Slide 13 - Slide

BK3 Kader Hoofdstuk 2 Het Weer
Ook lucht bestaat uit deeltjes (o.a. stikstof, zuurstof, kooldioxide en waterdamp.
Lucht heeft ook een massa 
(1 kubieke meter heeft een massa 1,29 kg)
Er is een laag van kilometers dikte boven het aardoppervlakte dat drukt dus met een behoorlijke kracht 

Slide 14 - Slide

BK3 Kader Hoofdstuk 2 Het Weer
De luchtdeeltjes vliegen alle kanten uit en drukken dus tegen van alles aan. Dus ook op je lichaam

Op grotere hoogtes is de lucht ijler = bevat per kubieke meter minder deeltjes, dus drukt het ook minder op je lichaam (minder botsingen)

Slide 15 - Slide

BK3 Kader Hoofdstuk 2 Het Weer
Op grotere hoogtes is de lucht ijler = bevat per kubieke meter minder deeltjes, dus drukt het ook minder op je lichaam (minder botsingen)

Bij opstijgen van vliegtuigen merk je dat doordat de druk in cabine lager wordt, en je oren soms 'ploppen' 

Slide 16 - Slide

BK3 Kader Hoofdstuk 2 Het Weer
Op grotere hoogtes is de lucht ijler = bevat per kubieke meter minder deeltjes, dus drukt het ook minder op je lichaam (minder botsingen)

vliegtuigmaatschappijen persen daarom extra lucht in de cabine om dat verschijnsel te voorkomen.
Extra lucht = extra druk

Slide 17 - Slide