begrijpend lezen les 9: feit, mening, objectief en subjectief

Nederlands
Begrijpend lezen
Les 9
Havo 1
 P2 2022-2023
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
Begrijpend lezen
Les 9
Havo 1
 P2 2022-2023

Slide 1 - Slide

vorige lessen..
Tekstsoorten, tekstdoelen
Hoofdzaken, bijzaken
Titel, tussenkopjes, onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte
Kernzinnen, voorbeeld, toelichting
Manieren om teksten in te leiden en af te sluiten
Verwijswoorden



Slide 2 - Slide

vooruitblik
Aan het einde van de les weet je het verschil tussen een feit en mening.
Je weet wat objectieve en subjectieve teksten zijn.

Slide 3 - Slide

Verschil feit en mening
Feit
Is waar of niet waar.
Kun je controleren.

Mening
Is wat iemand vindt. 
Kun je niet controleren

Slide 4 - Slide

Objectieve teksten
... bevatten feiten (geen meningen)

Tekstsoorten
  • informerende teksten
  • uiteenzettende teksten


Slide 5 - Slide

Subjectieve teksten

... bevatten de mening van de schrijver.

Tekstsoorten
  • activerende teksten
  • betogende teksten

Slide 6 - Slide


... bevatten de mening van de schrijver.

Tekstsoorten
  • activerende teksten
  • betogende teksten

Slide 7 - Slide

Aan de slag!
Pak je boek Op Niveau blz. 249
Lees tekst 6 'Puzzel'

Maak de vragen op de volgende slides.

Slide 8 - Slide

1. Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
(Wat wil de schrijver over het onderwerp vertellen?)

Slide 9 - Open question

2. Waarom wil de schrijver de puzzel terug in het blad?

Slide 10 - Open question

3. Schrijf eens een subjectieve opmerking op uit deze tekst

Slide 11 - Open question

5. Wat is het belangrijkste tekstdoel van de schrijver?

Slide 12 - Open question

6. Bij welke tekstsoort zou jij deze tekst indelen?

Slide 13 - Open question

Aan de slag!
Pak je boek Op Niveau blz. 250
Lees tekst 7 'Knowhow - Vakantieboek'

Maak de vragen op de volgende slides.

Slide 14 - Slide

1. Uit wat voor een bron komt deze tekst?


A
een site
B
een tijdschrift
C
een boek
D
een krant

Slide 15 - Quiz

2. Bij welke tekstsoort zou jij deze tekst indelen?

Slide 16 - Open question

3. Welk tekstdoel heeft deze tekst?

Slide 17 - Open question

4. Schrijf eens 6 subjectieve woorden op die de schrijver gebruikt om zijn doel te bereiken.

Slide 18 - Open question