Les 15 (12 mai) - V2

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

1HV1 Première leçon

Les objectifs :

• Ik ken de regels van het delend lidwoord.
• Ik snap hoe je een vraag stel in het frans.

Le programme :

• Quiz het vraagwoord
• Au travail: bron H - ex. 30 p.36
• Zelfstandig werk - studygo/slimstampen

vendredi 9 mai

Noem zoveel mogelijk Franse vraagwoorden (waar/wanneer/hoe/hoeveel/wie etc.)

Wat is geen vraagwoord?

1. combien
2. quand
3. pour
4. quel

Hoe vertaal je het vraagwoord: combien?

1. Hoe
2. Hoeveel
3. Wanneer
4. Wie

Hoe vertaal je het vraagwoord: comment?

1. Hoe
2. Hoeveel
3. Wanneer
4. Wie

Hoe vertaal je het vraagwoord:
qu'est-ce que?

1. Hoe
2. Hoeveel
3. Wat
4. Wie

Hoe vertaal je het vraagwoord:
qu'est-ce que?

1. Hoe
2. Hoeveel
3. Wat
4. Wie

Pose la question d'une autre manière (manier):

Tu as de la fièvre?

Pose la question d'une autre manière (manier):

Est-ce que ta mère est sportive?

Pose la question d'une autre manière (manier):

Tu habites où?

Pose la question d'une autre manière (manier):

Vous avez mal à la tête?

 Chapitre 5 - Deel H

- Va naar de Grandes Lignes methode via Magister.

- Choisis Chapitre 5 "Dossier santé", deel H.

- Fais l'exercice 31 et 32.

Klaar?

Fais le slimstampen Appprendre H. Extra uitleg: hier. Extra oefenen: 1

Les devoirs pour lundi 12 mai

•  Apprendre bron E, F, G, H van Chapitre 5 (Livre B)
• Blad het delend lidwoord leren