3AH - 21/11 - Les verbes en -ir present + p.c.

Aujourd'hui
  • Toetsweek
  • Grammaire H
  • Exercices


lundi 21 novembre
Buts: ik kan de werkwoorden op -ir vervoegen in de présent en de passé composé
1 / 43
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aujourd'hui
  • Toetsweek
  • Grammaire H
  • Exercices


lundi 21 novembre
Buts: ik kan de werkwoorden op -ir vervoegen in de présent en de passé composé

Slide 1 - Slide

Toetsweek
Toets Frans over hoofdstuk 2
  • alle woordjes
  • alle zinnen
  • alle grammatica

Slide 2 - Slide

Regelmatige werkwoorden op -ir in de présent

Stap 1: haal -ir van het werkwoord af
Stap 2: voeg de juiste uitgang toe > is/is/it/issons/issez/issent

Slide 3 - Slide

Open nu zelf deze LessonUp...
en voor je begint:
  • lees bron H op blz. 89

Slide 4 - Slide

Regelmatige werkwoorden 
op IR
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
ISSONS
ISSEZ
ISSENT
IT
IS
IS

Slide 5 - Drag question

Je finis (finir)
Juist
Onjuist

Slide 6 - Poll

JUIST

Slide 7 - Slide

Présent: Nous .... (choisir)
A
Nous choisissons
B
nous choisissions
C
nous avons choisi

Slide 8 - Quiz

présent: Hij groeit (grandir)

Slide 9 - Open question

Présent: Zij bloost (rougir)
A
Elle a rougi
B
elle rougissait
C
Elle rougit
D
Elles rougissent

Slide 10 - Quiz

Ils ... à quelle heure?
A
finis
B
finit
C
finissent
D
finissez

Slide 11 - Quiz

Tu ... quoi?
A
choisissons
B
choisis
C
choisissez
D
choisit

Slide 12 - Quiz

Nous ... le document.
A
remplissons
B
remplissez
C
remplissent
D
remplis

Slide 13 - Quiz

Il ... trop.
A
réfléchit
B
réfléchissons
C
réfléchis
D
réfléchissez

Slide 14 - Quiz

Vous ... vers 8 heures. (finir)

Slide 15 - Open question

Je ... le rouge. (choisir)

Slide 16 - Open question

Léa ne ... jamais bien. (réfléchir)

Slide 17 - Open question

Nous ... le gagnant. (choisir)

Slide 18 - Open question

Kies de juiste vorm
Tu ....... le formulaire.
A
remplit
B
remplis
C
rempli
D
remplir

Slide 19 - Quiz

Vous ...... longtemps.
A
réflechissez
B
reflechir
C
reflechis
D
réflechit

Slide 20 - Quiz

Les garçons ...... leurs devoirs.
A
finis
B
finit
C
finissent
D
finissons

Slide 21 - Quiz

Sarah ..... le film.
A
choisis
B
choisissez
C
choisi
D
choisit

Slide 22 - Quiz

Elles ... bien. (réfléchir)

Slide 23 - Open question

Vous ... vos devoirs. (finir)

Slide 24 - Open question

Je ... la chanson. (choisir)

Slide 25 - Open question

Passé composé
= voltooid deelwoord
Stap 1: zet eerst het hulpwerkwoord AVOIR in de juiste vorm. 
Stap 2: Hele werkwoord -R

Bijvoorbeeld:
Jij hebt ingevuld (remplir)
Tu as rempli
Wij hebben gekozen (choisir)
Nous avons choisi

Slide 26 - Slide

J'ai réussi (slagen = réussir)
Juist
Onjuist

Slide 27 - Poll

JUIST

Slide 28 - Slide

Tu choisis
Présent
passé composé
Imparfait

Slide 29 - Poll

PRÉSENT

Slide 30 - Slide

Vous avez réfléchi (nadenken)
Présent
passé composé

Slide 31 - Poll

PASSÉ COMPOSÉ

Slide 32 - Slide

Maak de passé composé:
Wij hebben gekozen (choisir)

Slide 33 - Open question

Kies de juiste vorm
Tu ....... le formulaire.
A
as rempli
B
a rempli
C
ai rempli
D
avons rempli

Slide 34 - Quiz

Vous ...... longtemps.
A
as réflechi
B
avons reflechi
C
avez reflechi
D
ont réflechi

Slide 35 - Quiz

Les garçons ...... leurs devoirs.
A
ont fini
B
a fini
C
as fini
D
avons fini

Slide 36 - Quiz

Sarah ..... le film.
A
as choisi
B
a choisi
C
ont choisi
D
avez choisi

Slide 37 - Quiz

Elles ... bien. (réfléchir)

Slide 38 - Open question

Nous ... nos devoirs. (finir)

Slide 39 - Open question

Paula ... la chanson. (choisir)

Slide 40 - Open question

Verbuga
Op de volgende dia staat een link naar de website www.verbuga.eu. Oefen daar met de werkwoorden op -ir in de présent.
  1. In de rechterkolomvink je de présent en de passé composé  aan.
  2. In de kolom helemaal links vink je 4 werkwoorden aan: choisir, finir, réfléchir en remplir.
  3. Klik op confirmer.
  4. Je krijgt dan te zien welk werkwoord je moet vervoegen, in welke tijd en bij welke persoon. Vul je antwoord in.

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Link

Slide 43 - Slide