23/24 3F Start aangifte doen 24, 27 nov en 1 dec

Freitag 24. November
Neues Thema --> Anzeige erstatten (aangifte doen)
- kommende Wochen brauchst du kein Buch
- Wir arbeiten mit  Selbständigkeit
- Selbst entdecken ist das Motto
Toets: 
Prüfung (toets)  viele Wörter 
+ 2 größere Schreibaufgaben
1 / 51
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Freitag 24. November
Neues Thema --> Anzeige erstatten (aangifte doen)
- kommende Wochen brauchst du kein Buch
- Wir arbeiten mit  Selbständigkeit
- Selbst entdecken ist das Motto
Toets: 
Prüfung (toets)  viele Wörter 
+ 2 größere Schreibaufgaben

Slide 1 - Slide

Lernziele (leerdoelen)
Am Ende von allen Stunden kannst du:
- Aangeven dat je aangifte wil doen (Anzeige erstatten) 
- Situatie beschrijven waarover je  de aangifte wil doen
- De W-vragen toepassen
- Persoon uitgebreid beschrijven
/omschrijven
- Werkwoorden aanhebben + dragen in tegenwoordige tijd en verleden tijd  toepassen

Slide 2 - Slide

Heute (vandaag) Les 1
- W-Fragen lernen + entdecken
- Was weißt du schon (al)?
- eigene Lernliste zusamenstellen

Slide 3 - Slide

Welke W-vragen ken je in het Duits?

Slide 4 - Open question

Wat betekent:
Was ist passiert?

Slide 5 - Open question

Wat betekent:
Wo ist es passiert?

Slide 6 - Open question

Wat betekent:
Wann ist es passiert?

Slide 7 - Open question

Wat betekent:
Was haben Sie gesehen?

Slide 8 - Open question

Wat betekent:
Wie sieht der Täter (dader) aus?

Slide 9 - Open question

Schrijf in het Duits alle dagen van de week, alle maanden van het jaar op

Slide 10 - Open question

Vertaal:
vandaag, vanmorgen, vanmiddag vanavond, gisteren, vorige week

Slide 11 - Open question

Personenbeschreibung
Was muss man alles beschreiben bei einer Personenbeschreibung?

Slide 12 - Slide

De belangrijkste kenmerken van personen
- Alter (leeftijd)
- Geschlecht (geslacht)
- Aussehen der Person (uiterlijk) (grote, haarkleur, oogkleur, enz.)
- Kleidung (kleding) (Broek, rok, jurk, shirt, trui, pet, enz.)

Slide 13 - Slide

Beschrijvingslijst 
Wat: Maak een lijst in het Duits van +/-80 woorden. Minimaal 60 woorden. De lijst bestaat uit de categorieën: 
  • Kleidung 
  • Schmuck (Sierraden) und Zubehör (Accessoires) 
  • Aüßerliche Merkmalen (uiterlijk kenmerken) 
  • Farben. (kleuren)  
  • Werkwoord dragen en aanhebben


Slide 14 - Slide

Beschrijvingslijst digitaal
Hoe: met het digitale werkblad
Welke info: mijnwoordenboek.nl
Tijd: 20 minuten
Verwerking: we gaan in 4-tallen bespreken

LET OP: DIT WORDT JOUW LEERLIJST VOOR DE TOETS
100% VERANTWOORDING

Slide 15 - Slide

Bespreken
Hoe: Ga in een 4-tal zitten en vergelijk per woord elkaars lijst, op die manier vul je woorden aan die je zelf niet hebt.
Welke info: elkaars lijst
Tijd: 10 min
Verwerking: geen
LET OP: DIT WORDT JOUW LEERLIJST VOOR DE TOETS
100% VERANTWOORDING

Slide 16 - Slide

Hausaufgaben ???
Die Lernliste ist komplett

Slide 17 - Slide

30. November
Am Ende kannst du:
- Aangeven dat je aangifte wil doen (Anzeige erstatten)
- Situatie beschrijven waarover je aangifte wilt doen
- De W-vragen toepassen
- Persoon uitgebreid beschrijven /omschrijven
- de 2 werkwoorden aanhebben/ dragen in tegenwoordige tijd en verleden tijd toepassen

Slide 18 - Slide

Te doen
- kennismaken + uitzoeken 2 werkwoorden
- compleet maken leerlijst
- persoon omschrijven

Slide 19 - Slide

dragen en aanhebben
Wat: ontdekken hoe je de werkwoorden dragen en aanhebben vervoegt
Hoe:  vul in je uitgedeelde werkblad de twee tabellen met de werkwoorden dragen en aanhebben in
Welke info: gebruik het internet
Tijd: 10 min
eerder klaar?: ga verder met het helemaal compleet maken van jouw lijst
Verwerking: we bespreken de twee werkwoorden
LET OP: DIT WORDT JOUW LEERLIJST VOOR DE TOETS
100% VERANTWOORDING

Slide 20 - Slide

werkwoorden die je nodig hebt
haben --> er hat braune Haare
Ich habe
du hast
er/sie/es hat

tragen --> er trägt eine blaue Pullover
Ich trage
du trägst
er/sie/es trägt

anhaben --> er hat eine grüne Jeans an.
ich habe ....an
du hast.......an
er/sie/es hat an

Slide 21 - Slide

even korte oefening
Oefenen met een beschrijving
Via de lesson up
Ik deel het scherm, dus kijk op je IPad

Slide 22 - Slide

Wer ist wer (wie is wie)
- Lees de tekst en plaats de tekst bij de juiste persoon.


