This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Je spreekt van droogte als:
Als er gedurende een langere periode minder neerslag valt, dan normaal.
In rivieren en meren is veel minder water aanwezig dan gewoonlijk.
In de bodem is onvoldoende vocht aanwezig voor plantengroei.
Slide 2 - Slide
Waterbalans = Een overzicht van de hoeveelheid water die een gebied binnengaat en verlaat.
Positieve waterbalans: de mensen hebben voldoende water.
Negatieve waterbalans: de mensen hebben te weinig water.
Slide 3 - Slide
Soorten watertekort
We maken onderscheid tussen twee soorten watertekort:
Fysiek watertekort: er is te weinig water in een gebied om aan de waterbehoefte van de mensen te voldoen.
Economisch watertekort: er is te weinig geïnvesteerd om het wel aanwezige water bij de mensen te brengen. Er zijn bijvoorbeeld geen waterleidingen of pompen.
Slide 4 - Slide
In het droog klimaat komt de meeste droogte voor, hier valt de miste regen.
Slide 5 - Slide
Redenen waarom er meer water nodig is:
De bevolkingsgroei: Er komen steeds meer mensen bij, die mensen hebben water nodig
De landbouw: Omdat de bevolking groeit, moet er ook meer voedsel geproduceerd worden
De industrie: Doordat de bevolking groeit, is er ook meer vraag naar industriële producten. Denk hierbij aan kleding, meubels of apparaten
Slide 6 - Slide
Er is steeds minder water beschikbaar, dit zijn de oorzaken:
Klimaatverandering: Door klimaatverandering wordt het op sommige plekken steeds droger
Waterverspilling: Er wordt veel water verspilt, vooral in rijke landen
Watervervuiling: In sommige landen word er afval gedumpt in rivieren, zodat het water niet meer bruikbaar is
Slide 7 - Slide
Gevolgen van droogte:
Schade aan de natuur: Er gaan veel dieren en platen dood
Een laage waterstand in rivieren: Schepen kunnen bijvoorbeeld niet meer varen, dat is slecht voor de economie
Schade aan de landbouw, gewassen gaan dood.
Mensen sterven, door te weinig drink water
Er kunnen oorlogen tussen landen ontstaan, omdat ze ruzie krijgen over van wie welk water is.
Slide 8 - Slide
Hoe kom je aan meer water?
Water vervoeren naar gebieden met minder water
Water oppompen, soms zit er water in de grond
Zout water ontzilten
Water vasthouden met stuwdammen
Slide 9 - Slide
Wanneer zal Nederland het meest last hebben van droogte?
A
In de zomer
B
In de winter
Slide 10 - Quiz
Welke uitspraken zijn waar?
A
Uit de waterkringloop kan geen water verdwijnen.
B
De waterbalans is een soort waterkringloop.
C
De waterbalans is een gesloten systeem.
D
Je kunt een waterbalans maken op alle geografische schaalniveaus.
Slide 11 - Quiz
Als je de vaatwasser gebruikt en het water loost, doe je mee aan ...