hoofdletters

HOOFDLETTERS
Taalverzorging 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

HOOFDLETTERS
Taalverzorging 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Regel 1: begin van een zin
Aan het begin van een zin:
  • Je begint een zin met een hoofdletter.
Als de zin met een afgekort woord begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord:
  • 's Ochtends sta ik vroeg op.
  • 't Was vanochtend wel erg koud.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Regel 1: begin van een zin
Als de zin met een cijfer of symbool begint, schrijf je geen hoofdletter aan het begin van de zin.
  • €15 betaalde hij voor het boek.
  • 86 jaar geleden werd mijn opa geboren.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is goed geschreven?
A
't is niks voor mij.
B
'T is niks voor mij.
C
't Is niks voor mij.
D
'T Is niks voor mij.

Slide 4 - Quiz

Als de zin met een afgekort woord begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord.
Wat is goed geschreven?
A
morgen gaan we naar de dierentuin.
B
morgen Gaan we naar de dierentuin.
C
Morgen gaan we naar de dierentuin.
D
morgen gaan We naar de dierentuin.

Slide 5 - Quiz

Aan het begin van de zin.
Wat is goed geschreven?
A
10 mensen stonden al vroeg in de rij.
B
10 mensen Stonden al vroeg in de rij.
C
10 Mensen stonden al vroeg in de rij.

Slide 6 - Quiz

Als de zin met een cijfer of symbool begint, schrijf je geen hoofdletter aan het begin van de zin.
Regel 2: namen van personen
Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen, doopnamen en voorletters:
  • Elisabeth Sarah Jansen
Aanspreektitels (mevr.) en tussenvoegsels (van der) krijgen geen hoofdletter.
  • fam. Berisa
  • Alicia van Putten

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Regel 2: namen van personen
Wanneer er voor het tussenvoegsel geen voornaam of voorletter wordt genoemd, krijgt het tussenvoegsel wel een hoofdletter.
  • meneer De Vries
  • mevrouw Van den Berg
 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is goed geschreven?
A
Hallo meneer Jansen
B
Hallo Meneer Jansen
C
Hallo meneer jansen

Slide 9 - Quiz

Aanspreektitels krijgen geen hoofdletter.
Wat is goed geschreven?
A
Lisa de Groot
B
Lisa de groot
C
Lisa De Groot

Slide 10 - Quiz

Tussenvoegsels krijgen geen hoofdletter.
Regel 3: organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
  • Apple
  • Verenigde Naties
  • de Kamer van Koophandel
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend, je neemt dit dan over.
  • iPhone

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is goed geschreven?
A
Coca-Cola
B
coca-cola
C
Coca-cola

Slide 12 - Quiz

Merken krijgen een hoofdletter.
Wat is goed geschreven?
A
De Tweede Kamer
B
De Tweede kamer
C
De tweede kamer
D
De tweede Kamer

Slide 13 - Quiz

Organisaties krijgen een hoofdletter.
Wat is goed geschreven?
A
De rabobank
B
De RaboBank
C
De Rabobank
D
De raboBank

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enzovoort gebruik je een hoofdletter.
  • Amsterdam, Nederland
  • Amerikaanse president, Nederlandse mensen. 
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
  • Fransman
  • Limburgs dialect

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij een windstreek gebruik je geen hoofdletter.
  • Er komt vandaag een noordelijke wind.
Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je wel een hoofdletter.
  • Noordelijke IJszee

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat is goed geschreven?
A
Zuid-frankrijk
B
zuid-frankrijk
C
zuid-Frankrijk
D
Zuid-Frankrijk

Slide 17 - Quiz

De windstreek is onderdeel van de naam.
Wat is goed geschreven?
A
noord-brabant
B
Noord-brabant
C
Noord-Brabant
D
noord-Brabant

Slide 18 - Quiz

De windstreek is onderdeel van de naam.
Wat is goed geschreven?
A
de friese taal
B
de Friese Taal
C
de friese Taal
D
de Friese taal

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Historische gebeurtenissen en feestdagen met een hoofdletter.
  • Koude Oorlog, Vaderdag, Pasen
Maar bij samenstellingen met feestdagen schrijf je geen hoofdletter:
  • vaderdagontbijt, kerstviering

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat is goed geschreven?
A
Tijdens de Kerstvakantie gaan we skiën in Oostenrijk.
B
We hebben een uitgebreid Paasontbijt met de hele familie.
C
In de Kerstvakantie gaan we altijd naar de bergen.
D
We eten met Pasen een lekker paasontbijt.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is goed geschreven?
A
Tijdens de Tweede Wereldoorlog leed Nederland onder de bezetting.
B
Tijdens de tweede Wereldoorlog leed Nederland onder de bezetting.
C
Tijdens de tweede wereldoorlog leed Nederland onder de bezetting.
D
Tijdens de Tweede wereldoorlog leed Nederland onder de bezetting.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer GEEN hoofdletter? 
Seizoenen, maanden en gewone dagen krijgen geen hoofdletter.
  • zaterdag, januari 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Regel 6: religieuze en culturele begrippen
Godsdiensten krijgen geen hoofdletter.
  • jodendom
  • jood
Maar heilige begrippen die bij de stroming horen wel.
  • God
  • Bijbel

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat is goed geschreven?
A
het Christendom en de islam
B
het Christendom en de Islam
C
het christendom en de Islam
D
het christendom en de islam

Slide 25 - Quiz

Godsdiensten krijgen geen hoofdletter.