De Tweede Wereldoorlog SB

De Tweede Wereldoorlog 
1940-1945
1 / 46
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 3,4

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

De Tweede Wereldoorlog 
1940-1945

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel

Aan het einde van de les kan ik de belangrijkste gebeurtenissen en oorzaken van de Tweede Wereldoorlog benoemen. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al van de
Tweede Wereldoorlog?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is antisemitisme?
A
Jodenvervolging
B
Jodenhaat
C
Dat een land bestuurd wordt door 1 persoon
D
Mensen ongelijk behandelen vanwege hun uiterlijk

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Antisemitisme
Antisemitisme betekend haat tegen joden: 
Anti = tegen en Semtiet = joods

Hoewel het, officieel, haat richting alle Semitisch sprekende volken betekent,
wordt het eigenlijk alleen gebruikt als ander woord voor Jodenhaat.

Antisemitisme bestaat al duizenden jaren...

Slide 5 - Slide

This item has no instructions


Wat is de Holocaust?
A
Een ander woord voor de Tweede Wereldoorlog
B
Een vernietigingskamp in voormalig door Nazi-Duitsland bezet Polen
C
De geplande moord op 6 miljoen Joden in Europa door het naziregime van Adolf Hitler
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quiz

Deze interactieve opdracht laat leerlingen individueel nadenken over de vraag wat is de Holocaust.

Het goede antwoord is C. Het is de systematische moord op de Joden van Europa onder het nazi-regime van Adolf Hitler. Ongeveer 6 miljoen Joden zijn vermoord. Een groot deel van hen is vermoord in een concentratie- of vernietigingskamp, zoals bijvoorbeeld Auschwitz of Sobibor.
Holocaust
Het vervolgen en de uiteindelijke moord door de nazi's op de joden tijdens de Tweede Wereldoorlog noemen we de Holocaust
Holocaust betekend 'brandoffer'. Omdat dit in de geschiedenis ook als een vrijwillig offer is gebruikt, gebruiken sommigen liever een andere naam.

Bijvoorbeeld Shoah of Sjoa. Dit betekend 'ramp. 
De J in het persoonsbewijs staat voor 'Joods'. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Vier fasen
De holocaust kun je in vier verschillende fasen verdelen:
  • Discriminatie
  • Uitsluiten
  • Concentreren
  • Vernietiging

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Fase 1

Discriminatie
Pesten en vernederen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions


Hitler wordt kanselier
januari 1933




  • Hitler speelt in op gevoelens van onvrede bij delen van de bevolking.
  • Hij zegt dat de economische crisis én het verlies van de oorlog de schuld is van Joden en Communisten


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Discriminatie
Het pesten en vernederen van joden is iets wat je in de geschiedenis veel terug kan vinden. 
Toch zie je dat in jaren voor de oorlog het antisemitisme langzaam groeit.  
In Duitsland zijn veel mensen teleurgesteld, boos en verdrietig vanwege de Eerste Wereldoorlog, veel politieke onrust en economische problemen vanwege de crisis in 1929. 
Fase 1

Slide 11 - Slide

This item has no instructions


Kristallnacht
9 november 1938




  • In Parijs vermoordt een jonge Jood, Herschel Grynszpan, een Nazi. 
  • Na een haatrede tegen Joden op de radio van Joseph Goebbels, trekken Duitsers massaal de straat op om eigendommen van Joden te vernielen.
  • De politie en SS kregen de opdracht om niet in te grijpen.
Fase 1

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Fase 2

Uitsluiten
Wetten en sterren

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Uitsluiten
De Nazi's willen de joden steeds meer buitensluiten van het gewone leven.

Er komen verschillende wetten waarin stond dat joden niet met niet-joden mochten trouwen. 
Niet meer bij de overheid mochten werken. Geen fiets mochten hebben. 
En nog veel meer... 

De algehele strekking was vooral dat Joden lui zouden zijn, niets bijdragen en niet eerlijk.

Men moest een ster gaan dragen.
Fase 2

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Waarom mochten Joden niet meer met niet-Joden trouwen?

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Rassenleer
Hitler had een hekel aan joden. Hij was aanhanger van de rassenleer:

  • De onjuiste theorie over verschillen tussen 'mensenrassen'

  • Hitler beweerde dat het jodendom geen godsdienst was, maar een 'joods ras´ dat het Duitse 'Arische ras' bedreigde. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Arisch ras
Het 'Arische ras' was volgens Hitler veel belangrijker en beter dan de Joodse mensen.

  • Geboren in (Noord) Europa
  • Blond, blauwe ogen en/of
  • Blank/Wit

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Heb jij de tekst en filmpjes goed begrepen?
Test je kennis!
Mensen moeten een ariërverklaring ondertekenen. Volgens Hitler moest je tot het arische ras behoren. 
Wat betekende dit?
Je behoort tot het arische ras als ...
je blond haar hebt.
je Joods bent.
je gehandicapt bent.
je donker haar hebt.
je blauwe ogen hebt.

