5.1 Warmtebronnen

Klaarmaken voor de les
  • Pak een aantekeningenschrift
  • Leg je telefoon weg
  • Zorg ervoor dat je boeken op tafel liggen
  • Chromebook (lessonup.app)
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Klaarmaken voor de les
  • Pak een aantekeningenschrift
  • Leg je telefoon weg
  • Zorg ervoor dat je boeken op tafel liggen
  • Chromebook (lessonup.app)

Slide 1 - Slide

5.1 Warmtebronnen

Slide 2 - Slide

Wat te doen vandaag
  • Leerdoelen
  • Warmtebronnen
  • De verbrandingsdriehoek
  • Verbranden van brandstoffen
  • Het broeikaseffect 
  • Zelf aan het werk

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je de verbrandingsdriehoek gebruiken bij een verbranding.
  • Aan het einde van de les ken je het verschil tussen de twee verschillende verbrandingsreacties.
  • Aan het einde van de les weet je hoe het broeikaseffect werkt en hoe het effect heeft op de wereld.

Slide 4 - Slide

Warmtebronnen
Een object dat warmte maakt.

Warmtebronnen:
  • Cv ketel
  • Kampvuur
  • Gaskachel

Slide 5 - Slide

De verbrandingsdriehoek
Drie onderdelen
1. Zuurstof
2. Brandstof
3. Ontbrandingstemperatuur

Slide 6 - Slide

De ontbrandingstemperatuur
De ontbrandingstemperatuur is de minimale temperatuur waarbij een stof gaat branden

Ontbrandingstemperatuur van aardgas is 537 °C. Daarom moet je er vuur bij houden om het aan te steken.


Stoffen kunnen bij hele lage temperaturen al ontbranden
Witte fosfor al bij 32 °C.

Slide 7 - Slide

Ik heb een mooi haardvuur.
Ik gooi een emmer vol water over het vuur heen. Welke voorwaarde voor ontbranding haal ik weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandingswarmte

Slide 8 - Quiz

Ik heb een gasbrander. Ik zet het gas uit. Welke voorwaarde haal ik weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandingswarmte

Slide 9 - Quiz

Ik heb een kaarsje. Ik zet deze kaars in een lucht lege ruimte.
Welke voorwaarde haal ik weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandingswarmte

Slide 10 - Quiz

Verbranden en zuurstof
Onvolledige verbranding                                                             Volledige verbranding
Koolstofmono-oxide
Koolstofdioxide
Meer zuurstof

Slide 11 - Slide

Verbanding van aardgas
Volledige verbranding van aardgas
In woorden:
Aardgas + Zuurstof -> Koolstofdioxide + water + (warmte)

In symbolen:
CH4 + O2 → CO2 + H2O + (warmte)


Slide 12 - Slide

Onvolledige verbranding aardgas
In woorden:
Aardgas + Zuurstof -> Koolstofmono-oxide + Water + Koolstof (roet) + (Warmte)

In symbolen:
CH4 + O2 → CO + H2O + C +(warmte)

Slide 13 - Slide

Fossiele brandstoffen
Brandstoffen die miljoen jaren geleden zijn ontstaan uit planten en dierenresten

- Kunnen opraken
- Komt veel CO2 bij vrij

Slide 14 - Slide

Het broeikaseffect

Slide 15 - Slide

Het broeikaseffect

Slide 16 - Slide

Het versterkt broeikaseffect

Slide 17 - Slide

Het versterkt broeikaseffect
In stappen
1. Verbranding van fossiele brandstoffen zorgt voor veel meer CO2 in de lucht
2. De dampkring wordt dikker waardoor er meer warmtestraling wordt teruggekaatst naar de aarde
3. De temperatuur op aarde stijgt
4. Het ijs op de noordpool en in gletsjes smelt. Hierdoor stijgt de waterpijl in de zeeën en rivieren. 

Slide 18 - Slide

Huizen verwarmen zonder gas
Zonnecollectoren                                            Warmtepompen

Slide 19 - Slide

Huizen verwarmen zonder gas
Afvalwarmte                                         Warmtekrachtkoppeling

Slide 20 - Slide

Zelf aan het werk
Ga aan het werk met paragraaf 5.1
Klaar? Nakijken
Klaar? Maak hoofdstuk 3 af
Klaar? Nakijken
Klaar? Maak een mindmap van paragraaf 5.1

Slide 21 - Slide