HF 2 Grote natuurlandschappen op aarde

Herhaling?!
  • Parallel 
  • Meridiaan
  • Evenaar
  • NB / ZB
  • OL / WL
1 / 50
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling?!
  • Parallel 
  • Meridiaan
  • Evenaar
  • NB / ZB
  • OL / WL

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Tropische regenwouden
Tropisch regenwoud = dicht, ondoordringbaar bos in de warme en vochtige tropen.
Amazonegebied in Zuid-Amerika
 
• Kenmerken: 
- altijd warm
- veel regen 
- veel soorten planten en bomen
- veel soorten dieren
Etages van bomen in bos schemerig

Slide 5 - Slide

Dicht bij de evenaar: warm en nat
Tropische regenwouden liggen in de tropen.
 - dicht bij de evenaar: tussen 23½⁰ N.B. en 23½⁰ Z.B. - lage breedte (< 30 ⁰)

• Bij de evenaar is het altijd warm door:
- loodrechte zonnestralen -> geven veel warmte af.

• Bij de evenaar regent het veel door:
1 warme lucht stijgt op
2 lucht die opstijgt, koelt af -> wolken en regen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Ontbossing
Het Braziliaanse regenwoud wordt ernstig bedreigd door ontbossing.  

Oorzaken:
• Ongelijke bevolkingsspreiding

• Landbouw -> soja

• Winning producten uit de natuur 
-> goud, ijzer, rubber, hout



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Duurzaam gebruik
Onverstandig omgegaan met Amazonegebied:
- steeds kleiner leefgebied indianen
- planten en dieren verdwijnen

Veel mensen willen daarom een duurzaam gebruik van het bos.
Duurzaam = ervoor zorgen dat het altijd blijft bestaan.

• Duurzame bosbouw -> herbebossing

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

In een klimaatdiagram staat de rode lijn voor de ...
A
Temperatuur
B
Neerslag

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Huiswerk
Opdrachten paragraaf 1 Ontbossing in het Amazonegebied
Opdrachten maak je in je AK schrift!
Opdracht 1, 9 en 10 overslaan :)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Bevolkingsdichtheid
De bevolkingsdichtheid van het grote land Australië is laag: 
ruim 3 inwoners per km². 

• Kustgebied: dichtbevolkt.
9 van de 10 grootste steden van Australië in het oosten en het zuidoosten 
85% van de Aussies woont minder dan 50 km uit de kust.

Binnenland: leeg en bijna onbewoond -> ongelijke bevolkingsspreiding

Slide 19 - Slide

Outback
Reden ongelijke bevolkingsspreiding: de neerslag.

 • Kustgebied: voldoende neerslag voor plantengroei 
->akkers, weilanden, bos.

Intensieve veeteelt = veel vee per hectare

Slide 20 - Slide

Outback
Binnenland: hoe verder van zee, hoe droger  
-> outback

 - geen akkers, alleen vee
 - weinig vee per hectare = extensieve veeteelt

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Huiswerk
Opdrachten paragraaf 2 De outback in Australië
Opdrachten maak je in je AK schrift!
Opdracht 1, 3 en 7 mag je overslaan :)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Inuit

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

De Inuit
Het noordpoolgebied ligt binnen de noordpoolcirkel: de breedtegraad van 66½⁰ N.B.
-> hoge breedte
-> hele jaar koud

• Inuit: bewoners kustgebied Noordelijke IJszee
Groenland:
- grootste eiland op aarde
- 60.000 inwoners in de kustgebieden
- binnenland is bedekt met sneeuw en ijs

Slide 32 - Slide

Toendra
In de bewoonde streken rond de poolcirkel is het koud.
• Toendra
- bewoonde delen Groenland
- ook ‘s zomers < 10 ⁰C
- grassen, mossen en lage struikjes
- geen bomen 

Slide 33 - Slide

Toendra
• Kenmerken van de toendra in de:
 winter: 
- lange winters
- sneeuw en ijs
- 9 maanden per jaar bevroren bodem = permafrost

 

  zomer:
- korte zomers
- sneeuw en ijs smelten
- smeltwater kan niet in de grond zakken + weinig verdamping = drassig

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Taiga
Taiga
- ten zuiden van de toendra
- Canada en Rusland
- ‘s zomers > 10 ⁰C
- naaldbossen

Slide 36 - Slide

Sneeuw en ijs
Hoe noordelijker je komt, hoe kouder het wordt.
-> geen plantengroei
-> eeuwige sneeuw ( permafrost) 

• De laag met eeuwige sneeuw wordt steeds dikker en samengeperst tot ijs = landijs
• Bevroren zeewater = zee-ijs
->  pakijs en drijfijs

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Huiswerk
Opdrachten paragraaf 3 De Inuit in het poolgebied
Opdrachten maak je in je AK schrift!

Opdracht 1, 2 en 8 mag je overslaan ;)

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

De Alpen
De Alpen is het grootste berggebied van Europa.
-> hooggebergte
-> Mont Blanc 4.810 m


Lage bevolkingsdichtheid 
-> hoog in de bergen: natuurlandschap
->  in de dalen: meer ingericht landschap

Slide 43 - Slide

Inzoomen: het Lötschental
Het Lötschental is een gebied met veel hoogteverschillen (= reliëf) en aan het einde een gletsjer.

Slide 44 - Slide

Inzoomen: het Lötschental
Vroeger:
 - vee ‘s zomers naar de alpenweiden
Tegenwoordig:
- beter bereikbaar
- toerisme of werk buiten het gebied
- andere inrichting van het gebied

Het Lötschental = ingericht landschap 
-> kabelbaan, hotels, restaurants


Slide 45 - Slide

Begroeiing
Hoogtegordels = zones van plantengroei in een gebergte.
-> Vergelijkbaar met poolgebied: opeenvolgend naaldbossen, 
toendra en sneeuw/ijs.
-> Rotsgordel tussen alpenweide en sneeuw/ijs

 
• Reliëf heeft invloed op de temperatuur. 
-> hoe hoger, hoe kouder 
-> 1000m stijgen = 6 ⁰C kouder

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Huiswerk
Opdrachten paragraaf 4 Het Lötschental
Opdrachten maak je in je AK schrift!

Slide 50 - Slide