5.02 - Verbrandingsreacties

§5.1 Verbrandingsreacties
1 / 13
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

§5.1 Verbrandingsreacties

Slide 1 - Slide

Wat is géén verbrandingsvoorwaarde?
A
brandstof
B
vonk
C
zuurstof
D
ontbrandings-temperatuur

Slide 2 - Quiz

Voorwaarden voor verbranding
Voor alle verbrandingen gelden deze drie voorwaarden:
  • brandbare stof
  • voldoende zuurstof
  • ontbrandingstemperatuur moet   bereikt zijn


Slide 3 - Slide

Wat gebeurt er bij een verbranding?
Bij de verbranding van een stof zal elk element een eigen oxide vormen.

Een oxide = een verbinding
    met zuurstof

Slide 4 - Slide

Volledige verbranding
Een volledige verbranding gebeurt als er voldoende zuurstof is. 

Bij de verbranding van CH4 ontstaat CO2 en H2O.


Slide 5 - Slide

Volledige verbranding
Elk element vormt zijn 
eigen oxide:
C  -  CO2
H  -  H2O
S  -  SO2
N  -  NOx (NO, NO2, N2O4)


Slide 6 - Slide

CH4 (aardgas)


CH4 + O2  ⇨  CO2 + H2O

Slide 7 - Slide

Onvolledige verbranding
Bij onvolledige verbranding van C (koolstof) ontstaan er twee andere reactieproducten:
  • C (roet)
  • CO (koolstofmono-oxide)


Slide 8 - Slide

Is dit een volledige of een
onvolledige verbranding?
Volledige verbranding
Onvolledige verbranding

Slide 9 - Poll

Is dit een volledige of een
onvolledige verbranding?
Volledige verbranding
Onvolledige verbranding

Slide 10 - Poll

Is dit een volledige of een
onvolledige verbranding?
Volledige verbranding
Onvolledige verbranding

Slide 11 - Poll

Explosie
Een explosie vindt plaats als:
  • een fijn verdeelde brandstof in de juiste verhouding met zuurstof is gemengd
  • bij de exotherme reactie moeten gasvormige producten ontstaan


Slide 12 - Slide

Opdracht
Maak de opdrachten van §5.1

Volgende week gaan we verder 
met §5.2 Ontleden

Slide 13 - Slide