Vewerkingsles programma 'Atuatuca Tungrorum'

ATUATUCA TUNGRORUM
Schoolprogramma
Verwerkingsles
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Gallo-Romeins museumGeschiedenisSecundair onderwijsHoger onderwijs

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

ATUATUCA TUNGRORUM
Schoolprogramma
Verwerkingsles

Slide 1 - Slide

Achtergrondinformatie:

Deze les kan gebruikt worden na een bezoek aan het schoolprogramma 'Atuatuca Tungrorum'.
Wat vond jij van het
Gallo-Romeins Museum?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Pols even naar de ervaringen van de leerlingen over hun bezoek aan het Gallo-Romeins Museum. 
  • Vonden ze het leuk, interessant, niet leuk, . . . ? 
  • Wat vonden ze dan leuk, interessant, niet leuk, . . .?
Wat weet je nog van je bezoek aan het Gallo-Romeins Museum? 

Slide 3 - Slide

Op de volgende slides volgen quizvragen over de inhoud van het schoolprogramma 'Atuatuca Tungrorum'.
Tot welke stam behoorde de mensen die in deze regio woonden vóór de komst van de Romeinen?
A
Nervii
B
Treveri
C
Eburonen

Slide 4 - Quiz

Achtergrondinformatie:

De mensen die in onze regio woonden, behoorden tot de stam van de Eburonen. De Eburonen leefden verspreid in kleine nederzettingen en deden voornamelijk aan landbouw en veeteelt. 
In wat voor huis leefde de bevolking vóór de komst van de Romeinen?
A
woonstalhuis
B
domus
C
villa

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heette de Romeinse veldheer die Gallië veroverde?
A
Augustus
B
Tiberius
C
Julius Caesar

Slide 6 - Quiz

Achtergrondinformatie: 

Vanaf 58 v.Chr. veroverde het Romeinse leger o.l.v. Julius Caesar deze streken, waardoor deze regio deel van een wereldrijk werd. Dit zal echter pas merkbaar worden vanaf 10 v.C. met de stichting van de stad Tongeren, Atuatuca Tungrorum. 


Vul aan.
De Galliërs . . .
A
namen de Romeinse cultuur volledig over.
B
namen niets van de Romeinse cultuur over.
C
mengden hun eigen cultuur met die van de Romeinen.

Slide 7 - Quiz

Achtergrondinformatie: 

Romeinen moedigden de overwonnen volkeren aan om zich de Romeinse cultuur eigen te maken. De plaatselijke bevolking bleef echter ook aspecten van hun eigen gebruiken behouden. Hierdoor ontstond een mengcultuur.
Waar of niet waar?
Atuatuca Tungrorum was de eerste stad in deze regio.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Achtergrondinformatie:

Benadruk bij de leerlingen wat een grootse vernieuwing een stad was voor de regio, met een enorme impact op verschillende vlakken (economisch, cultureel...). 

Precieze verloop:
  • Romeinse soldaten zetten het stratenpatroon uit in 10 voor Christus.
  • Het duurde vervolgens nog jaren totdat Atuatuca Tungrorum uitgegroeid was tot een echte stad.
  • Aanvankelijk bouwden de mensen er woningen volgens de lokale traditie. Naarmate de tijd vorderde werd er steeds meer 'op zijn Romeins' gebouwd.
Waar lag Atuatuca Tungrorum?
Sleep de       naar de juiste plaats!  

Slide 9 - Drag question

De kaart van België toont 3 plaatsen (Gent (1), Tongeren (2) en Namen(3)). De leerlingen moeten de ster naar de plaats waar Tongeren ligt slepen (nummer 2). 
Waarom werd deze plek
gekozen om Atuatuca Tungrorum
te stichten?

Slide 10 - Mind map

Achtergrondinformatie:
  • Op deze plek lag een bevaarbare rivier (de Jeker). Een rivier biedt meteen ook water.
  • De regio staat bekend voor zijn vruchtbare leemgrond. Boeren kweekten veel graan voor de troepen aan de Rijngrens.
  • Op deze locatie passeert de belangrijke weg tussen Keulen en Boulogne-sur-Mer.
  • De stad ligt niet zo ver van de Rijngrens en kan zo een belangrijke post worden ter bevoorrading van de troepen daar.
Vul aan.
Het stratenpatroon van Atuatuca Tungrorum bestaat uit . . .
A
straten die kriskras door elkaar lopen.
B
straten die loodrecht op elkaar staan.
C
een mix van rechte en kronkelende straten.

Slide 11 - Quiz

Achtergrondinformatie:
  • Het dambordpatroon is typisch voor Romeinse steden.
  • De straten waren meestal verhard met kiezel.
Wat was het 'horreum'?
A
een kazerne voor soldaten
B
een graanschuur
C
een boerderij

Slide 12 - Quiz

Achtergrondinformatie:
  • De regio rond Tongeren was een van de grootste graanproducenten in Gallië.
  • Het horreum verzamelde het graan dat werd opgestuurd naar de troepen aan de Rijngrens.
  • Het gebouw viel niet onder de bevoegdheid van de stad Atuatuca Tungrorum. Daarom ligt het ook buiten de stadsmuren. Het beheer lag in handen van de provincie Germania Inferior.
Welke Romeinse oppergod werd er in de tempel in Atuatuca Tungrorum vereerd?
A
Neptunus
B
Bacchus
C
Jupiter
D
Mercurius

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat was het
'forum'?
A
een ontmoetingsplaats
B
een handelsplaats
C
beide

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat bewaarden mensen in de Romeinse tijd NIET in hun opslagplaatsen?

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

In de winkeltjes in Atuatuca Tungrorum kon je een fibula kopen.

Wat kocht je dan?
A
een hangertje
B
een haarspeld
C
een mantelspeld

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welk bouwelement was typisch voor een Romeinse stadswoning?
A
baksteen
B
loden regenpijpen
C
Rieten dakbedekking

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Geef een voorbeeld
van een grafgift.

Slide 18 - Mind map

Achtergrondinformatie:

Op de foto zie je de tumulus van Koninksem (Tongeren).

Op het platteland werden rijke mensen begraven onder grafheuvels of tumuli, helemaal volgens Romeinse traditie. Het lichaam van de overleden werd eerst ritueel verbrand en vervolgens werden de assen in een urne samen met een aantal grafgiften onder een tumulus begraven.
In het badhuis gebruikte men allerlei voorwerpen. 
Weet jij wat de naam is van deze voorwerpen?
Huidschraper
(strigilis)
Pincet
Badflesje
(balsamarium)

Slide 19 - Drag question

Achtergrondinformatie:
  • Een strigilis werd gebruikt om vuil, zweet, dode huidcellen, massageolie van de huid te schrapen (alvorens te baden).
  • Een pincet werd gebruikt om ongewenste (baard)haren te verwijderen.
  • Het balsamarium heeft de vorm van een hoofd van iemand van Afrikaanse origine. Rond het Middellands-Zeegebied werkten zij vaak in badhuizen.