Talent lezen 5.3 Les 1

lezen flex
> Je weet wat een beknopte en wat een schematische samenvatting is.

> Je kunt verschillende tekststructuren onderscheiden en benoemen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

lezen flex
> Je weet wat een beknopte en wat een schematische samenvatting is.

> Je kunt verschillende tekststructuren onderscheiden en benoemen.

Slide 1 - Slide

Hoe vat jij samen?

Slide 2 - Mind map

Samenvatten
Beknopte samenvatting

 1. je vat de hoofdzaken van de tekst samen
 2. je gebruikt hele zinnen
3. je gebruikte signaalwoorden en verwijswoorden
4. maak gebruik van de tekststructuur

Slide 3 - Slide

Hoe vind ik de tekststructuur?
Om te weten met welke tekststructuur je te maken hebt,
kun je vragen stellen.

Bij elke tekststructuur kun je specifieke vragen stellen

Slide 4 - Slide

Vaste tekststructuren
Gebruik bij het samenvatten de (vaste) tekststructuur van de tekst!

1.  verklaringsstructuur (oorzaken, gevolgen, verklaringen)

2. voor- en nadelenstructuur (voor- en tegenargumenten)

3. probleem-oplossingsstructuur (er wordt een probleem opgelost)

4. conclusie-argumentenstructuur (standpunt met argumenten en conclusie)


Slide 5 - Slide

Verklaringsstructuur

• Welk verschijnsel wordt behandeld?
Het stranden van walvissen voor de kust van Australië.

• Wat zijn redenen/oorzaken/verklaringen?

• Welke verklaring is het belangrijkst/waarschijnlijkst?

Slide 6 - Slide

Voor- en nadelenstructuur
• Wat wordt beoordeeld?
Voorbeeld: de coronavirus-app

• Wat zijn de voordelen van gebruik? Wat zijn de nadelen?

• Wat is de conclusie?

Slide 7 - Slide

Probleem-oplossingsstructuur
• Wat is het probleem?
Voorbeeld: beschadigingen aan fietsen in de
fietsenstalling op school

• Wat zijn de oorzaken? Wat zijn de gevolgen?

• Welke oplossing(en) noemt de tekst?

Slide 8 - Slide

Conclusie-argumentenstructuur
• Wat is het standpunt van de schrijver of wat is zijn stelling?

• Wat zijn de argumenten vóór of tegen de stelling? 

• Welke conclusie wordt er genoemd?

Slide 9 - Slide

Schematische samenvatting
De schematische samenvatting:

Je vat een tekst meer grafisch samen,
als een schema.

- een handig hulpmiddel als je een tekst moet leren
- een manier om te controleren of je de tekst snapt

Slide 10 - Slide

Schematische samenvatting
•    Stel eerst de hoofdzaken vast: het onderwerp, de deelonderwerpen en
      de belangrijkste informatie.
•     Vat de informatie samen in steekwoorden / korte zinnen.
•     Noteer de steekwoorden of zinnetjes overzichtelijk, zodat het verband               duidelijk wordt. 
•     Geef verbanden tussen de onderdelen aan met signaalwoorden of                        tekens. 
•      Zet opsommingen  altijd onder elkaar. Zie ook de theorie op blz. 96

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoofdzaken
Hoe en waar vind je de hoofdzaken?

  • Vaak in de eerste, de tweede en/of de laatste zin van een alinea.
  • Daartussen staan vaak voorbeelden, toelichtingen of een verdere uitleg, dat zijn bijzaken.
    Denk aan een hamburger... 

Stel jezelf de volgende vragen:
  1. Heb ik deze zin nodig om de tekst/de alinea goed te begrijpen?
  2. Wat zegt deze zin over het (deel)onderwerp?
Hoofdzaken (structuur)
Hoofdzaken (structuur)
Bijzaken (vulling)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Opdrachten
Ga naar de online methode en zet je methode op havo/vwo. Oefen nu met de opdrachten van 5.3.


Slide 15 - Slide