Ontwikkeling 4.1.

Ontwikkeling 4.1.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Ontwikkeling 4.1.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Belangrijke informatie
  • Alléén gebruik van didactiek(werk)boek​.
  • 2 lessen uitval door ontwikkeldagen en Bosnië.
  • Inloop aan het begin van de les.


Slide 3 - Slide

Lesdoelen 
Doelen van week 1 en 2!
  • Je kunt kan 8 verschillende soorten opvallend gedrag onderscheiden met de daarbij behorende kenmerken
  • Je kan – eventueel - deze vormen van gedrag herkennen bij leerlingen uit de stageklas.
  • Je weet dat het vertonen van opvallend gedrag niet automatisch betekent dat het kind een ontwikkelingsachterstand of erkende ontwikkelingsstoornis heeft.

paragraaf 5.1.

Slide 4 - Slide

Wat valt je op? 
§ 5.1 Opvallend gedrag 

Slide 5 - Slide

Valt je nu hetzelfde op? Hoe komt dat? 
Opvallend gedrag 

Slide 6 - Slide

Opvallend gedrag
​Opvallend gedrag : wanneer het anders is dan het verwachte gedrag (in de context)​
Vragen die je jezelf stelt:
  • Is het tijdelijk?​
  • Komt het vaker voor?​
  • Heeft iemand er last van? Kind zelf of anderen?​










Slide 7 - Slide

welke soorten opvallend gedrag zou je kunnen noemen?

Slide 8 - Mind map

verschillende soorten gedrag
  1. druk gedrag (beweeglijk, impulsief)
  2. opstandig gedrag (boos, koppig)
  3. grensoverschrijdend gedrag (fysiek of geestelijk lastig vallen)
  4. teruggetrokken gedrag (afwezig, afzonderen)
  5. onverschillig gedrag (eenzelfde reactie in alle situaties)
  6. oneerlijk gedrag (liegen)
  7. angstig gedrag (verstijven, vluchten)
  8. dromerig gedrag (rustig, afgeleid)      Welk gedrag herken je op stage?

Slide 9 - Slide

Oefening
Gebruik bijlage 1.
Loop door de school met je formulier en observeer verschillende opvallend gedrag. 

Vul het schema in en kijk wat je aan opvallend gedrag tegen komt.

Slide 10 - Slide

Terugkoppeling oefening
Bekijk de gedragswaaier en boeken. Klopt het gedrag wat je hebt gezien met de theorie?


  • Welk opvallend gedrag heb je het meest gezien?
  • In welke situatie deed zich dit voor?
  • Wat neem je mee naar aanleiding van deze oefening?

Slide 11 - Slide

Casus uit de praktijk
De groep verdeelt zich in 4 groepen:
groep 1: voorbeeld blz151.  Ruby
groep 2: voorbeeld blz154. Mike
groep 3: voorbeeld blz 157. Pepijn
groep 4: voorbeelde blz160. Marlissa

Slide 12 - Slide

opdracht
Lees de casus en beantwoord de volgende vragen:
  • Wat is concreet het waarneembare gedrag?
  • In welke situatie zou dit gedrag niet opvallend zijn?
  • Wat zouden oorzaken en/of onderliggende problematiek kunnen zijn?
  • Hoe kun je als onderwijsassistent hier hulp bij bieden?


Slide 13 - Slide

kort bespreken klassikaal
  • Wat is concreet het waarneembare gedrag?
  • In welke situatie zou dit gedrag niet opvallend zijn?
  • Wat zouden oorzaken en/of onderliggende problematiek kunnen zijn?
  • Hoe kun je als onderwijsassistent hier hulp bij bieden?

Slide 14 - Slide

Eindopdracht
Vul bijlage 1 in op je stage.
- Komt het gedrag niet voor, dan
ga je in gesprek met je stage-
begeleider en vraag je naar eerdere
ervaringen en vul je vanuit die info
je schema. 

Slide 15 - Slide

tot slot
1. Waar ging de les over?
2. Wat heb jij geleerd? 
3. Wat kun jij met deze kennis in de praktijk? 

Slide 16 - Slide