REKENEN - Startrekenen Vooraf deel B (oranje) - H11 - LES 1 (oppervlakte)

Startrekenen Vooraf deel A
STARTREKENEN VOORAF deel A
les 1
1 / 16
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Startrekenen Vooraf deel A
STARTREKENEN VOORAF deel A
les 1

Slide 1 - Slide

Startrekenen Vooraf deel A
STARTREKENEN VOORAF deel A
les 1

Slide 2 - Slide

Startrekenen Vooraf deel A
DOEL VAN DE LES
les 1
3.1   De leerling kent de betekenis van oppervlakte en omtrek.



WAT HEB JE NODIG?
boek
pen of potlood

Slide 3 - Slide

Startrekenen Vooraf deel A
OPPERVLAKTE
les 1
startopdracht
blz. 146 

Slide 4 - Slide

Startrekenen Vooraf deel A
11.1 OPPERVLAKTE
les 1
uitleg 1
blz. 147-146
Als je een muur gaat schilderen, is het handig om te weten hoe groot 
de muur is.
Je hebt het dan over de oppervlakte van de muur.

Slide 5 - Slide

Startrekenen Vooraf deel A
11.1 OPPERVLAKTE
les 1
opdracht 1
blz. 147 - 144 
Job en Sterre hebben een nieuw huis.
a. Job gaat de deur schilderen. 
Kleur de oppervlakte van de deur rood.

b. Sterre gaat gras zaaien in de tuin.
Kleur de oppervlakte van de tuin blauw.

Slide 6 - Slide

Startrekenen Vooraf deel A
11.1 OPPERVLAKTE
les 1
uitleg 2
blz. 148-145
Als je een hek om een weiland wilt zetten, is het handig om te weten hoe lang het hek moet zijn.
Je hebt het dan over de omtrek van het weiland.

Slide 7 - Slide

Startrekenen Vooraf deel A
11.1 OPPERVLAKTE
les 1
uitleg 2
blz. 148-145

Slide 8 - Slide

Startrekenen Vooraf deel A
11.1 OPPERVLAKTE
les 1
opdracht 2
blz. 148 - 145 
a.  Richard maakt een lijst om de poster.
Teken de lijst om de poster.
wat heb je getekend?
 de omtrek
 de oppervlakte

Slide 9 - Slide

Startrekenen Vooraf deel A
11.1 OPPERVLAKTE
les 1
opdracht 2
blz. 148 - 146 
b.  Damian legt vloerbedekking 
in zijn kamer.
Teken de vloerbedekking in de 
kamer.
wat heb je getekend?
 de omtrek
 de oppervlakte
c.  Freek zet een hek om het basketbalveld.
Teken waar het hek moet komen.
wat heb je getekend?
 de omtrek
 de oppervlakte

Slide 10 - Slide

Startrekenen Vooraf deel A
11.1 OPPERVLAKTE
les 1
opdracht 3
blz. 146 - 149 
Je gaat met een touwtje de omtrek van 2 voorwerpen vergelijken.
De docent legt uit hoe je dit moet doen.

a. Schrijf op welke voorwerpen je hebt gekozen.


b. Welk voorwerp heeft de grootste omtrek?

Slide 11 - Slide

Startrekenen Vooraf deel A
11.2 OPPERVLAKTE vergelijken en TELLEN
les 1
uitleg 3
blz. 150-147
Als je wilt weten welke oppervlakte groter is, kun je oppervlaktes vergelijken.

Slide 12 - Slide

Startrekenen Vooraf deel A
11.2 OPPERVLAKTE vergelijken en TELLEN
les 1
opdracht 4
blz. 150 - 147 
Omcirkel het eiland met de grootste oppervlakte.

Slide 13 - Slide

Startrekenen Vooraf deel A
11.2 OPPERVLAKTE vergelijken en TELLEN
les 1
opdracht 5
blz. 150 - 147 
Omcirkel het sportveld met de kleinste oppervlakte.

Slide 14 - Slide

Startrekenen Vooraf deel A
11.2 OPPERVLAKTE vergelijken en TELLEN
les 1
maken

opdracht 1 (blz. 147) tot en met opdracht 5 (blz. 150)  (oude versie)

Slide 15 - Slide

Startrekenen Vooraf deel A
11.2 OPPERVLAKTE vergelijken en TELLEN
les 1
maken

opdracht 1 (blz. 144) tot en met opdracht 5 (blz. 147)  (editie 2024)

Slide 16 - Slide