Start thema zetpillen

Zetpillen
1 / 48
next
Slide 1: Slide
BSPMBOStudiejaar 2

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

Zetpillen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is een zetpil?
Een zetpil is een torpedovormige of kegelvormige toedieningsvorm met een gewicht van 1 tot 3 gram die rectaal (via de anus ) ingebracht wordt.

Slide 2 - Slide

Systemische en lokaal.
Bijv. Lokale werking-> ZnO voor aambeien.
Paracetamol is systemisch

Heeft een zetpil een lokale of systemische werking?
A
Lokaal
B
Systemisch
C
Kan zowel lokaal als systemisch

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Zetpillen = suppositoria
Wanneer worden rectale toedieningsvormen gebruikt?

  • als de patiënt slecht of niet kan slikken
  • als de patiënt misselijk is of moet braken
  • als het rectum plaatselijk behandeld moet worden

Slide 4 - Slide

Slecht slikken→ kinderen of volwassenen evt. met verminderde bewustzijn.
Andere rectale toedieningsvorm: klysma’s= oplossingen/ suspensie voor rectale toediening

 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Werkzame bestanddelen worden gemengd met hard vet.


Slide 7 - Slide

Bij voorkeur niet opnieuw verwarmen.
Geen klontjes zichtbaar.
Mortier mag niet leeg geschrapt worden, alleen uitschenken.
Schoonschrappen van de strip, gestold maar niet uitgehard.

Slide 8 - Slide

Lipofiel: de basis smelt bij lichaamstempt. na smelten komt gnm vrij.
Hydrofiel: de basis lost op in het vocht dat de rectum afscheidt, gnm komt vrij na oplossen.
Hydrofiel: de basisverdeling is één om twee (hoe hoger het getal, hoe vaster de basis). Het smelttraject is hoger dan die van de lipofiele basis, daarom geschikt voor warme landen. De hydrofiele basis is wel hygroscopisch, daarom bij voorkeur uitschenken met spuitflesmethode.

Slide 9 - Slide

Wanneer het gnm niet oplost, dan goed opletten dat de viscositeit zo is dat de zetpillen niet uitzakken. Dit wordt ook wel een suspensiezetpil genoemd.
Gnm opgelost dan is het dus een oplossing en kan deze niet uitzakken.
Hulpstoffen 
- Triglycerdide saturata media = Miglyol 812:  verlaagt het smeltpunt van de zetpil, zodat ze in het lichaam snel zacht worden. Bijv. zinkoxide zetpillen
- Collodiaal siliciumoxide =Aerosil: wordt toegevoegd om agglomeraten (klontjes) fijn te wrijven → homogeen                 
- Lactose (180):  100 mg lactose/zetpil toevoegen wanneer er ≤50 mg/supp aan werkzame stof in zit. 
- Sojalecethine:   wordt toegevoegd bij bereidingen van zetpillen met grote hoeveelheden vaste stof (bijv. paracetamol 750 mg of meer) om het gietbaar te houden. Beïnvloed het stollingsproces niet noemenswaardig. 

Slide 10 - Slide

Hulpstoffen om de kwaliteit van de zetpil te verbeteren of de bereiding te vergemakkelijken.
Miglyol bij ZnO gebruikt zodat de aambei smelt en er een beschermende zalflaag ontstaat. Kan ook toegevoegd worden bij terminale patiënten met een verlaagde lichaamstemperatuur. 
watervrij colloïdaal siliciumdioxide (Aerosil 200 V®, de verdichte vorm), met een maximum van 1% van het farmacon. 
Lactose toevoegen voor een mooie goede verdeling van vaste stof met de basis .
 Zinkoxide zetpillen -> 
werken licht indrogend en stillen de jeuk. Worden gebruikt bij jeuk en irritatie aan de anus door aambeien

Aerosil ->
ColloIdaal Siliciumoxide (ook gebruikt als "glijmiddel" bij capsules 

Sojalecithine ->
Meestal 2% toevoegen aan totaal poedermengsel, dit beïnvloed het stollingsproces niet! 
Wat ging er mis bij het bereiden van de onderste strip zetpillen?

