4.8 spelling B

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

4.8 spelling deel B

In deze les herhaal je: 

Vorige les

werkwoordspelling

pv (in de tegenwoordige en de verleden tijd)

voltooid deelwoord

Hoofdletter gebruik

Huiswerk

Paragraaf 3.8: maak opdracht 9

Paragraaf 4.8: Lees de leerteksten trema, apostrof en accent.

maak opdracht 6, 7, 8

Zet de persoonsvorm in de juiste vorm (t.t.)
De vlucht uit Napels ... (landen) om 16:00.

Zet de persoonsvorm in de juiste vorm (t.t.)
... (vermijden) jij de confrontatie?

Zet de persoonsvorm in de juiste vorm (v.t.)
Mijn zus ... (branden) haar hand aan de oven.

Zet de persoonsvorm in de juiste vorm (v.t.)
Zij ... (praten) uren over hun problemen.

Zet de persoonsvorm in de juiste vorm (v.t.)
Jij ... (luisteren) niet naar hem.

Zet het voltooid deelwoord in de juiste vorm.
We hebben de kamer gisteren (reinigen).

Zet het voltooid deelwoord in de juiste vorm.
Heb jij de vloer ook ... (vegen)?

Hoofdletters

blz. 78

Huiswerk

Paragraaf 3.8: maak opdracht 9

Paragraaf 4.8: Lees de leerteksten trema, apostrof en accent.

maak opdracht 6, 7, 8