2H - Les 14/15 - STG




2H - Miércoles 12 de octubre - STG
1 / 53
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson




2H - Miércoles 12 de octubre - STG

Slide 1 - Slide

La planificación de hoy 1.0
  • Quizlet Unidad 2
  • Países hispanohablentes
  • Los días de la semana
  • Números ordinales
  • Las asignaturas
  • La pausa +/- 09.20

Slide 2 - Slide

Quizlet 
Voca Unidad 2
timer
12:00

Slide 3 - Slide

Vocabulario
In 2tallen
Página 22, ej 1 + 2

Klassikaal
Página 22, ej 3

Slide 4 - Slide

Los días + 
Números ordinales 
Página 23, ej 4 & 5

Klassikaal
- Video dagen + rangtelwoorden

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

L
O
S

D
í
A
S
sábado
miércoles
viernes
lunes
jueves
domingo
martes
donderdag
maandag
zondag
vrijdag
dinsdag
woensdag
zaterdag

Slide 7 - Drag question

L
O
S

M
E
S
E
S
enero
abril
marzo
junio
mayo
julio
febrero
agosto
septiembre
octubre
noviembre
diciembre
mei
juni
juli
maart
februari
april
januari
augustus
september
oktober
november
december

Slide 8 - Drag question

Primero
segundo
tercero
cuarto
quinto

Slide 9 - Drag question

1e
2e
3e
4e
5e
6e
7e
8e
9e
10e
décimo/a
noveno/a
octavo/a
séptimo/a
sexto/a
quinto/a
cuarto/a
tercero/a
segundo/a
primero/a

Slide 10 - Drag question

Las asignaturas
- Klassikaal video
- Vragen in LessonUp

Slide 11 - Slide

7

Slide 12 - Video

Wat is "een school" in het Spaans?
A
Una escuela
B
Una computación
C
Un libro
D
Un colegio

Slide 13 - Quiz

Wat is "las ciencias" in het Nederlands?

Slide 14 - Open question

Combineer de Nederlandse woorden met de Spaanse woorden
El meastro
La química
La biología
La física
De docent
Scheikunde
Biologie
Natuurkunde

Slide 15 - Drag question

La maestra
El papel
El lápiz
La mochila
Las matemáticas
El escritorio

Slide 16 - Drag question

Wat is een "auditorio"?
A
Een boek
B
Een zaal
C
Een school
D
Een klas

Slide 17 - Quiz

Waarom is Gustavo teleurgesteld?

Slide 18 - Open question

Welke nieuwe woorden heb je geleerd?

Slide 19 - Mind map

Página 23
Ejercicios 6, 7 y 8


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Topo
- Er zijn 20 landen waar Spaans gesproken wordt. 
- Spaans is de 2e (!!!) wereldtaal, Mandarijn staat op 1 en Engels op 3. 
- In Equatoriaal Guinea (Afrika) wordt ook Spaans gesproken.

Leer de Spaanstalige landen + hoofdsteden kennen via Topomania.
timer
15:00

Slide 22 - Slide

La planificación de hoy 2.0
  • meervoudsregel
  • lidwoord
  • Wederkerende werkwoorden
  • SER
  • Trabajamos 
  • Deberes

Slide 23 - Slide

Wat is het meervoud van...?
ciudad

Slide 24 - Open question

Wat is het meervoud van...?
canción

Slide 25 - Open question

Wat is het meervoud van...?
supermercado

Slide 26 - Open question

Wat is het meervoud van...?
simpática

Slide 27 - Open question

Wat is het meervoud van...?
participante

Slide 28 - Open question

Wat is het meervoud van...?
holandés

Slide 29 - Open question

Wat is het meervoud van...?
camping

Slide 30 - Open question

Wat is het meervoud van...?
chica

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide

Het juiste lidwoord voor CHICA is...
timer
0:45
A
LA
B
EL
C
LAS
D
LOS

Slide 33 - Quiz

Het juiste lidwoord voor PISCINA is...
timer
0:45
A
LA
B
EL
C
LAS
D
LOS

Slide 34 - Quiz

Het juiste lidwoord voor ESTACIÓN is...
timer
0:30
A
LA
B
EL
C
LAS
D
LOS

Slide 35 - Quiz

Het juiste lidwoord voor RESTAURANTE is...
timer
0:30
A
LA
B
EL
C
LAS
D
LOS

Slide 36 - Quiz

Het juiste lidwoord voor FARMACIAS is...
timer
0:30
A
LA
B
EL
C
LAS
D
LOS

Slide 37 - Quiz

Het juiste lidwoord voor HOSPITALES is...
timer
0:30
A
LA
B
EL
C
LAS
D
LOS

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Slide

Het juiste lidwoord voor HOLANDÉS is...
timer
0:30
A
UNA
B
UN
C
UNAS
D
UNOS

Slide 40 - Quiz

Het juiste lidwoord voor AMIGAS is...
timer
0:30
A
UNA
B
UN
C
UNAS
D
UNOS

Slide 41 - Quiz

Het juiste lidwoord voor HOSPITALES is...
timer
0:30
A
UNA
B
UN
C
UNAS
D
UNOS

Slide 42 - Quiz

Het juiste lidwoord voor ESPAÑOLAS is...
timer
0:30
A
UNA
B
UN
C
UNAS
D
UNOS

Slide 43 - Quiz

Het juiste lidwoord voor CINE is...
timer
0:30
A
UNA
B
UN
C
UNAS
D
UNOS

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Slide

los verbos reflexivos 
Voorbeeld: llamarse = heten

Yo                                me   llamo
Tú                                te     llamas
Él, Ella,Usted             se     llama
Nosotros(as)             nos  llamamos
Vosotros(as)              os     llamáis
Ellos(as), ustedes     se    llaman

Slide 46 - Slide

Wederkerend ww (llamarse)
Maak DEZE opdracht


timer
5:00

Slide 47 - Slide

Llamarse
Oefen HIER met quizlet

Klik HIER voor opdracht 1

Klik HIER voor opdracht 2

Slide 48 - Slide

El verbo SER
Wat betekent het werkwoord SER?
Is SER regelmatig of onregelmatig?
Hoe vervoeg je het werkwoord SER? 

Slide 49 - Slide

vervoeg het werkwoord SER
1. Ana ____________ profesora.
2. Vosotros _________________ alumnos del Alkwin.
3. ¿Juan y Pedro _______________ de Costa Rica?
4. Ellas ________________ amigas.
5. ¿Tú _______________ futbolista?
6. Yo __________________ de Panamá.
7. Juana  ______________ mi hermana.

Slide 50 - Slide

Trabajamos
Página 24, ej 1
Página 25, ej 5

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Deberes
Estudiar (=leren):
Unidad 2, Voca NL-SP 1-30

Slide 53 - Slide