Ma 22 april Tijd in verhalen

Tijd in verhalen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tijd in verhalen

Slide 1 - Slide

Fictie: tijd in verhalen + perspectief

Slide 2 - Slide

Tijd in verhalen

Je kunt de tijd in verhalen op verschillende manieren beschrijven:

- In welke tijd speelt een verhaal zich af?

- Hoeveel tijd verloopt er in het verhaal?

- Wordt het verhaal in de juiste tijdsvolgorde verteld?

Slide 3 - Slide

Tijd in verhalen
Verhalen kunnen zich afspelen in een andere tijd.
Dit kan in de toekomst zijn of in het verleden.

Slide 4 - Slide

Tijd in verhalen
Om te bepalen in welke tijd een verhaal zich afspeelt, let je op de volgende zaken:
  • jaartal
  • historische figuren
  • historische gebeurtenissen
  • gewoontes, voorwerpen, kleding en eten
  • omgeving
Opdracht: In welke tijd speelt jouw verhaal?

Slide 5 - Slide

tijd in verhalen
  • chronologisch - van begin tot eind
  • vooruitblikken - flashforward
  • terugblikken- flashback

Slide 6 - Slide

Tijd in verhalen
Als je wilt bepalen in welke tijd jouw verhaal speelt, kijk je naar de volgende punten:
  • jaartal (Wordt er een jaartal genoemd?)
  • historische gebeurtenissen of personen
  • door gebruiken, gewoontes, voorwerpen of kleding
  • door de ruimte uit die tijd te beschrijven

Opdracht: In welke tijd speelt jouw verhaal denk je?

Slide 7 - Slide

tijd in verhalen 

flashback: de schrijver vertelt iets wat eerder gebeurd is. 

flashforward: de schrijver vertelt iets wat in de toekomst gaat gebeuren. 

Slide 8 - Slide

Tijd in een verhaal

Hoe kun je zien in welke tijd het verhaal zich afspeelt?

Slide 9 - Slide

Wat moet je vertellen als je een vraag krijgt over de tijd in je boek?
A
In welke tijd en hoeveel tijd er voorbij gaat
B
In welke tijd het verhaal speelt en waarom
C
Hoeveel tijd er voorbij gaat en waarom
D
Hoe lang je over je boek hebt gedaan.

Slide 10 - Quiz

De plaats en tijd van een verhaal hebben invloed op...
A
sfeer en spanning
B
sfeer en geluid
C
geluid en spanning
D
hoofdpersoon en sfeer

Slide 11 - Quiz

Wat is ook alweer het genre van het verhaal?
A
waar het verhaal zich afspeelt
B
in welke tijd het verhaal zich afspeelt
C
wat het doel is van de hoofdpersoon
D
soort thema (oorlog, liefde, detective)

Slide 12 - Quiz

Wie laat zien in welke tijd het verhaal zich afspeelt.
A
de schrijver
B
de hoofdpersoon
C
de bijpersoon

Slide 13 - Quiz

Tijd in verhalen
Een verhaal speelt zich af in een bepaalde tijd. 
Bijvoorbeeld: aan het begin van de vorige eeuw, de tijd van de Eerste Wereldoorlog. Of nu, in deze tijd. 
Als verhalen in een andere tijd spelen, dan zullen personen zich op een andere manier gedragen. 
Bijvoorbeeld: in de Middeleeuwen hadden mensen andere ideeën over het geloof. 

Slide 14 - Slide

Tijd in verhalen
  1. Tijd waarin een verhaal zich afspeelt
  2. Vertelde tijd
  3. Verteltijd

Slide 15 - Slide

Blok 5: tijd in verhalen
De vertelde tijd geeft aan hoelang de gebeurtenissen hebben geduurd (uren, dagen, jaren…).
De verteltijd is de tijd die schrijver nodig heeft om het verhaal te vertellen (je drukt de verteltijd uit in regels, pagina’s).

Beiden bepalen het verteltempo.

Slide 16 - Slide

Wat wordt bedoeld met de vertelde tijd in een verhaal?
A
Hoe lang het duurt voordat je een verhaal verteld hebt.
B
De tijd waarin het verhaal zich afspeelt, dus nu, vroeger of toekomst.
C
De tijd die voorbijgaat in een verhaal.

Slide 17 - Quiz

Tijd en vertelvolgorde (blz. 205)
Verteltempo
Vertelde tijd
Verteltijd
Verteltempo
Tijdsprong

Slide 18 - Slide

verteltempo

Slide 19 - Slide

Huiswerk voor 
Maken opdr. 1 Blok 5

Leren blz. 238 /239 Tijd in verhalen

Slide 20 - Slide