Regelmatige werkwoorden -er : "le passé composé"

Grammaire
 reg. werkwoorden op -er
le passé composé
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Grammaire
 reg. werkwoorden op -er
le passé composé

Slide 1 - Slide

Zorg dat je:
 
op een ander tapblad 
bent ingelogd op 
de methode Grandes Lignes 
van Frans.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

le passé composé:
1. onderwerp

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

le passé composé:
1. onderwerp
2. vorm van avoir = hebben

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

le passé composé:
1. onderwerp
2. vorm van avoir = hebben
3. het voltooid deelwoord

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

écouter
parler
habiter
donner
aimer
écout
parl
habit
donn
aim

Slide 10 - Slide

Na de stam zet je                   erachter


Dit is het voltooid deelwoord.


é

Slide 11 - Slide

Herhaling van 
werkwoorden en hun vertaling

Slide 12 - Slide

Ken jij deze werkwoorden?   Kun jij ze vertalen?   FR <--> NL
regarder
travailler
trouver
parler
rester
rigoler
gagner

préférer
arriver
téléphoner
manger
préparer
donner
chercher
demander
détester
écouter
habiter
jouer
aider
adorer
aimer
oublier
passer
organiser
continuer
entrer
marcher
commander
acheter

Slide 13 - Slide

Ken jij deze werkwoorden?   Kun jij ze vertalen?   FR <--> NL
kijken
werken
vinden
praten
blijven
lachen
winnen


liever hebben
aankomen
bellen
eten
voorbereiden
geven
zoeken
vragen
een hekel hebben aan
luisteren
wonen
spelen
helpen
dol zijn op
houden van
vergeten
doorbrengen
organiseren
doorgaan
binnen komen
lopen
bestellen

Slide 14 - Slide