Slide 11 - Slide

Niet goed homogeen gehouden tijdens uitschenken. 
KNMP Kennisbank 
- Mortiermethode: roer telkens nadat 2-3 zetpillen zijn gegoten en controleer op homogeniteit.
- Spuitflesmethode: vul telkens 2-3 zetpillen uit en zwenk tweemaal om. Vul de vormen net overvol.
Vulwaarde -Overmaat -Verdringingsfactor

  • Vulwaarde = vulgewicht = hoeveelheid zetpilbasis per geheel gevulde zetpilvorm. (1,15ml / 2,3ml / 2,8ml)

  • Overmaat = extra aantal zetpillen berekenen → ivm verlies, gieten met kop, laatste twee zetpillen verwerpen.

  • Verdringingsfactor = een factor dat aangeeft hoeveel gram zetpilbasis verdrongen wordt door 1 gram gnm.  (Zie kennisbank voor tabel.) 

  • Verdringingswaarde = de hoeveelheid zetpilbasis die verdrongen wordt door de benodigde hoeveelheid gnm per zetpil.  
    →  Verdringingswaarde = hoeveelheid geneesmiddel × verdringingsfactor

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Verdringingsfactor
Verdringingsfactor = een factor dat aangeeft hoeveel gram zetpilbasis verdrongen wordt door 1 gram gnm. (Zie kennisbank voor tabel.) 

Verdringingswaarde = de hoeveelheid zetpilbasis die verdrongen wordt door de benodigde hoeveelheid gnm per zetpil.  
    → Verdringingswaarde = hoeveelheid geneesmiddel × verdringingsfactor

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Eindcontrole
Berekening
deel I
Na demo zetpillen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

1. Waar vind je het voorschrift van valproinezuurzetpillen
A
Kennisbank
B
Informatorium
C
FNA
D
LNA-procedures

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Stappenplan zetpilberekening
  1. Wat is de vulwaarde ?
  2. Wat is de verdringingsfactor van het gnm ?
  3. Wat is de verdringingswaarde ?
  4. Hoeveel zetpillen inclusief overmaat ga je maken ?
  5. Hoeveel vet gaat er in 1 zetpil?
Bij voorkeur per zetpil uitrekenen (in mg)

R/ Valproinezuur 350 mg da 40 stuks
 

1 . 2,3 ml = 2,07 g = 2070 mg
2f = 1 (KNMP Kennisbank)
3. gnm x verdringingsfactor → 350mg x 1 =350 mg  
je hebt nu berekent de hoeveelheid vet die er niet in past. Veel gemaakte fout is dat dit getal wordt vermenigvuldigt met aantal benodigde zetpillen.
4.40 plus overmaat dus 51 zetpillen ga je maken.
5. vulwaarde -verdringingswaarde= 2070-350=1720mg vet 


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan zetpilberekening
  1. Hoeveelheden => vermenigvuldigen met 51
  2. theoretisch gewicht= hoev vet + hoev gnm+hoev hulpstoffen 
  3. afwijking= P-T/T x 100%


Bij voorkeur per zetpil uitrekenen (in mg)

R/ Valproinezuur 350 mg da 40 stuks
 

1 . 1720mg x51= 87.720mg= 87,72 g
21720mg+350mg=2070mg 



Hoe groot mag de afwijking zijn?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Voldoet de zetpil aan de eis?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

g) Een lege strip zetpillen van 2,3 ml weegt 1,25 gram
Bij de eindcontrole blijkt een volle strip met 12 zetpillen 25,91 gram te wegen. Voldoen de zetpillen aan kwaliteitseis?
25,91-1,25=24,66/12= 2,055 g per zetpil = praktisch gewicht
2,055-2,07=-0,015 g/2,07x100%= -0,72%

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

8) Er komt een bestelling binnen, deze dient op een ordelijke en systematisch manier opgeruimd te worden. Op welke wijze dienen de geneesmiddelen/producten opgeruimd te worden, wanneer er nog reeds producten in voorraad zijn?

