Praktische opdracht: Ik ga op vakantie!

Praktische opdracht:
Ik ga op vakantie!
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Praktische opdracht:
Ik ga op vakantie!

Slide 1 - Slide

Inleiding

Eindelijk, je hebt toestemming van je ouders. Dit jaar mag je in de zomervakantie tien dagen lang samen met jouw vriend(in) op vakantie. Je gaat jouw vakantie zelf samenstellen. Je hebt verder geen bijzondere wensen, behalve “zon, zee en strand”.

Jij gaat jouw eigen vakantie samenstellen en je houdt rekening met jouw eigen wensen. Daarnaast ga je ook een eigen programma samenstellen, want alleen maar op het strand liggen is niets voor jou.

De opdracht is dan ook : “ Hoe organiseer ik een vakantiereis voor twee personen naar het buitenland?”

Je maakt de opdracht alleen en levert het verslag bij jouw docent in. Het verslag wordt door jouw docent beoordeeld en je krijgt hier een cijfer voor.




Slide 2 - Slide

Opdracht 1: Waar ga je heen?
a. Naar welk land ga je op vakantie?
b. Waarom kies je voor dit vakantieland?
c. Noteer een aantal kenmerken van dit land. Geef informatie over klimaat, aantal toeristen in het hoogseizoen, uitgaansmogelijkheid, eten enz.
d. Moet je ook een visum aanvragen? Zo ja, wat zijn de kosten?

Slide 3 - Slide

Opdracht 2: Waar ga jij overnachten?
a. In welke plaats ga je overnachten? Maak gebruik van foto’s en een landkaart. Waarom heb je voor deze plaats gekozen?
b. Wil je in een hotel, appartement of camping gaan overnachten? Waarom? Licht je antwoord toe.

Slide 4 - Slide

Opdracht 3: Met welke reisorganisatie ga jij? Wat zijn de kosten?
 Je hebt nu informatie gegeven over het door jou gekozen vakantieland en locatie. Zoek drie reisorganisaties die reizen aanbieden naar jouw vakantieland en naar de plaats waar jij naar toe wilt. Vergelijk de prijzen van de drie reisorganisaties en noteer de prijzen in een tabel, zoals  onderstaande tabel.

Slide 5 - Slide

Opdracht 4: Welke activiteiten ga jij doen?
Op vakantie ga je allerlei activiteiten ondernemen. Noteer drie activiteiten die jij wilt doen. Schrijf ook de kosten op. De informatie over de kosten vind je bij de reisorganisatie of via Google!


Slide 6 - Slide

Opdracht 5: De balans opstellen
Als je op vakantie gaat is het verstandig om een begroting te maken. In de begroting geef je aan wat je verwachte inkomsten en uitgaven zijn. 

a. Wat zijn jouw verwachte uitgaven? Vermeld alle verwachte uitgaven in de tabel! Denk hierbij aan alle kosten (eten/drinken, uitgaan, vervoer enz.) Vul de tabel in.
b. Hoe ga je jouw vakantie betalen? Hoe kom jij aan het geld? (LET OP: jouw vriend(in) betaalt haar eigen deel) Vul de tabel in.


Slide 7 - Slide

Opdracht 5: De balans opstellen
c. Heb je voldoende geld? Hou je geld over?
d. Het is (vooral in het buitenland) verstandig om extra geld bij je te hebben. Waarom?

Slide 8 - Slide

Opdracht 6: Licht jouw vakantie toe:
Vertel in maximaal 100 woorden hoe jij jouw vakantie organiseert. Maak hierbij gebruik van de antwoorden op de bovenstaande vragen.

Slide 9 - Slide

Opdracht 7: Eigen mening
Welke tips heb je voor iemand die een reis organiseert? Waar moet je rekening mee houden? Hoe kom je aan alle informatie? Zou jij de vakantiereis ook echt kunnen maken?

Slide 10 - Slide

Tot slot
- Vermeld op de voorpagina jouw naam, klas en naam docent
- Lever het verslag via de e-mail: s.devos@ooz.nl
- Denk aan de opmaak
- Maak gebruik van een zakelijk lettertype
- Maak gebruik van afbeeldingen.
- Laat met behulp van dit verslag duidelijk zien dat jij een vakantie kunt organiseren.
- Jouw vakantieplannen moeten in het verslag duidelijk omschreven zijn.

Slide 11 - Slide