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Antisemitisme
Kristallnacht
Rassenleer

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Fase 3

Concentreren
Getto's en kampen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Joodse wijken
Vanaf de Middeleeuwen werden joden gedwongen om in eigen wijken te wonen. In de Italiaanse stad Venetie woonden de joden in de wijk 'Ghetto Nuovo'. Hierkomt de bijnaam 'getto' vandaan. 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de joden verplicht om naar deze getto's te verhuizen. 
Fase 3

Slide 21 - Slide

This item has no instructions





In de getto's was het leven zwaar: 
er was te weinig woonruimte voor de 
duizenden joden die er moesten leven.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Het leven was ook onzeker om dat soms delen ghetto moeten worden ontruimd. 
Joden moesten stel hun spullen pakken en werden naar concentratiekampen gebracht. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Fase 4
Vernietiging
Uitroeiing van de Joden
Endlösung (=eindoplossing)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

SS groepen

In het begin van fase 4, worden de Joden neergeschoten. Een aantal SS groepen van het Duitse leger krijgen de opdracht om door Polen te trekken en zo veel mogelijk Joden te vermoorden.

Joden moeten hun eigen massagraf graven. Daarna worden ze op een rij doodgeschoten. Op deze manier worden er ongeveer 1 miljoen joden vermoord. 
Fase 4

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Concentratiekampen
  • Volkenmoord
  • Kogels kosten de Duitsers teveel geld, en het duurde lang.

De Nazi's bouwden vernietigingskampen in Polen
  • Concentratiekampen gemaakt om mensen te vermoorden. Voor de Duitsers zijn concentratiekampen veel 'overzichtelijker' en 'effectiever' om het 'Joodse probleem' op te lossen.
  • Waar in ghetto's nog manieren worden gevonden om te verstoppen voor de Duitsers, is dat in de kampen vrijwel onmogelijk.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Welke instantie(s) werkte(n) mee aan het transport van de Joden?
A
Gemeentehuis
B
Politie
C
Spoorwegen
D
Joodse Raad

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Auschwitz-Birkenau

Slide 30 - Slide

This item has no instructions







Een gaskamer in Auschwitz
Een gaskamer.

In een kamer hiervoor moest iedereen, met tientallen tegelijk, zich uitkleden en werd er gezegd dat ze eerst moesten douchen. Dat zou in deze ruimte gebeuren.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions


Zyklon B


  • Het was oorspronkelijk een bestrijdingsmiddel tegen ongedierte en bestond al vóór de oorlog.

  • Zyklon B bestaat uit korrels die verdampen (blauwzuur) als ze in contact komen met lucht.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Al het bewijsmateriaal moeten worden vernietigd:
kleding, foto's én lichamen... 
In de crematoria werken de Joden die voorlopig aan de gaskamers ontkomen zijn.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

In Nederland gingen moedige mensen ook in verzet.
Noem een voorbeeld van verzet.

Slide 34 - Mind map

This item has no instructions

Wat gebeurde er met Hitler toen hij zich realiseerde dat hij de oorlog verloren had.

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Aan het einde van de oorlog zijn er 6 miljoen Joden vermoord. 
Van de 110.000 Nederlandse Joden overleven maar 5000 de concentratie en vernietingskampen.

Op 4 mei tijdens de Nationale Herdenking herdenkt Nederland allen, burgers en militairen, die het Koningkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Op 5 mei vieren we de bevrijding van Nederland in 1945. 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Wat is vrijheid voor jou?
Je ontvangt van je docent een vlag.
Deze knip je netjes uit en op de vlag schrijf je op wat voor jou vrijheid betekent.
Je docent heeft scharen, stiften en pennen om te gebruiken.

De vlag lever je weer in.
Alle vlaggen van alle klassen worden in de school opgehangen.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

De volgende les
In de volgende les komt er een gastspreker langs.
De gastspreker komt zijn/haar verhaal vertellen over
Wereld Oorlog II.  

Op de volgende dia lees je nu alvast het verhaal van deze gastspreker. 




Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Gastspreker Hanna Sijmons
Klas 1S

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Gastspreker Lion Tokkie
 klas 1N en 1R

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Gastspreker Dick Falkena
klas 1o en 1J

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Gastspreker Kees Heutenik
klas 1Q en 1L

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Gastspreker Marc Elskamp
klas 1K

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Gastspreker Marion Joyce de Klijn
klas 1M

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Gastspreker Renée Henriëtte de Lara
klas 1P

Slide 46 - Slide

This item has no instructions