Cicero - Retorica

Cicero - Retorica
In Catilinam 1
1 / 32
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Cicero - Retorica
In Catilinam 1

Slide 1 - Slide

Categorie 1: Cicero's leven

Slide 2 - Slide

In welk jaar werd Cicero geboren?
A
106 v.C.
B
63 v.C.
C
42 v.C

Slide 3 - Quiz

Welk beroep oefende Cicero uit voordat hij de politiek inging?
A
Advocaat
B
Leraar
C
Handelaar

Slide 4 - Quiz

Welke beroemde filosoof was Cicero's leraar in de filosofie?
A
Sokrates
B
Plato
C
Aristoteles

Slide 5 - Quiz

Welke politieke functie bekleedde Cicero als hoogtepunt van zijn carrière?
A
Consul
B
Keizer
C
Senator

Slide 6 - Quiz

Welke politieke tegenstander stond bekend als Cicero's grote rivaal en vijand?
A
Julius Caesar
B
Marcus Antonius
C
Gaius Verres

Slide 7 - Quiz

In welk genre was Cicero niet actief als schrijver?
A
Redevoeringen
B
Filosofie
C
Poëzie

Slide 8 - Quiz

Wat is een homo novus?

Slide 9 - Open question

Categorie 2: Stijlfiguren
Allemaal uit In Catilinam 1

Slide 10 - Slide

Welke stijlfiguur is hier gebruikt: "Hij sprak met moed, met overtuiging en met vastberadenheid."
A
Alliteratie
B
Tricolon
C
Chiasme

Slide 11 - Quiz

Welke stijlfiguur is hier gebruikt: "De stad staat in brand, bloed vloeit en chaos heerst."
A
Alliteratie
B
Chiasme
C
Polysyndeton

Slide 12 - Quiz

Welke stijlfiguur is hier gebruikt: "Hij loog, bedroog en stal, zonder enige wroeging."
A
Alliteratie
B
Asyndeton
C
Polysyndeton

Slide 13 - Quiz

Welke stijlfiguur is hier gebruikt: "Zijn kracht groeide met elke stap, zijn moed kende geen grenzen."
A
Vergelijking
B
Parallellisme
C
Chiasme

Slide 14 - Quiz

Welke stijlfiguur is hier gebruikt: "Ze was zo trots als een pauw, mooi als een bloem en sluw als een vos."
A
Vergelijking
B
Chiasme
C
Hyperbool

Slide 15 - Quiz

Categorie 3: Retorica

Slide 16 - Slide

Welk aspect gaat over het overtuigen van het publiek door het karakter en de geloofwaardigheid van de spreker?
A
Ethos
B
Logos
C
Pathos

Slide 17 - Quiz

Welk aspect gaat over het informeren en onderwijzen van het publiek met behulp van feiten en argumenten?
A
Movere
B
Docere
C
Consiliare

Slide 18 - Quiz

Welk aspect gaat over het oproepen van de emoties van het publiek?
A
Ethos
B
Logos
C
Pathos

Slide 19 - Quiz

"Als iemand met jarenlange ervaring in de politiek en een onberispelijke reputatie, roep ik u op om op te treden tegen deze bedreiging."
A
Ethos
B
Logos
C
Pathos

Slide 20 - Quiz

Welk onderdeel van een redevoering komt aan het begin om de aandacht van het publiek te trekken?
A
Exordium
B
Narratio
C
Proposito

Slide 21 - Quiz

Wat is framing?

Slide 22 - Open question

Wat is de juiste volgorde?
1
2
3
4
5
Peroratio
Exordium
Narratio
Argumentatio
Proposito

Slide 23 - Drag question

Wat is de functie?
Exordium
Narratio
Proposito
Argumentatio
Peroratio
Samenvatten
Inleiden 
Achtergrond vertellen
Argumenten aandragen
Stelling benoemen

Slide 24 - Drag question

Categorie 4: In Catilinam + Culturele achtergrond

Slide 25 - Slide

Tegen wie was de redevoering In Catilinam 1 gericht?
A
De senaat van Rome
B
De Romeinse burgers
C
Catilina en zijn mede-samenzweerders

Slide 26 - Quiz

Wat was het doel van de redevoering In Catilinam 1?
A
Het ontmaskeren van een samenzwering
B
Het oproepen tot politieke hervormingen
C
Het waarschuwen voor de gevaren van corruptie

Slide 27 - Quiz

Tegen wie was de redevoering In Catilinam 1 gericht?
A
De senaat van Rome
B
De Romeinse burgers
C
Catilina en zijn mede-samenzweerders

Slide 28 - Quiz

Wat was de uitkomst van de redevoering In Catilinam 1?
A
De senaat negeerde de waarschuwingen van Cicero
B
C. en samenzweerders werden gearresteerd en verbannen
C
Cicero werd zelf beschuldigd van samenzwering

Slide 29 - Quiz

Tot welke politieke factie behoorde Catilina en Cicero in het Romeinse Rijk?
A
Catilina = Populares Cicero = Optimates
B
Catilina = Optimates Cicero = Populares
C
Catilina = Optimates Cicero = Optimates
D
Catilina = Populares Cicero = Populares

Slide 30 - Quiz

Leg het verschil uit tussen optimates en populares.

Slide 31 - Open question

Ik heb nu nog vragen over het SE.
Ja
Nee

Slide 32 - Poll