Hoofdstuk 6 Licht - Paragraaf 6.2 - Direct, indirect en diffuus

6.2 Direct, indirect en diffuus
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

6.2 Direct, indirect en diffuus

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
6.2.1 Je kunt lichtstralen tekenen.
6.2.3 Je kunt uitleggen hoe je de grootte van een schaduwgebied bepaalt.
6.2.4 Je kunt bepalen in welk gebied zich de halfschaduw en de kernschaduw bevinden.
6.2.5 Je kunt het verschil tussen direct, indirect en diffuus licht uitleggen.
6.2.6 Je kunt uitleggen wat reflectie en verstrooiing zijn.

Slide 2 - Slide

Introductie
Op een hete zomerdag komt het licht op het strand van alle kanten: rechtstreeks van de zon, weerkaatst door het zand en de zee, verstrooid door de lucht boven je hoofd. Zelfs in de schaduw heb je nog een zonnebril nodig om niet met toegeknepen ogen te hoeven rondkijken.

Slide 3 - Slide

Licht en schaduw
Lichtstralen tekenen:

-lichtstralen zijn recht!
-lichtstralen komen van een lichtbron af
-lichtstralen geven de richting van het licht aan met een peil in het midden van de lichtstraal

Slide 4 - Slide

Als een voorwerp het licht van de lichtbron tegenhoudt, ontstaat er een schaduw

1 Teken de twee lichtstralen die net niet door het voorwerp worden tegengehouden, de randstralen.
2 Arceer het gebied achter het voorwerp dat tussen de twee randstralen in ligt. Dit is het gebied waar het licht niet rechtstreeks kan komen: het schaduwgebied.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Schaduw!

Slide 7 - Slide

Schaduw!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Direct licht

Slide 10 - Slide

Indirect en diffuus licht

Indirect: Licht door reflectie
Diffuus: Verstrooing van licht door een stof

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Reflectie en verstrooiing

Indirect licht ontstaat door reflectie: het licht weerkaatst tegen een ondoorschijnend vlak, zoals een witte muur. Als dit oppervlak niet glad is, weerkaatst het licht in alle richtingen.

Diffuus licht ontstaat door verstrooiing: het licht verandert van richting als het door een doorschijnend materiaal beweegt, zoals papier, matglas of textiel (figuur 7b).

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Opdrachten maken
Wat: lees paragraaf 6.2 indien nodig
Huiswerk: opgave 1 t/m 10 van paragraaf 6.2


Slide 16 - Slide