H7 evolutie 7.1 en 7.2

Uitleg en illustratie 7.1 en 7.2
Iedereen maakt eerst de LessonUp = verplicht! 
Morgen nabespreken 7.1 en 7.2 + uitleg 7.3

Uitleg evolutie en soortvorming (dia's bestuderen)
Uitlegfilmpjes (facultatief)
Checkvragen (verplicht!!)

Ben je klaar?  Huiswerk = 7.1 en 7.2


1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Uitleg en illustratie 7.1 en 7.2
Iedereen maakt eerst de LessonUp = verplicht! 
Morgen nabespreken 7.1 en 7.2 + uitleg 7.3

Uitleg evolutie en soortvorming (dia's bestuderen)
Uitlegfilmpjes (facultatief)
Checkvragen (verplicht!!)

Ben je klaar?  Huiswerk = 7.1 en 7.2


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is evolutie?
A
Evolutie is het ontstaan van nieuwe soorten doordat organismen met de oorspronkelijke vorm uitsterven.
B
Evolutie is de ontwikkeling van leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
C
Evolutie is de grotere overlevingskans van individuen met een betere aanpassing aan het milieu.

Slide 5 - Quiz

Wat is natuurlijke selectie?
A
De best aangepaste diersoort zal overleven en nakomelingen krijgen.
B
De geleidelijke ontwikkeling van diersoorten op aarde.
C
Het reconstrueren van organismen aan de hand van fossiele resten.
D
Het onderzoek naar de overeenkomsten in erfelijke eigenschappen.

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Seksuele selectie
De selectie van partners op grond van eigenschappen die als aantrekkelijk worden ervaren maar die voor de overleving van het dier geen of zelfs nadelige gevolgen hebben.

Seksuele selectie zorgt ervoor dat, net als bij natuurlijke selectie, dieren met bepaalde eigenschappen meer nakomelingen krijgen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Natuurlijke selectie
is mogelijk         door
Recombinatie
zorgen 
voor
Individuen met de beste adaptatie overleven
krijgen de meeste
Hebben de grootste 
wordt 
beïnvloed 
door 

deze invloed noem je de
grote genetische variatie
mutaties
nakomelingen
fitness
milieu factoren
Selectiedruk

Slide 11 - Drag question

Wat heeft dit met evolutie te maken ->

Slide 12 - Open question

Leg uit hoe natuurlijke selectie en seksuele selectie elkaar tegen kunnen werken

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

In het noordoostelijke deel van de Grote Oceaan zijn twee populaties van orka’s. De populatie die daar permanent verblijft, mijdt de populatie van trekkende orka’s die daar langskomt. Er vinden geen paringen plaats tussen individuen van de twee populaties. De twee populaties jagen op verschillende prooien, hebben een ander dieet, maken andere geluiden en leven in onderling verschillende sociale verbanden. (vraag 99c)
A
Allopatrische soortvorming
B
Sympatrische soortvorming

Slide 17 - Quiz

Welke soortvorming is dit?
A
Allopatrisch
B
Sympatrisch

Slide 18 - Quiz

Welk begrip past hierbij: Het percentage bruine bosuilen neemt toe ten opzichte van witte bosuilen door het warmere klimaat.
A
co-evolutie
B
micro-evolutie
C
macro-evolutie

Slide 19 - Quiz

Wat is het belangrijkste verschil tussen micro en macro evolutie?
A
bij micro veranderen allelfrequenties, bij macro niet
B
micro is een voorbeeld van 'survival of the fittest' macro niet
C
bij macro vormen nieuwe soorten, bij micro niet

Slide 20 - Quiz

Welk begrip past hierbij: Een kolibrie met lange bek en tong zuigt nectar uit een lange buisvormige bloem.
A
co-evolutie
B
micro-evolutie
C
macro-evolutie

Slide 21 - Quiz

Klaar!
Maak nu 7.1 en 7.2 uit je boek.
Dit is huiswerk voor volgende les!

Slide 22 - Slide