Uit het antwoord moet blijken dat de landsheer voor zijn politiek van staatsvorming en centralisatie de politieke / economische steun van de steden nodig had, terwijl de steden voor het krijgen van privileges / stadsrechten (die nodig waren voor de groei van zelfstandigheid)
medewerking van de landsheer nodig hadden / de landsheer moesten betalen.