21/22 Testen kennis verkoop, inkoop, brutowinst, omzet, IWO, CO

Verkoopcijfers
Testen kennis H1 t/m H6 uit de reader (versie 2):
Verkoopprijs, inkoopprijs, brutowinst, BTW, consumentenprijs, omzet, consumentenomzet, IWO, brutowinstpercentage berekenen, exploitatiekosten en nettowinst
1 / 25
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verkoopcijfers
Testen kennis H1 t/m H6 uit de reader (versie 2):
Verkoopprijs, inkoopprijs, brutowinst, BTW, consumentenprijs, omzet, consumentenomzet, IWO, brutowinstpercentage berekenen, exploitatiekosten en nettowinst

Slide 1 - Slide

Zorg dat je pen en papier bij de hand hebt én je rekenmachine. 

Slide 2 - Slide

Verkoopprijs is €80 / brutowinst is €50 / wat is de inkoopprijs?

Slide 3 - Open question

Antwoord
Inkoopprijs is € 80 - € 50 = € 30

Slide 4 - Slide

Verkoopprijs is € 35,= / btw 21% / Bereken de consumentenprijs

Slide 5 - Open question

Antwoord
Consumentenprijs is 
€35 : 100 x 121 = €42,35

Slide 6 - Slide

Consumentenprijs is € 12,50 / btw 9% / Bereken de verkoopprijs

Slide 7 - Open question

Antwoord
Verkoopprijs is 
€12,50 : 109 x 100 = € 11,47


Slide 8 - Slide

Consumentenprijs is € 17,50 / btw is 21% /
Bereken de btw in euro's

Slide 9 - Open question

Antwoord
BTW is €17,50 : 121 x 21 = €3,04

Slide 10 - Slide

Weekafzet van een winkel is 15 stuks. De verkoopprijs per stuk is € 8,95. Bereken de weekomzet.

Slide 11 - Open question

Antwoord
Weekomzet is
15 x € 8,95 = € 134,25

Slide 12 - Slide

Een sportwinkel heeft 40 sporttassen ingekocht met een inkoopprijs van € 58 per stuk. De winkel verkoopt 35 sporttassen. Wat is de inkoopwaarde van de omzet?

Slide 13 - Open question

Antwoord
Inkoopwaarde van de omzet is
35 x € 58 = € 2.030

Slide 14 - Slide

Omzet is € 375.000 / Inkoopwaarde vd omzet is
€ 125.000 / Bereken de brutowinst.

Slide 15 - Open question

Antwoord
Omzet                                                      € 375.000
Inkoopwaarde van de omzet        € 125.000
__________________________                __________    -
Brutowinst                                             € 250.000

Slide 16 - Slide

Omzet is € 35.000 / Brutowinst is € 13.000 / Bereken de IWO

Slide 17 - Open question

Antwoord
Omzet                                  € 35.000
Brutowinst                         € 13.000
__________                            _________   -
IWO                                        € 22.000

Slide 18 - Slide

Omzet is € 375.000 / Inkoopwaarde van de omzet is
€ 125.000 / Wat is het brutowinstpercentage van de omzet (ook wel brutowinstmarge genoemd)? Rond af op twee decimalen.

Slide 19 - Open question

Antwoord
  • Brutowinst is € 375.000 - € 125.000 = € 250.000
  • Brutowinstpercentage van de omzet (brutowinstmarge) is
    € 250.000 : € 375.000 = 66,67%

Slide 20 - Slide

Consumentenprijs is € 17,50 / btw is 21% / de inkoopprijs is € 4,95 / bereken het brutowinstpercentage van de verkoopprijs (brutowinstmarge). Rond af op twee decimalen.

Slide 21 - Open question

Antwoord
  • Verkoopprijs is € 17,50 : 121 x 100 = € 14,46
  • Brutowinst is € 14,46 - € 4,95 = € 9,51
  • Brutowinstpercentage van de verkoopprijs (brutowinstmarge) is € 9,51 : € 14,46 x 100 = 65,77%

Slide 22 - Slide

Consumentenomzet is € 18.000 / btw is hoog / IWO is € 9.500 / exploitatiekosten zijn € 3.200 / wat is de nettowinst?

Slide 23 - Open question

Antwoord
Omzet is € 18.000 : 121 x 100 = € 14.876,03
Brutowinst is € 14.876,03 - € 9.500 = € 5.376,03
Nettowinst is € 5.376,03 - € 3.200 = € 2.176,03

Slide 24 - Slide

Aan de slag
  • Jullie kunnen de rest van de les verder met het maken van
      opdrachten uit de reader t/m H8.
  • We gaan vanaf volgende week ook op maandag
      verkoopcijfers doen. 

Slide 25 - Slide