Les 2.1 _ Module Participatie: soorten activiteiten

Module: Dagbesteding

Soorten activiteiten binnen de dagbesteding



1 / 33
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Module: Dagbesteding

Soorten activiteiten binnen de dagbesteding



Slide 1 - Slide

Doelen van deze les
Kennisdoelen: 
Je legt uit welke soorten dagbesteding er zijn
Toepassingsdoelen: 
Je toont aan hoe je kansen en mogelijkheden schept voor cliënten om zich te ontwikkelen 
Je toont aan hoe je tijdig de acties plant in het kader van participatie 
Je laat zien hoe je duidelijke voorlichting geeft afgestemd op het kennis- en taalniveau van de cliënt. 
Burgerschap: 
Je toont aan op welke manier je iets kan betekenen voor mensen in jouw netwerk  

Slide 2 - Slide

Inhoudsopgave
  • Doelen van dagbesteding
  • Soorten activiteiten

Slide 3 - Slide

Doelen van dagbesteding
Activiteiten zijn altijd een MIDDEL om een DOEL te bereiken, zoals:
  • Behouden of aanleren van nieuwe vaardigheden
  • Vergroten van sociale contacten
  • Verbeteren van cognitie of motoriek
  • Vergroten van zelfstandigheid
  • Werken aan zelfvertrouwen
  • Uiten en verwerken van emoties
  • Zinvolle dagbesteding
  • Ontlasten van mantelzorgers 

Slide 4 - Slide

Welke soorten activiteiten ken jij?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat voor muziekactiviteit kan jij bedenken om met cliënten te doen?

Slide 13 - Mind map

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Zoek een foto van een arbeidsmatige activiteit die geschikt is voor 'cliënten met een psychiatrische of verstandelijke beperking'

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Aan de slag/ huiswerk 
Maken Leeractiviteit 3


 Lezen:Boek: Methodisch begeleiden Thema: 20.2 t/m 20.4
Maken: Verwerkingsopdrachten: 3, 4 en 5

Slide 21 - Slide

Eindopdracht 
Uitleg eindopdracht participatie

Wat ga je doen: een cliënt begeleiden bij het uitvoeren van activiteiten.

Slide 22 - Slide

Eindopdracht : Hoe ga je het doen?
Stap 1. Plan een gesprek met je werkbegeleider
Stap 2. Breng de beginsituatie van de cliënt in kaart.
Stap 3. Lees het ondersteuningsplan van de cliënt
Stap 4. Het activiteitenplan
Stap 5: Je biedt de cliënt ondersteuning ten aanzien van activiteiten
Stap 6. Laat je rubric invullen door je werkbegeleider.
Stap 7. Lever alles in via Teams.







Slide 23 - Slide

Stap 1
Plan een gesprek met je werkbegeleider

Eindopdracht en rubric bespreken
Afspreken welke cliënt jij gaat ondersteunen bij participatie.

Stap 2. Breng de beginsituatie van de cliënt in kaart.
Gebruik het ‘format beginsituatie’ ( leeractiviteit 10).

Stap 3. Lees het ondersteuningsplan van de cliënt
Welke doelen zijn er geformuleerd voor dagbesteding, welke zijn
gericht zijn op werk, scholing of vrije tijd
Ga in gesprek met de client en (indien mogelijk) een naastbetrokkene over de
activiteiten uit het ondersteuningsplan
Bespreek hoe deze activiteiten worden ingevuld:
o Sluiten de activiteiten aan bij de mogelijkheden, wensen en behoeften?
o Wil de client verder oefenen met oude vaardigheden?
o Wil de client oefenen met nieuwe vaardigheden?
o Welke keuzemogelijkheden of alternatieve activiteiten bied je aan, aan de
client?
o Geef voorbeelden voor de client om activiteiten in te vullen.
o Welke voorwaarden zijn er waardoor de client zijn mogelijkheden en
behoeften kan realiseren?
Geef advies over de activiteiten die in het kader van werk, scholing of vrije tijd kunnen
worden ondernomen.
Plan de activiteiten die de client gaat ondernemen.

