H3 Studyflow Formuleren F2.1

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Goedemorgen
H3b 
welkom!

Slide 2 - Slide

Planning
-lesdoelen/leerdoelen doornemen
-kort de planning deze week doornemen
-nieuwsbericht (boekopdracht 3)
-Beter Spellen
-uitleg + aan de slag Spark +  F2.1 
-afsluiting

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Formuleren:



Slide 4 - Slide

Lesdoel(en)
Deze les:
-verschil kennen tussen bedrijvende (actieve) vorm en lijdende vorm
-weten wat synoniemen zijn
-tips leren om beter te formuleren;
1. Bedrijvende vorm gebruiken
2. De aandacht van de lezer trekken
3. Variëren! 
4. Leestekens gebruiken
5. Goede lay-out gebruiken

Slide 5 - Slide

Planning week 20

Slide 6 - Slide

Ik heb mijn boek al uit
timer
0:20

Slide 7 - Poll

timer
0:20
Mijn nieuwsbericht gaat in 1 woord over:

Slide 8 - Mind map

Dit wil ik nog vragen/is nog onduidelijk voor mij over boekopdracht 3 (nieuwsbericht):

Slide 9 - Open question

Beter Spellen
Denk aan de opgaven van vandaag!
Werk bij als je achterloopt.



Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Spark Formuleren F2.1
Aan het einde van deze paragraaf:

ken je de bruikbare tips die je helpen om duidelijk te formuleren;
ken je de bruikbare tips die je helpen om aantrekkelijk te formuleren.

Slide 12 - Slide

Spark Formuleren F2.1
1. Gebruik vooral de actieve vorm;
2. Trek de aandacht van de lezer;
3. Varieer;
4. Gebruik leestekens;
5. Maak een goede lay-out.




Slide 13 - Slide

Actief vs. passief 
(bedrijvend vs. lijdend)
"Zondag werd door de dorpelingen melding gemaakt van een crash, nadat op de radar geen vliegtuig meer te zien was. Het vliegtuig zou volgens hen tegen een berg zijn gevlogen. De wrakstukken zijn nog door niemand gezien."

"De dorpelingen maakten zondag melding van de crash, nadat het vliegtuig van de radar verdween. Het vliegtuig zou volgens hen tegen een berg zijn gevlogen. Niemand heeft de wrakstukken nog gezien."



Slide 14 - Slide

GEHEUGENSTEUNTJE
Een zin kan bedrijvend zijn of lijdend:

  • in een bedrijvende zin DOET het onderwerp iets
  • in een lijdende zin ONDERGAAT het onderwerp iets
  • in een lijdende zin kan het onderwerp onduidelijk zijn

Slide 15 - Slide

GEHEUGENSTEUNTJE

Slide 16 - Slide

Spark Formuleren F2.1
- Trek de aandacht van de lezer:
geef voorbeelden, begin met een anekdote > een kort, leuk verhaaltje
- Varieer in woordgebruik



Slide 17 - Slide

Spark F2.1
Actie-->
Aan de slag met Spark F2.1
F2.1 moet helemaal af zijn.



Slide 18 - Slide

Bedankt
voor de aandacht en tot woensdag!

Slide 19 - Slide

Ik heb de volgende lesdoelen behaald:
1. Ik ken het verschil tussen de bedrijvende (actieve) en lijdende vorm.
2. Ik weet wat een synoniem is.
3. Ik ken alle tips die gegeven zijn om beter te formuleren.
Alleen 1
Alleen 2
Alleen 3
Geen enkele
Alle 3
1 & 2
2 & 3
1 & 3

Slide 20 - Poll