Slide 27 - Open question

Volgens de FIFO methode, first in first out. Soms ookwel FEFO genoemd, first expired first out (eerste verlopen eerst uit). Wat bijna nooit gebruikt wordt is LIFO= last in first out.
9) Een geneesmiddel dat al even in nazending staat is weer niet geleverd. Op welke site is terug te vinden wat de verwachte levertijd is en of er eventuele alternatieve zijn?

Slide 28 - Open question

https://farmanco.knmp.nl/ Ga eens kijken op de site. Er wordt aangegeven welke mogelijke oplossingen er zijn bij leveringsproblemen.
Je kunt hier een overzicht vinden van welke geneesmiddelen tekort zijn, daarnaast zie je wat de verwachte leveringstermijn is en of er alternatieven of substitutiemogelijkheden zijn.

10) Op de verpakking van een geneesmiddel staat een vervaldatum, wat wil dat precies zeggen?

Slide 29 - Open question

Dat de fabrikant de kwaliteit en werkzaamheid van het geneesmiddel niet meer kan garanderen. Het gnm mag niet meer worden afgeleverd na die datum.
Stappenplan zetpilberekening
  1. Wat is de vulwaarde ?
  2. Wat is de verdringingsfactor van het gnm ?
  3. Wat is de verdringingswaarde ?
  4. Hoeveel zetpillen inclusief overmaat ga je maken ?
Bij voorkeur per zetpil uitrekenen (in mg)

R/ Morfine HCl 55 mg da 7 stuks
 m.f.l.a. supp
  s. 1 dd 1

1 . 2,3 ml = 2,07 g = 2070 mg
2f = 0.65 (KNMP Kennisbank)
3. gnm x verdringingsfactor → 55 mg x 0,65 =35,75
je hebt nu berekent de hoeveelheid vet die er niet in past. Veel gemaakte fout is dat dit getal wordt vermenigvuldigt met aantal benodigde zetpillen.
4. 7plus overmaat dus 10 zetpillen ga je maken.
Berekenen van de benodigde hoeveelheden: 10 x 55 mg= 550 mg (0,55 g) 
2070 mg - 35,75 = 2034,25 mg vet per zetpil x 10= 20342,5 mg = 20,34 g 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Zelf aan de slag

  1. Wat is de vulwaarde ?
  2. Wat is de verdringingsfactor van het gnm ?
  3. Wat is de verdringingswaarde ?
  4. Hoeveel zetpillen inclusief overmaat ga je maken ?
Hoeveel moet je van alles afwegen en wat is het theoretisch gewicht?
Bij voorkeur per zetpil uitrekenen (in mg)

R/ Bisacodyl 15 mg no. 12
 m.f.l.a supp.
s. 1dd1


de vulwaarde is meestal 2,07 g
de verdringingswaarde van bisacodyl is 0,65
de verdringingswaarde= hoev bisacodyl x vf
Aangezien er maar 15mg bisacodyl per zetpil in zit, moet er lactose (vf=0,6)  worden toegevoegd 
!
overmaat 6 

Slide 31 - Slide

Berekening:
  • gnm x factor → bisacodyl 15 mg x 0,65 = 9,75 mg
  • lactose 100 mg x 0,60 = 60 mg
  • 2070mg - 9,75mg - 60 mg= 2000,25 mg vet per zetpil
  • 12 + 6 = 18 zetpillen gaan we maken.
  • 15 mg bisacodyl x 18 = 270 mg
  • 100mg lactose x 18 = 1800 mg = 1, 8 g
  • 2000,25 mg x 18 = 36004,5 g witepsol 
  • theoretisch gewicht= 2000,25+100+15=2115,25mg


Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk 
Receptuur fenobarbitaldrank 

Slide 48 - Slide

This item has no instructions