BS 3 Het ademhalingsstelsel van de mens

Het ademhalingsstelsel van de mens
- Je kunt alle onderdelen van het ademhalingsstelsel noemen en weet voor elk onderdeel aan te geven wat het voor rol speelt bij de ademhaling

- Je kunt uitleggen wat gaswisseling is en in welk onderdeel mensen dit doen

- Je kunt uitleggen wat er mis gaat wanneer iemand zich verslikt
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Het ademhalingsstelsel van de mens
- Je kunt alle onderdelen van het ademhalingsstelsel noemen en weet voor elk onderdeel aan te geven wat het voor rol speelt bij de ademhaling

- Je kunt uitleggen wat gaswisseling is en in welk onderdeel mensen dit doen

- Je kunt uitleggen wat er mis gaat wanneer iemand zich verslikt

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Ademhalingsstelsel

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

ademhalingsstelsel van boven naar onder
  • neusholte
  • keelholte
  • luchtpijp
  • luchtpijptak (bronchie)
  • luchtpijptakje
  • longblaasje
  • middenrif

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Het ademhalingsstelsel

Het opnemen van zuurstof in je bloed en het afgeven van koolstofdioxide aan de buitenlucht

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ademen
Hoe is je ademhalingsstelsel gebouwd?

  • Neusholte en keelholte > hier komt de lucht binnen
  • Keelholte > hierlangs gaat de lucht naar de luchtpijp
  • Luchtpijp > bevat kraakbeenringen, vervoert lucht naar longen
  • Bronchiën > splitsing van de luchtpijp naar de longen
  • Luchtpijptakjes > kleinere vertakkingen
    van de bronchiën
  • Longblaasjes > via deze blaasjes gaat zuurstof in de bloedbaan en koolstofdioxide uit de bloedbaan

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Het ademhalingsstelsel van de mens
  • Gaswisseling: opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide.
  • Ademhalen: de lucht continu verversen in je longen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Gaswisseling

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

longblaasje
gaswisseling

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Het ademhalingsstelsel van de mens
bronchiën - Vertakkingen van de luchtpijp.
gaswisseling - Opname van zuurstof en afgifte van koolstofdioxide.
huig - Sluit de neusholte af tijdens slikken.
keelholte -Holte waarin bij inademing lucht uit de neus - of mondholte komt voordat deze naar de luchtpijp gaat.
kraakbeenringen - Zorgen ervoor dat de luchtpijp en bronchiën altijd openstaan.
longblaasjes - Deel van de longen waarin de gaswisseling plaatsvindt.
longhaarvaten - Vormen een netwerk van kleine bloedvaatjes om de longblaasjes.
luchtpijp - Hierdoor gaat de lucht van de keelholte naar de longen.
luchtpijptakjes - Kleinste vertakkingen van de bronchiën.
neusharen - Houden in de neusholte grote stofdeeltjes tegen.
neusholte - Holte waarin lucht komt bij de neusademhaling.
neusslijmvlies - Slijmvlies dat de binnenkant van de neusholte bedekt.
strotklepje - Sluit de luchtpijp af tijdens slikken.
trilharen - Haren op cellen in het slijmvlies van de luchtwegen; door een golvende beweging hiervan gaat slijm naar de keelholte.


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ademhalingsstelsel: de organen
Mondholte/neusholte
keelholte
luchtpijp
bronchien
luchtpijptakjes
longblaasjes

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Het ademhalingsstelsel
  1. Tegenhouden stof
  2. Vochtig en warm maken lucht
  3. Keuren van lucht

Slide 13 - Slide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Het ademhalingsstelsel
  • Lucht gaat via luchtpijp, bronchiën en bronchioli naar longblaasjes.
  • Gaswisseling gebeurt in longblaasjes, waar bloed zuurstof opneemt en koolstofdioxide afgeeft.
  • Bloed transporteert opgenomen zuurstof naar weefsels.
  • In weefsels geeft bloed zuurstof af, die door cellen wordt gebruikt voor glucoseverbranding.
  • Verbranding produceert koolstofdioxide, dat door bloed wordt opgenomen en naar longen vervoerd.
  • In longen wordt koolstofdioxide uit het bloed afgestaan en zuurstof opgenomen voor herhaling van proces.

Slide 14 - Slide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Keelholte en strottenhoofd 
  • Wat merk je als je je verslikt? 
  • Waardoor verslik je je? Wat gebeurt er dan?

  • In de keelholte zitten de huig en het strottenklepje.
  • Die zorgen ervoor dat je je niet verslikt.

  • In het strottenhoofd zitten de stembanden.