Stap 4. Het activiteitenplan
Maak een activiteitenplan waarin je de activiteiten uitschrijft. Verwerk hierin:
• Passende materialen en middelen
• De wijze van begeleiden
• Het tijdspad

Stap 5: Je biedt de cliënt ondersteuning ten aanzien van participatie.
Voer de werkzaamheden uit volgens planning en coach de cliënt bij het uitvoeren van zijn
activiteiten. Let hierbij op onderstaande punten;
• Sluit aan bij de doelen uit het ondersteuningsplan
• Sluit aan bij de mogelijkheden, regie en eigen kracht van de client
• Laat de client zelf beslissingen nemen
• Zorg dat de situatie veilig is en de cliënt zich op zijn gemak voelt
• Laat de client wennen aan nieuwe situaties en oefenen met de activiteit
• Laat de client experimenteren met ander gedrag, vaardigheden en het
nemen van beslissingen
• Maak de client bewust van omgangsvormen, gedragsregels en normen en
waarden
• Motiveer de client om moeilijkheden te overwinnen of te accepteren
• Evalueer de activiteit met de client en (indien mogelijk) naastbetrokkene

Stap 6. Laat je rubric invullen door je werkbegeleider.

Stap 7. Lever alles in via Teams.
Wat lever je precies in?
Verslag voorzien van;
• Voorblad (naam student, naam module, naam docent, inleverdatum)
• Inhoudsopgave
• Inleiding (korte beschrijving waar je werkt en wat de lezer in jouw verslag gaat
lezen)
• Activiteitenplan (volgens format, de beginsituatie van de cliënt is onderdeel van dit
format)
• Ingevulde rubric “ondersteuning”, deze is volledig ingevuld door je werkbegeleider.
Dit betekent dat je beoordeling van de criteria zijn gemotiveerd door je
werkbegeleider (waarom krijg je een goed/ voldoende of nog niet voldoende?).
• Rubric activiteitenplan, deze is nog niet ingevuld. De beoordeling wordt door de
docent gedaan nadat alles volledig is








Slide 24 - Slide

Stap 2
Breng de beginsituatie van de cliënt in kaart.
Gebruik het ‘format beginsituatie’ ( leeractiviteit 10).






Slide 25 - Slide

Stap 3: Lees het ondersteuningsplan van de cliënt
Welke doelen zijn er geformuleerd voor dagbesteding, welke zijn gericht zijn op werk, scholing of vrije tijd

Ga in gesprek met de client en (indien mogelijk) een naastbetrokkene over de activiteiten uit het ondersteuningsplan.









Slide 26 - Slide

Stap 3
Bespreek hoe deze activiteiten worden ingevuld:
o Sluiten de activiteiten aan bij de mogelijkheden, wensen en behoeften?
o Wil de client verder oefenen met oude vaardigheden?
o Wil de client oefenen met nieuwe vaardigheden?
o Welke keuzemogelijkheden of alternatieve activiteiten bied je aan, aan de
client?
o Geef voorbeelden voor de client om activiteiten in te vullen.
o Welke voorwaarden zijn er waardoor de client zijn mogelijkheden en
behoeften kan realiseren?







Slide 27 - Slide

Stap 4
Stap 4. Het activiteitenplan
Maak een activiteitenplan waarin je de activiteiten uitschrijft. Verwerk hierin:
• Passende materialen en middelen
• De wijze van begeleiden
• Het tijdspad









Slide 28 - Slide

Stap 5
Je biedt de cliënt ondersteuning ten aanzien van participatie.
Voer de werkzaamheden uit volgens planning en coach de cliënt bij het uitvoeren van zijn
activiteiten. Let hierbij op onderstaande punten;
• Sluit aan bij de doelen uit het ondersteuningsplan
• Sluit aan bij de mogelijkheden, regie en eigen kracht van de client
• Laat de client zelf beslissingen nemen
• Zorg dat de situatie veilig is en de cliënt zich op zijn gemak voelt
• Laat de client wennen aan nieuwe situaties en oefenen met de activiteit






Slide 29 - Slide

Stap 6
Laat je rubric invullen door je werkbegeleider. 









Slide 30 - Slide

Stap 7: inleveren via Teams
Wat lever je precies in?
Verslag voorzien van;
• Voorblad (naam student, naam module, naam docent, inleverdatum)
• Inhoudsopgave
• Inleiding (korte beschrijving waar je werkt en wat de lezer in jouw verslag gaat lezen)
• Activiteitenplan (volgens format, de beginsituatie van de cliënt is onderdeel van dit format)
• Ingevulde rubric “ondersteuning”, deze is volledig ingevuld door je werkbegeleider.
Dit betekent dat je beoordeling van de criteria zijn gemotiveerd door je werkbegeleider (waarom krijg je een goed/ voldoende of nog niet voldoende?).
• Rubric activiteitenplan, deze is nog niet ingevuld. De beoordeling wordt door de docent gedaan nadat alles volledig is.

Slide 31 - Slide

Examens inzien
www.digibieb.nl

Slide 32 - Slide

Hoe heb je deze les ervaren? Tips/tops?

Slide 33 - Open question