Spelling
1 / 29
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Woord 1
Slide 2 - Open question
Woord 2
Slide 3 - Open question
Woord 3
Slide 4 - Open question
Woord 4
Slide 5 - Open question
Woord 5
Slide 6 - Open question
Woord 6
Slide 7 - Open question
Woord 7
Slide 8 - Open question
Woord 8
Slide 9 - Open question
Woord 9
Slide 10 - Open question
Woord 10
Slide 11 - Open question
Woord 11
Slide 12 - Open question
Woord 12
Slide 13 - Open question
Woord 13
Slide 14 - Open question
Woord 14
Slide 15 - Open question
Woord 15
Slide 16 - Open question
Woord 16
Slide 17 - Open question
Woord 17
Slide 18 - Open question
Woord 18
Slide 19 - Open question
Woord 19
Slide 20 - Open question
Woord 20
Slide 21 - Open question
Schrijf een woord op van de categorie
eind d
eind d
Slide 22 - Open question
Schrijf een woord op van de categorie
jager
jager
Slide 23 - Open question
Schrijf een woord op van de categorie
lucht
lucht
Slide 24 - Open question
Schrijf een woord op van de categorie
-eeuw -ieuw -uw
-eeuw -ieuw -uw
Slide 25 - Open question
Schrijf een woord op van de categorie
keuken
keuken
Slide 26 - Open question
Schrijf een woord op van de categorie
-eer -oor -eur
-eer -oor -eur
Slide 27 - Open question
Schrijf een woord op van de categorie
bakker
bakker
Slide 28 - Open question
Schrijf een woord op van de categorie
????
????
