Canmeds rollen

Canmeds rollen
GOBON
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Canmeds rollen
GOBON

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel; Na deze les kan de student onderstaande vragen beantwoorden m.b.t. de CanMedsrollen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je over CANMEDS rollen?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

CanMeds
Wat betekent CanMeds?

Het staat voor;
Canadian Medical Education Directives for Specialistst

De Canadezen begonnen rond 1990 met de opzet van de CanMeds

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

  • Binnen elk CanMEDS-gebied moet de verpleegkundige/ verzorgende beschikken over bepaalde competenties. 
  • De CanMeds geven richting aan de benodigde competenties op de diverse rollen die een verzorgende heeft.
                                               Een set aan kennis, vaardigheden en houding

  • De CanMEDS systematiek komt uit Canada en bestaat uit één centrale rol 
(de zorgverlener met vakinhoudelijke competenties) en zes rollen die daarmee samenhangen. Samen vormen zij de zeven CanMEDS-rollen.





Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Een zorgprofessional 
heeft 7 rollen
Uitgewerkt van 
niveau 1 tot niveau 6

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Canmedsrollen
  1. Zorgverlener
  2. Communicator
  3. Samenwerkingspartner
  4. Reflectieve EBP Professional 
  5. Gezondheidsbevorderaar
  6. Organisator
  7. Professional en kwaliteitsbevorderaar


Slide 8 - Slide

1. Vakinhoudelijk handelen
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van zorgverlening aan patiënten, cliënten of bewoners.
Voorbeelden: anatomie/fysiologie, ziektebeelden en beperkingen, verpleegkundige diagnostiek, farmacologie, psychologie en psychiatrie, zelfmanagement, ondersteuning en begeleiding, preventie, interventies, voorbehouden en risicovolle handelingen, zorgleefplan, hulp- en ondersteuningsmiddelen en verpleegtechnieken.

2. Communicatie
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van communicatie met patiënten, cliënten of bewoners.
Voorbeelden: gesprekstechnieken, theoretische communicatie, gedragsbeïnvloeding, motivatie, empowerment, gebruik van ICT en sociale media.

3. Samenwerking
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van samenwerking met patiënten, cliënten of bewoners, zorgverleners en zorginstellingen.
Voorbeelden: ketenzorg, verslaglegging en overdracht, ondersteuning mantelzorg, multidisciplinaire samenwerking en groepsdynamica.

4. Kennis en wetenschap
Het ontwikkelen van competenties om te kunnen reflecteren op deskundigheid en de onderbouwing van het handelen.
Voorbeelden: onderzoeksmethodiek, toepassing van wetenschap, evidence based practice en feedback.

5. Maatschappelijk handelen
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van de maatschappelijke context en het bevorderen van gezondheid.
Voorbeelden: epidemiologie, preventie, culturele achtergronden, sociale netwerken, leefstijlbevordering, voorlichting en bemoeizorg.

6. Organisatie
Het ontwikkelen van competenties over de wijze waarop zorg wordt georganiseerd.
Voorbeelden: organisatiekunde, kleinschalige woonvormen, betaalbaarheid van de zorg, coördinatie en continuïteit, indicatiestelling, zorg op afstand, patiëntveiligheid en werkklimaat.

7. Professionaliteit en kwaliteit
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van de professionele standaard en kwaliteitsborging.
Voorbeelden: wet- en regelgeving, beroepscode, beroepsprofielen, standaarden en richtlijnen, protocollen, beroepsvereniging, beroepsimago, kwaliteitsregistratie en kwaliteitssystemen.


Zorgverlener

Het ontwikkelen van competenties op het gebied van zorgverlening aan patiënten, cliënten of bewoners.

Bijv: anatomie/fysiologie, ziektebeelden en beperkingen, verpleegkundige diagnostiek, farmacologie, psychologie en psychiatrie, zelfmanagement, ondersteuning en begeleiding, preventie, interventies, voorbehouden en risicovolle handelingen, zorgleefplan, hulp- en ondersteuningsmiddelen en verpleegtechnieken.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Communicator

Het ontwikkelen van competenties op het gebied van communicatie met patiënten, cliënten of bewoners.

Voorbeelden: gesprekstechnieken, theoretische communicatie, gedragsbeïnvloeding, motivatie, empowerment, gebruik van ICT en sociale media

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Samenwerkingspartner
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van samenwerking met patiënten, cliënten of bewoners, zorgverleners en zorginstellingen.



Voorbeelden: ketenzorg, verslaglegging en overdracht, ondersteuning mantelzorg, multidisciplinaire samenwerking en groepsdynamica.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

EBP professional/ reflectieve professional

Het ontwikkelen van competenties om te kunnen reflecteren op deskundigheid en de onderbouwing van het handelen.

Voorbeelden: onderzoeksmethodiek, toepassing van wetenschap, evidence based practice en feedback.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Gezondheidsbevorderaar
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van de maatschappelijke context en het bevorderen van gezondheid.


Voorbeelden: epidemiologie, preventie, culturele achtergronden, sociale netwerken, leefstijlbevordering, voorlichting en bemoeizorg.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Organisator

Het ontwikkelen van competenties over de wijze waarop zorg wordt georganiseerd.

Voorbeelden: organisatiekunde, kleinschalige woonvormen, betaalbaarheid van de zorg, coördinatie en continuïteit, indicatiestelling, zorg op afstand, patiëntveiligheid en werkklimaat.



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Professional en kwaliteitsbevorderaar

Het ontwikkelen van competenties op het gebied van de professionele standaard en kwaliteitsborging.

Voorbeelden: wet- en regelgeving, beroepscode, beroepsprofielen, standaarden en richtlijnen, protocollen, beroepsvereniging, beroepsimago, kwaliteitsregistratie en kwaliteitssystemen.



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

CanMEDS rollen    opdracht 1
Werk elke rol uit. (7 stuks)

Beschrijf hierin per rol:

- Waarom die rol belangrijk belangrijk is voor een verzorgende.
- Aan welke taken denk je bij het vervullen van die rol
(noem 2 voorbeelden van werkzaamheden)
Je mag plaatjes gebruiken.

 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Bij de CanMedsrollen staat 1 rol centraal.
Welke rol is dat?
A
Zorgverlener
B
Organisator
C
Reflectieve professional
D
communicator

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Doel van de CanMeds rollen
  • De Canmeds hebben als doel de competenties, die van groot belang zijn voor de ontwikkelingen van een verbeterde zorgsector, verder te verfijnen, zodat die zorg die verleend kan worden aan zij die het nodig hebben van betere kwaliteit én professioneler is.

  • De Canmeds geven richting aan de benodigde competenties op de diverse rollen die een verzorgende heeft.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Canmedsrollen

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

CanMEDS rollen      opdracht 2
  • Bedenk in tweetallen een casus
  • In de casus moeten minimaal 4 CanMEDS-rollen worden ingezet
  • Beschrijf de casus en markeer in de casus de ingezette CanMEDS-rollen (en benoem de rol)
  • Lever de opdracht in

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Rol 2 Communicator

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Rol 3 Samenwerkingspartner

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Rol 4 Reflectieve EBP-professional

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Rol 5 Gezondheidsbevorderaar

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Rol 6 Organisator

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Rol 7 Professional en kwaliteitsbevorderaar

Slide 35 - Slide

met welke wetgeving heb je te maken?
Specifiek in de branche?
bijv. Wet Zorg en Dwang, altijd Wet BIG en WKKGZ

Slide 36 - Slide

This item has no instructions