3.1 Machthebbers in Europa

3.1 Machthebbers in Europa
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.1 Machthebbers in Europa

Slide 1 - Slide

Planning van deze les
3.1 Instructie met vragen
Samen opgaven maken

Slide 2 - Slide

Doelen van deze les
Na deze les weet je...
  • Hoe de Franse koning het Franse gebied uitbreidde
  • Hoe de Franse koning zijn binnenlandse macht vergrootte
  • Hoe de Engelse koning minder machtig werd
  • Hoe Nederland werd bestuurd
  • Welke positie de stadhouders hadden

Slide 3 - Slide

Historische context
  • 17e eeuw (1601 t/m 1700)
  • 80-jarige oorlog nog gaande
  • Gouden Eeuw
  • Wetenschappelijke Revolutie
  • Rampjaar 1672 (veel oorlog)

Slide 4 - Slide

Franse invasie
1672 (Het rampjaar)
  • 120.000 Fransen vallen Nederland binnen.
  • O.l.v. Lodewijk XIV.

  • Samen met Engeland en twee Duitse bisdommen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Lodewijk XIV
  • Koning van Frankrijk van 1643 t/m 1715.
  • Machtigste man van Europa. 
  • Trok elk jaar ten strijde.
  • Hij streefde naar abolute macht.
  • Vervolgde protestanten (hugenoten).
  • Hugenoten vluchten land uit.

Slide 7 - Slide

Absolutisme
''Het streven naar de absolute macht''
Hoeft niet meer naar wetten en de adel te luisteren.

Slide 8 - Slide

''De zonnekoning''

Slide 9 - Slide

Moderne absolute vorsten

Slide 10 - Mind map

Hij is niet de enige...
  • Karel I van Engeland ook.
  • Veroorzaakte burgeroorlog met  parlement en verloor.
  • Werd onthoofd.
  • Eng. 12 jaar een Republiek.
  • 1660 heroverde Jacobus II de troon.

Slide 11 - Slide

2e burgeroorlog in Engeland
  • Jacobus II wilde absolute macht en was katholiek.
  • Protestanten kwamen in opstand -> hulpvraag aan Willem III. 
  • Wordt koning van Engeland met een grondwet in 1689.

Slide 12 - Slide

Constitutionele monarchie
  • Willem III beloofde naar de wet te luisteren.
  • Mocht niet zonder toestemming van het parlement belastingen verhogen.
  • Dit heet de 'glorious revolution' 

Slide 13 - Slide

Moderne constitutionele monarchie

Slide 14 - Mind map

En de Republiek dan?
  • De Republiek der Zeven Verenigden Nederlanden.
  • Elk gewest werd bestuurd door de staten.
  • Die kwamen samen in de statengeneraal.
  • Holland was het machtigst. 

Slide 15 - Slide

Bestuur van de Republiek
  • Kleine groep Regenten (kooplieden) had meeste geld en macht = oligargie.
  •  Hoogste regent van een gewest= stadhouder.
  • Vanaf Willem van Oranje waren Oranjes stadhouders geweest van de meeste gewesten.
  • Meerdere periodes zonder stadhouder.
  • Vanaf 1672 (Willem III) kreeg stadhouders veel macht.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Gebroeders de Witt
Door rampjaar 1672 gelynched

Oranjes weer aan de macht van 1672 t/m 1795 als stadhouders.

Slide 18 - Slide

Planning van deze les
3.1 Instructie met vragen
Samen opgaven maken

Slide 19 - Slide