AT 3 natuurkunde 1.3

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Vandaag

- Zet je tas op de grond, boeken blijven in je tas

- Pak je telefoon en ga naar lessonup.com, vul de 6 getallen die hier links onderin staan in

- Je mag je telefoon gebruiken vandaag voor lessonup, doe je wat anders dan ga je uit je boek werken en kom je op het bord, sta je er al op dan krijg je een kruisje etc.

- Hou op met kletsen, dan kunnen we beginnen!

Vandaag

- Voor degenen die magister in de gaten hebben gehouden, ik vond vanmiddag dat jullie gelijk hadden over de toets en hij is een week verplaatst (naar de dinsdag)

- Ik zet uitleg op de volgende slides, met daartussen vragen. Iedereen gaat die vragen beantwoorden, doe je niet serieus mee dan ga je ook uit je boek verder werken en kom je op het bord, sta je er al op dan heb je je eerste kruisje!

Vorige les

- Moleculen bestaan uit atomen

- Tussen de moleculen zitten Vanderwaalskrachten, deze worden kleiner als je de stof verwarmt

- Dichtheid is het aantal gram per cm3

- Er zijn 3 fasen: vast, vloeibaar en gas

- Er zijn 6 fasenovergangen: vervluchtigen, rijpen, stollen, smelten, verdampen en condenseren

- Druk is de kracht van de botsende moleculen op het oppervlak van een wand

Vorige les

- Druk (P) kan je uitreken door de kracht (F) te delen door het oppervlak (A)

- Met een manometer meet je de overdruk

- met een barometer meet je de luchtdruk

- Absolute luchtdruk is de overdruk + de luchtdruk

Deze les

- Uitleg 1.3 met vragen die jullie gaan beantwoorden

- Werken met de BINAS

- Voor meerkeuze vragen heb je 20 seconden, let dus op

- Gaat het niet goed met de telefoons deze les dan stoppen we en gaan we uit het boek werken

Wat is dichtheid?

1. het aantal gram per cm3
2. het aantal cm3 per gram
3. de botsende moleculen op het oppervlak
4. het aantal atomen per molecuul

Wat wordt kleiner bij het verwarmen van een stof?

1. Moleculen
2. Bindingen
3. Vanderwaalskrachten
4. Atomen

Wat is de temperatuur van het absolute nulpunt?

1. 273
2. 273 graden Celsius
3. -273
4. -273 graden Celsius

De kracht van de botsende moleculen op een wand is 180 N. De oppervlakte van de wand is 0,20 m2. Bereken de druk op de wand. Gebruik de volgende stappen: 1) gegeven; 2) gevraagd; 3) formule; 4) berekening; 5)antwoord

Weet je niet hoe? Schrijf dan in ieder geval op wat je wel weet.

Wat is druk?

1. Botsende deeltjes
2. De kracht
3. Kracht van botsende deeltjes op het oppervlak
4. Aantal deeltjes dat botst op het oppervlak

1.3 Zinken, zweven en drijven

Leerdoelen:

- Je kan aan de hand van dichtheid uitleggen of een stof zinkt, zweeft of drijft in water

- Je kan de dichtheid berekenen aan de hand van 5 stappen

- Je kan het volume uitrekenen

- Je kan uitleggen wat de onderdompelmethode is

1.3 Zinken, zweven en drijven

Dichtheid is het aantal gram per cm3

De dichtheid van verschillende stoffen kan je opzoeken in de BINAS, die krijgen jullie zo van mij, let op deze moet je aan het einde van het jaar weer inleveren!

Voorin de BINAS staat welke tabellen er zijn

Achterin de BINAS staat het register, hier kan je een woord opzoeken en kijken in welk tabelnummer hij staat

Wat is de dichtheid van water?
Water is een vloeistof, kijk dus in het tabel met gegevens van enkele vloeistoffen

1.3 Zinken, zweven en drijven

Zinken: De dichtheid van het voorwerp is groter dan de dichtheid van water

Zweven: De dichtheid van het voorwerp is gelijk aan de dichtheid van water

Drijven: De dichtheid van het voorwerp is kleiner dan de dichtheid van water

Dus we zagen net dat de dichtheid van water 1 g/cm3 is

Wat zal benzine in water doen?

--> BINAS dichtheid benzine: 0,72 g/cm3

De dichtheid van benzine is kleiner dan die van water dus benzine drijft op water

Wat zal magnesium gaan doen in water? magnesium is een vaste stof.
Zoek de dichtheid op in de BINAS

1.3 Zinken, zweven en drijven

Het volume kan je berekenen als volgt: 

volume = lengte x breedte x hoogte

Dus als er staat dat een blokje een lengte heeft van 2 cm, een hoogte van  3 cm en een breedte van 2 cm doe je dit:

volume = 2 x 2 x 3 = 12 cm3

1.3 Zinken, zweven en drijven

Het volume heb je nodig om de dichtheid uit te rekenen

dichtheid is gram per cm3

dichtheid = massa : volume

P = m : V

Een blokje heeft een lengte van 2 cm, hoogte van 1,5 cm en breedte van 3 cm. Het blokje weegt 15,66 gram. Bereken de dichtheid en zoek op welke stof dit is. Gebruik de volgende stappen: 1) gegeven; 2) gevraagd; 3) formule; 4) berekening; 5)antwoord
Weet je niet hoe? Schrijf dan in ieder geval op wat je wel weet.

1.3 Zinken, zweven en drijven

Bij onregelmatige voorwerpen kan je het volume niet berekenen door lengte x breedte x hoogte te doen.

Hiervoor gebruik je de onderdompelmethode

Je leest eerst het maatglas af met alleen water erin

Je laat dan het voorwerp in het water zakken

Je leest opnieuw de waterstand af

Je haalt de eerste waterstand van de tweede waterstand af en nu weet je het volume

1.3 Zinken, zweven en drijven

Stand 1 alleen water: 23 mL

stand 2 water + voorwerp: 33 mL

Volume = 33 - 23 = 10 mL = 10 cm3

Wanneer gebruik je de onderdompelmethode?

Jullie zijn meestal een erg drukke klas, wat kan ik tijdens de les voor jullie doen zodat we toch de stof kunnen behandelen? En wat kunnen jullie doen om de stof te begrijpen?
Zodra het minder druk is wil ik ook practica met jullie doen, maar als het zo druk blijft hebben we hier geen tijd voor (antwoorden kan alleen ik zien).

1.3 Zinken, zweven en drijven

Huiswerk: 1.3 opgaven 2, 4, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 17, 18, 19, 20, 21 & 22

Klaar? 

Dan ga je verder met 1.4 opgaven 3, 5, 6, 7, 9, 10, 13, 14, 15, 16, 17, 19, 20, 21 & 22 

Volgende les uitleg 1.4

- Je kan aan de hand van dichtheid uitleggen of een stof zinkt, zweeft of drijft in water

- Je kan de dichtheid berekenen aan de hand van 5 stappen

- Je kan het volume uitrekenen

- Je kan uitleggen wat de onderdompelmethode is