onlineles 6

E Grammatik
Je kunt werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

E Grammatik
Je kunt werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 1 - Slide

E Grammatik
Kijk nog eens naar mijn keynote en kijk eens naar het uitlegfilmpje van E Grammatik.

Slide 2 - Slide

An die Arbeit
Ihr macht die Aufgaben 22, 23, 24, 25.
Ihr macht so viel wie möglich 'slim stampen'.

Slide 3 - Slide

Das Grammatikquiz
Ich bin gespannt! Wer wird Grammatikmeister unserer Klasse??

Slide 4 - Slide

Ich komm... aus Dordrecht.

Slide 5 - Open question

Herr van Dieren wohn... in Breda.

Slide 6 - Open question

Wir lern... Deutsch

Slide 7 - Open question

Du spiel... gerne Games.

Slide 8 - Open question

Er (heißen) Dennis.

Slide 9 - Open question

Ihr (wohnen) in Dordrecht.

Slide 10 - Open question

Er (machen) immer seine Hausaufgaben.

Slide 11 - Open question

Sie (heißen) Tessa und Anouk.

Slide 12 - Open question

Cayden (lieben) Fußball.

Slide 13 - Open question

(Wij vinden) Deutsch toll!

Slide 14 - Open question

Wo (woon jij)?

Slide 15 - Open question

(Fleur aait) den Hund

Slide 16 - Open question

De honden heten Lorenzo und Lucas.

Slide 17 - Open question

(Zwemmen jullie) gern im Meer?

Slide 18 - Open question

(Ik beschrijf) die Katze.

Slide 19 - Open question

Ende
Vielen Dank für eure Aufmerksamkeit!

Slide 20 - Slide