Slide 15 - Slide

Wat merk je als je je verslikt?
Waardoor verslik je je? Wat gebeurt er dan?
Kijk goed naar de stand van huig en strotklepje
Ademhaling
Huig is open, lucht kan keel in
Strotklep is open, lucht kan luchtpijp in
Slikken
Huig is dicht, eten gaat niet in de neusholte
Strotklep is dicht, eten gaat slokdarm in
Verslikken
Huig of strotklep sluit niet goed, eten gaat luchtpijp in

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

In de afbeelding is een deel van het ademhalingsstelsel van de mens schematisch getekend.

Bij welk van de genummerde delen is de wand niet verstevigd door kraakbeenringen?
A
1
B
2
C
3

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is gezonder; ademhalen door je neus of ademhalen door je mond?
A
Door je neus
B
Door je mond

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Bij ademhalen is...
A
Zowel de huig als het strotklepje is dicht
B
De huig is open het strotklepje is dicht
C
zowel de huig als het strotklepje is open
D
De huig is dicht, het strotklepje is open

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats.
Gaswisseling is....
A
Koolstofdioxide in je bloed en zuurstof eruit
B
De verbranding van zuurstof en het ontstaan van koolstofdioxide
C
Het wisselen van rode en witte bloedcellen
D
Zuurstof in je bloed en koolstofdioxide uit je bloed

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Er vind snel gaswisseling plaats in de longblaasjes omdat...
A
de wand een cel laag dik is.
B
alle longblaasjes bij elkaar uit een groot oppervlak bestaat.
C
de haarvaten direct om de longblaasjes zitten.
D
A-B-C

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

wat is de juiste volgorde van ademhaling
A
neusholte, keelholte, luchtpijp, strottenklepje, bronchie, longblaasjes
B
neusholte,keelholte, strottenklepje, luchtpijp, lonblaasjes, bronchie
C
neusholte, keelholte, strottenklepje, luchtpijp, bronchie, longblaasjes
D
keelholte, neusholte, luchtpijp, bronchie, langblaasjes

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt dit gedeelte van het ademhalingsstelsel genoemd?
A
Bronchiën
B
Longblaasjes
C
Luchtpijp
D
Strottenhoofd

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Bij welk nummer of welke nummers vindt gaswisseling plaats?

A
5
B
8
C
9
D
10

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer de bronchiën nauwer zijn, gaat de gaswisseling dan sneller of langzamer of maakt dit geen verschil?
A
Sneller
B
Gelijk
C
Langzamer

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

In deze bloedvaten vindt gaswisseling plaats met cellen.
A
Haarvaten
B
Slagaders
C
Aders
D
Bij allemaal

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Waardoor gaat de gaswisseling in de longen snel?
A
Groot oppervlak van de longblaasjes
B
Dunne wand van de longblaasjes
C
Groot oppervlak van de longblaasjes en een dunne wand longblaasjes
D
Dunnen wand longblaasjes en snel in en uit ademen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Hardlopers gaan hijgen.
Milan zegt: 'Door het hijgen, komt er meer zuurstof in de longen.'
Jet zegt: 'Door het hijgen, wordt de gaswisseling versneld.'
Doenja zegt: 'Door het hijgen, worden de ademhalingsspieren minder gebruikt.'

Wie hebben er gelijk?
A
Milan en Jet
B
Milan en Doenja
C
Doenja en Jet
D
Ze hebben alle drie gelijk

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het ademhalingsstelsel
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasje

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Q-koorts is een ziekte die door geiten, runderen en schapen op de mens overgedragen kan worden. Besmette mestdeeltjes kunnen over grote afstand door de lucht worden verspreid. Het inademen van zulke deeltjes is de belangrijkste manier van besmetting.
Bij het inademen passeren besmette mestdeeltjes de volgende delen van het ademhalingsstelsel: bronchiën – longblaasjes – luchtpijp

In welke volgorde worden deze delen gepasseerd bij het inademen?
1
2
3
Bronchiën
Longblaasjes
Luchtpijp

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

neusholte
luchtpijp
long
middenrif
huig
slokdarm
longblaasje
4. Onderdelen ademhalingsstelsel

Slide 31 - Drag question

This item has no instructions

Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling? 

Juiste moet hier!
1 bronchiën
2 luchtpijp
3 longblaasjes 
1 longblaasjes
2 luchtpijp
3 bronchiën 
1 luchtpijp
2 bronchiën
3 longblaasjes 
1 luchtpijp
2 longblaasjes
3 bronchiën 
1 bronchiën
2 longblaasjes
3 luchtpijp
1 longblaasjes 
2 bronchiën
3 luchtpijp 

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

In de afbeelding is het ademhalingsstelsel van de mens schematisch getekend. Sleep de namen naar de juiste plek.
mondholte
strottenhoofd
luchtpijp
neusholte
keelholte
bronchie

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions