biologie 1 BA organen

• Biologie
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1,2

Welkom klas 1 BA

Hst 2.2 : Inzoomen en uitzoomen

  "Hoe zitten organismen in elkaar"

- Herhaling van de vorige les

 

- Stukje theorie over organen en               orgaanstelsels

- Praktische opdracht: Torso

- Afsluiter

Pak je schrift. 

Wat weten we nog van de vorige les!

Aan het eind van deze les:

1. Weet je welke organen er in je lichaam zitten en          waar ze zitten.

2. Je weet de functie van je hart, je longen, je                  hersenen en je maag.

3. Je maakt kennis met het spijsverteringsstelsel,          ademhalingsstelsel, hart- en bloedvatenstelsel            en zenuwstelsel.

Organismen bestaan uit één of meerdere ............

Kies de goede antwoorden!

Meercellige organismen, zoals mensen, hebben:

1. cellen
2. weefsels
3. organen
4. orgaanstelsels

Waar of niet waar?

1. Bij geslachtelijke voortplanting heb je maar één organisme  nodig.
2. Bij geslachtelijke voortplanting heb je twee organismen nodig.
3. De nakomelingen van geslachtelijke voortplanting hebben hebben kenmerken van beide ouders.
4. De nakomelingen van ongeslachtelijke voortplanting hebben dezelfde kenmerken als de ouder.

Organen

OPDRACHT

Je ziet straks een kort filmpje.

Wat is de functie van het:

1.  je hart

2. je longen

3. je hersenen

4. je maag

Organen van mensen

Een orgaan is een deel van een organisme met een bepaalde taak. 

Kun jij dat uitleggen?

Orgaanstelsels

Een groep organen die samenwerken noemen we een orgaanstelsel

Een voorbeeld is het verteringsstelsel 🍕

Ken je nog meer orgaanstelsels? 

Orgaanstelsels

TORSO

   Weet jij de organen te

zitten in je lichaam?

Maak groepjes van 2/3 en ontdek het zelf.

Hebben we de lesdoelen behaald? Schrijf het op een geeltje

1. Weet je welke organen er in je lichaam zitten en waar ze zitten.

2. Je weet de functie van je hart, je longen, je hersenen en je maag.

3. Noem tenminste 2 orgaanstelsels