LEs 13 Eiwitactiviteit

Doel
Lesdoel
Je kunt uit een gegeven afbeelding of tekst afleiden onder welke voorwaarden een enzym geactiveerd of geremd wordt.

Je herkent in een tekst of afbeelding wanneer er sprake is van competitieve remming, allosterische remming of allosterische activatie.


1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Doel
Lesdoel
Je kunt uit een gegeven afbeelding of tekst afleiden onder welke voorwaarden een enzym geactiveerd of geremd wordt.

Je herkent in een tekst of afbeelding wanneer er sprake is van competitieve remming, allosterische remming of allosterische activatie.


Slide 1 - Slide

Eigenschappen van Enzymen

Slide 2 - Mind map

Enzymen
  • Biokatalysator
  • substraat-specifiek
  • reactie-specifiek
  • een eiwit
  • temperatuurgevoelig
  • pH-gevoelig
  • vaak: substraat + "ase"

Slide 3 - Slide

ik kan
ik kan bijna alle genoemde begrippen  uitleggen:
maak: basiskennisvragen 13.8 1 t/m 5 +8 (de rest mag ook)
bron: 15.8 "Enzymen" + "Temperatuur en Zuurgraad"
tijd over? Lees vast 15.8: Enzymremming

Ik kan dat nog niet
Herhaling enzymwerking (vertering) ->basiskennisvragen=huiswerk


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Enzymwerking beïnvloed door pH

Slide 6 - Slide

Enzymwerking beïnvloed door temperatuur

Slide 7 - Slide

Een enzym is een eiwit






  • Denaturatie

Slide 8 - Slide

Enzymwerking
Enzymconcentratie: hoe meer enzym aanwezig is hoe hoger de reactiesnelheid.

Slide 9 - Slide

Enzymen in wasmiddelen verwijderen het vuil. Frank doet een onderzoekje naar de waskracht van een wasmiddel met enzymen bij een temperatuur van 40 oC. Hij kan kiezen uit twee enzymen. In het diagram zie je de weergave van de werking van deze twee verschillende enzymen. Leg uit welk van deze enzymen kan Frank het best kan gebruiken.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Bij denaturatie verandert de ruimtelijke structuur van een enzym. Wat voor invloed heeft dat op het enzym-substraat complex?

Slide 15 - Open question

In het speeksel zit het enzym Amylase. Dit enzym versnelt de vertering van zetmeel. Kan dit enzym ook de vertering van eiwitten versnellen? leg je antwoord uit.

Slide 16 - Open question

Enzymen die in actieve vorm worden geproduceerd in de pancreas zijn onder andere a-amylase en triaglycerol-lipase. Inactieve enzymen zijn bijvoorbeeld pro-carboxypeptidasen en pro-fosfolipase.
- Leg uit waarom fosfolipase niet in actieve vorm wordt geproduceerd. (1p)
- Leg uit waarom dat bij a-amylase wel mogelijk is. (1p)

Slide 17 - Open question

Vitamine C is een co-enzym bij meer dan 800 soorten enzymen. Wat is een co-enzym? (google)

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Doel
Hoofddoel:
Je kunt in een gegeven situatie bepalen hoe de expressie van genen of enzymactiviteit gestimuleerd of geremd wordt.
Hierbij kun je aangeven:
-waar in de cel dit proces plaatsvindt
-wat de verschillen zijn ten opzichte van normale synthese en werking van eiwitten
Lesdoel
Je kunt uit een gegeven afbeelding of tekst afleiden onder welke voorwaarden een enzym geactiveerd of geremd wordt.
Je herkent in een tekst of afbeelding wanneer er sprake is van competitieve remming, allosterische remming of allosterische activatie.


Slide 21 - Slide