Verwijswoorden

Wat gaan we leren
Wat verwijswoorden zijn.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we leren
Wat verwijswoorden zijn.

Slide 1 - Slide

Ken je al een verwijswoord?

Slide 2 - Mind map

Verwijswoorden
Een verwijswoord verwijst naar een ander woord.
 Of naar een groepje woorden in de tekst. 
Of zelfs naar een hele zin.
Meestal staat dat woord of groepje woorden één regel eerder. Maar soms moet je verder terugkijken.


Slide 3 - Slide

Doel van de les
Aan het eind van de les kun je een aantal verwijswoorden noemen.
Aan het eind van de les weet je wat een verwijswoord is.

Slide 4 - Slide

Voorbeelden van verwijswoorden zijn:

hij, het, ze, zij, die, dat, hier, er, daar, dan, toen.

Slide 5 - Slide

voorbeelden
Ali komt uit Syrie. Hij is daar geboren.
Het verwijswoord is: hij.      hij->Ali
Lisa heeft een mooi droomhuis, het staat in Amsterdam
Het verwijswoord is: het.  het-> het droomhuis
Ik was in de vakantie in Griekenland. Het was daar heel mooi weer.
Het verwijswoord is: daar.  daar -> in Griekenland
Het lievelingseten van Mario is pizza. Dat vindt hij heel lekker
Het verwijswoord is dat. Dat -> pizza

Slide 6 - Slide

Sharon komt uit Nigeria, zij woont nu in Nederland.
Wat is hier het verwijswoord?
A
Sharon
B
woont
C
zij
D
Nederland

Slide 7 - Quiz

Vanessa komt uit Ghana, dat is een mooi land.
Wat is hier het verwijswoord?
A
Vanessa
B
Ghana
C
land
D
dat

Slide 8 - Quiz

Ik heb zin in de pauze, Dan ga ik een croissant kopen.
Wat is hier het verwijswoord?
A
ik
B
dan
C
pauze
D
zin

Slide 9 - Quiz

Ik heb dorst. Daarom ga ik straks wat drinken.
Wat is hier het verwijswoord?
A
Ik
B
straks
C
wat
D
daarom

Slide 10 - Quiz

Verwijswoorden opgesplitst
Soms staan samengestelde verwijswoorden uit elkaar (bijv. daarmee, hiermee, hierover)

Wij hebben het toernooi gewonnen. Daar waren we heel blij mee.
Hier wil ik meer over weten. Fotograferen vind ik erg interessant.




Slide 11 - Slide

Ik mag geen hamburger meer eten. Er zitten veel calorieën in

Slide 12 - Open question

Ik vond de aardrijkskunde toets heel moeilijk. Hier wist ik echt niets over.

Slide 13 - Open question

Aan de slag!
Met 3.3 A + B in Learnbeat

Succes

Slide 14 - Slide