Les 3: Multimorbiditeit 2 (polyfarmacie)

Geriatrische zorg MultiMorbiditeit 2 (polyfarmacie)
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Geriatrische zorg MultiMorbiditeit 2 (polyfarmacie)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Programma

  • Handout lezen 'polyfarmacie'

  • Walking, thinking

  • Kennis quiz polyfarmacie 

  • BEM + vragenlijst

  • Onderwerp volgende week

  • Zelfstandig werken
Les- en leerdoel


Je kunt uitleggen wat polyfarmacie bij de geriatrische zorgvrager betekent


Slide 3 - Slide

Lees

De hand-out 'Polyfarmacie'

Slide 4 - Slide

Walking/ thinking
  • In tweetallen ga je naar buiten 
  • Tijdens het lopen vertel je elkaar wat je hebt gelezen
  • Wat is belangrijk om als verzorgende/ verpleegkundige te weten over polyfarmacie?
  • Wat vind je interessant
  • Waar heb je vragen over?  
timer
20:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Er is sprake van polyfarmacie als een zorgvrager vijf of meer verschillende geneesmiddelen chronisch gebruikt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

In de volgende leeftijdsgroep komt polyfarmacie het meeste voor:
A
65-69 jaar
B
70-74 jaar
C
75-84 jaar
D
85 plussers

Slide 8 - Quiz

Wat is de BELANGRIJKSTE oorzaak van polyfarmacie?
A
Ongezonde leefstijl
B
Verkrijgbare zelfmedicatie bij drogist
C
Multimorbiditeit
D
Meerdere behandelaars

Slide 9 - Quiz

Het risico van polyfarmacie is dat het neigt naar nog meer polyfarmacie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat is de reden dat bij ouderen de dosering van het medicijn vaak verlaagt is?
A
Medicijn blijft langer in de bloedsomloop
B
Wissel werking met andere medicatie verkleinen

Slide 11 - Quiz

Welke fase van de farmaceutische zorg is het meest risicovol?
A
Voorschrijven
B
Beheren
C
Toedienen
D
Alle fasen

Slide 12 - Quiz

Wat is een belangrijke interventie van de verzorgende/ verpleegkundige in de fase van beheren?
A
Zodra de zorgvrager wordt opgenomen, beheer medicatie overnemen
B
Observeren

Slide 13 - Quiz

Vooral door het verlies van cognitieve functies kan de zorgvrager niet zelf zijn medicatie innemen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

In de volgende situatie komt het verkeerd gebruik van medicatie vaak voor. Wat is NIET WAAR?
A
Bij zo nodige medicatie
B
Bij medicatie die niet op een lege maag ingenomen mag worden
C
Bij het vermalen van medicatie
D
Bij medicatie die jij bij de drogist kunt kopen

Slide 15 - Quiz

Welk soort medicatie wordt vooral besproken tijdens het FTO in het verpleeghuis
A
Bloeddrukverlagers
B
Diuretica (plasmedicatie)
C
Onrustmedicatie

Slide 16 - Quiz

BEM
B: Beoordeling
E: Eigen beheer
M: Medicatie

BEM geeft de mate van eigen beheer van de zorgvrager aan. De BEM is bedoeld om informatie uit te wisselen met zowel huisarts, verpleging als apotheek. De apotheek weet op deze manier welke zorgvragers medicatiezorg ontvangen en van welke zorgorganisatie. 

Slide 17 - Slide

Vragenlijst
Open in de volgende slide de link om naar de site te gaan waar je de de BEM vragenlijst kunt downloaden

Deze vragen kun je als zorgverleners stellen aan de zorgvrager om zo te achterhalen in welke mate deze in staat is zijn eigen medicatie te beheren

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

vragen
VRAGEN? 

Slide 20 - Slide

Volgende week 

Gespreksvoering (met geriatrische zorgvrager)

Slide 21 - Slide

Ga aan de slag met:

  • Branche-uitwerking
  • E-learnings

Slide 22 - Slide