Chapitre 3 - les 4

Chapitre 3 - Les bonnes affaires
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Chapitre 3 - Les bonnes affaires

Slide 1 - Slide

Programme
révision
Grammaire -  bloc H
au travail





Chap 3: Les bonnes affaires 

Slide 2 - Slide

Les buts

- Je kan het werkwoord pouvoir en vouloir gebruiken
- Je kan een uitnodiging schrijven en beantwoorden
- Je weet waar je moet opletten als je een korte tekst gaat schrijven


Slide 3 - Slide

Les nombres

Slide 4 - Slide

Wat is het getal?
neuf-cent-quatre

Slide 5 - Open question

Wat is het getal?
trois-cent-cinquante-cinq

Slide 6 - Open question

Wat is het getal?
mille-trois-cent-vingt-quatre

Slide 7 - Open question

Wat is het getal?
deux-mille-neuf-cent-quatre-vingt-dix

Slide 8 - Open question

écris
482

Slide 9 - Open question

écris
2579

Slide 10 - Open question

grammaire Bron H: les verbes pouvoir et vouloir 
- chapitre 3 -

Slide 11 - Slide

Je
Tu
Il/Elle/On
Nous
Vous
Ils/Elles
veux
veux
veut
voulons
voulez
veulent

Slide 12 - Drag question

Je
Tu
Il/Elle/On
Nous
Vous
Ils/Elles
peux
peux
peut
pouvons
pouvez
peuvent

Slide 13 - Drag question

Maak een goede zin met de volgende gegevens:
ik - willen - winkelen
A
Je veux fais du shopping.
B
Je peux fais du shopping.
C
Je veux faire du shopping.
D
Je peux faire du shopping.

Slide 14 - Quiz

Maak een goede zin met de volgende gegevens:
wij - kunnen - sporten
A
Nous pouvons faisons du sport.
B
Nous voulons faisons du sport.
C
Nous pouvons faire du sport.
D
Nous voulons faire du sport.

Slide 15 - Quiz

Maak een goede zin met de volgende gegevens:
Sophie en Marc - mogen - tv kijken
A
Sophie et Marc peuvent regarder la télé.
B
Sophie et Marc peut regarder la télé.
C
Sophie et Marc veulent regarder la télé.
D
Sophie et Marc veut regarder la télé.

Slide 16 - Quiz

Maak een goede zin met de volgende gegevens:
Hij - wil - geen - huiswerk maken
A
Il veut ne faire pas des devoirs.
B
Il ne veut pas faire des devoirs.
C
Il peut ne faire pas des devoirs.
D
Il ne peut pas faire des devoirs.

Slide 17 - Quiz

Maak een goede zin met de volgende gegevens:
Jij - mogen - eten

Slide 18 - Open question

Maak een goede zin met de volgende gegevens:
Jullie - willen - winkelen

Slide 19 - Open question

Maak een goede zin met de volgende gegevens:
Ik - mogen - niet - gamen

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

La tour Eiffel
Montmartre

La Seine

Disneyland Paris
Les Champs Élysées

La grande arche de la défense

Slide 22 - Drag question

Devoirs
Apprendre :  G et H

Réviser:  A - F

Faire exercices:  31 - 34





Chap 3: Les bonnes affaires 

Slide 23 - Slide

la fin

  • vragen?

Slide 24 - Slide

Ik kan het werkwoord pouvoir en vouloir gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ik kan een uitnodiging schrijven en beantwoorden
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik weet waar je moet opletten als je een korte tekst gaat schrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

au revoir! 

Slide 28 - Slide