What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Bijwoordelijke bepaling
DOEL:
Aan het eind van de les:
-weet je hoe je een bijwoordelijke bepaling kunt herkennen.
- welke vragen je moet stellen voor het vinden van een BWB.
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
DOEL:
Aan het eind van de les:
-weet je hoe je een bijwoordelijke bepaling kunt herkennen.
- welke vragen je moet stellen voor het vinden van een BWB.
Slide 1 - Slide
Stappen
Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt na het benoemen, noem je bwb.
Slide 4 - Slide
Bijwoordelijke bepaling
Geeft antwoord op de volgende vragen: waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.
Slide 5 - Slide
Gisteren heeft de directeur een lezing gehouden.
gisteren =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 6 - Quiz
Wat is de bijwoordelijke bepaling in de volgende zin?
In Den Haag heb ik een nieuwe stropdas gekocht.
Slide 7 - Open question
Vandaag hebben we pizza gegeten.
we =
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 8 - Quiz
Waarom wil mijn oma altijd een zoen hebben?
altijd=
A
Ondewerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 9 - Quiz
Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen die beginnen met:
A
wanneer, waar, hoe, hoeveel, waarheen, waarom, waardoor, waarmee
B
wie, wat, welke
Slide 10 - Quiz
Wie heeft mijn scooter gerepareerd?
mijn scooter =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 11 - Quiz
Waarom wil mijn oma altijd een zoen hebben?
waarom=
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Lijdend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 12 - Quiz
Mijn moeder heeft mijn oma een nieuwe jas gegeven.
mijn oma =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 13 - Quiz
Chris loopt volgend jaar in New York de marathon.
Wat is in deze zin de BWB?
Slide 14 - Open question
More lessons like this
Quizje zinsdelen herhaling brugklas
September 2024
-
10 slides
Quiz!
h3 redekundig ontleden basistoets vooraf
July 2021
-
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Digi-doener! | Stalker skills
January 2025
-
12 slides
Informatievaardigheden
Mediawijsheid
Basisschool
Groep 6-8
Stichting FutureNL
Digi-doener! Pabo | Stalker skills
January 2025
-
14 slides
Informatievaardigheden
Mediawijsheid
HBO
Studiejaar 1,2
Stichting FutureNL
De theorie van alles - De Nationale Opera
October 2025
-
15 slides
Kunst
Basisschool
Groep 5-8
Nationale Opera & Ballet
Nieuwsquiz - Week 41 (20 seconden)
October 2023
-
16 slides
Wereldoriëntatie
LessonUp
+2
Middelbare school
Basisschool
Praktijkonderwijs
Nieuwsquiz
Nieuwsquiz - Week 41 (30 seconden)
October 2023
-
16 slides
Wereldoriëntatie
LessonUp
+2
Middelbare school
Basisschool
Praktijkonderwijs
Nieuwsquiz
Nieuwsquiz - Week 41 (10 seconden)
October 2023
-
16 slides
Wereldoriëntatie
LessonUp
+2
Middelbare school
Basisschool
Praktijkonderwijs
Nieuwsquiz