Slide 23 - Slide

Ich bin zehn Jahre alt. Ich habe blonde Haare, die zu einem Zopf gebunden sind. Ich habe ein türkislila-gestreiftes Polo-Shirt und lila Shorts an. Dazu trage
ich Fußballschuhe.

Slide 24 - Drag question

Ich bin vier Jahre alt. Ich habe rötliche Haare. Ich bin sehr klein. Ich trage ein grünes T-Shirt und einen lila Rock. 

Slide 25 - Drag question

Lernliste 15 Min
je maakt de rest van de les de leerlijst af.
Niet af? Vanmiddag afmaken

Slide 26 - Slide

1. Dezember
Am Ende kannst du:
- Aangeven dat je aangifte wil doen (Anzeige erstatten)
- Situatie beschrijven waarover je aangifte wilt doen
- De W-vragen toepassen
- Persoon uitgebreid beschrijven /omschrijven
- de 2 werkwoorden aanhebben/ dragen in tegenwoordige tijd en verleden tijd toepassen

Slide 27 - Slide

Woordenlijst in het Duits

Slide 28 - Mind map

Even oefenen
Hij draagt een zwarte spijkerbroek
Zij heeft een gestreepte trui an
Hij heeft een lange baard
Hij draagt een trui met een capuchon

Slide 29 - Slide

Hij draagt een zwarte spijkerbroek

Slide 30 - Open question


Zij heeft een gestreepte trui aan

Slide 31 - Open question


Hij heeft een lange baard

Slide 32 - Open question

Hij draagt een trui met een capuchon

Slide 33 - Open question

check de lijst
Via de tegel op Lesson up van meneer Van Tilburg 
staat klaar alleen deze les
Tijd: 15 minuten
eerder klaar? kom de opdracht halen

Slide 34 - Slide

Dader beschrijven
Täter beschreiben
Werkblad 2
Wat: Beschrijf de man op de afbeelding uitvoerig.
Hoe; op werkbladpapier, of op IPad. digitaal via Teams
Welke info? Bedenk welke informatiebronnen je wil gebruiken, leerlijst, mijnwoordenboek.nl
Tijd: 20 min
verwerking: we bespreken klassikaal

Slide 35 - Slide

Hausaufgaben 1 december
Je hebt de dader (Täter) volledig beschreven
De leerlijst is helemaal uitgewerkt bij elkaar 60 woorden
De werkwoorden anhaben en tragen vervoegd tegenwoordige tijd.

Slide 36 - Slide

1 december
Bespreken eerste keer daderbeschrijving
nieuwe daderbeschrijving

Slide 37 - Slide

Bespreken dader beschrijven
Wat: bespreken dader beschrijving
Hoe: In tweetal, vergelijk wat je hebt met elkaar. Verbeter je eigen beschrijving als het nodig is.
Tijd: 5 min
Verwerking: We bespreken klassikaal

Slide 38 - Slide

geef je beschrijving in het Duits

Slide 39 - Open question

Werkwoorden
dragen -->?
aanhebben -->

Slide 40 - Slide

Bespreken van de Lernliste 
Ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/ Sie


Ich
du
er/sie/es

wir
ihr 
sie/ Sie

Slide 41 - Slide

Zinnetjes oefenen
De dader (Täter) is een man.
Hij heeft bruin haar.
Hij draagt een bruine jas.
Hij heeft rode sportschoenen aan.

Slide 42 - Slide

Oefening compleet maken kledinglijst
digitaal  of op papier (werkblad 3)
Pak je eigen lijst er bij en zoek daaruit de vertalingen op.  Of vul je lijst aan.
Heb je het niet op je eigen lijst staan? --> 
  • mijnwoordenboek.nl 
  • uitmuntend.de
  • google translate
  • gewoon woordenboek

Slide 43 - Slide

Täter (dader) beschreiben WERKBLAD 4
Je ontvangt een nieuwe afbeelding. Je beschrijft de dader nu volledig.
- altijd van boven naar beneden
- hele zinnen
- wissel af met de werkwoorden tragen en anhaben

Slide 44 - Slide

Hausaufgaben 1 december
Personenbeschreibung --> beschrijving 2
lijst compleet 

Slide 45 - Slide

Week van 9 jant/m 13 jan
Week van 16 t/m 20 jan
Aan het einde kan je:
- vragen tijdens een aangiftegesprek vertalen naar het NL
- Tekst lezen over kleding

Te doen:
Beschrijvingen oefenen
Beschrijving nakijken met elkaar delen + presenteren
Aangifte gesprek starten + Leestekst

Slide 46 - Slide

"Beschrijvingsspel"
Wat: Juiste beschrijving bij juiste afbeelding
Hoe: Je loopt rond en leest beschrijvingen voor. Dan pas afbeelding laten zien
Tijd: 6 minuten --> compleet dan ga je zitten.
Verwerking: Aantal leerlingen lezen de beschrijving hardop voor.

Slide 47 - Slide

Voorbereidende opdracht lezen
Wat betekenen de volgende woorden
Schmuck
Strümpfe
Knöpfe
Gürtel
Krawatte
Schrijf deze op het werkblad erbij

Slide 48 - Slide

Tekst lezen
Wat:  lezen tekst
Hoe ga je dat doen?  via werkblad 6 en in volledig in stilte de eerste 5 minuten
informatie kan je gebruiken
geen
Hoeveel tijd heb je hiervoor: 10 minuten
Verwerking:  we bespreken het klassikaal
Eerder klaar? maak het werkblad met de zinnen helemaal af

Slide 49 - Slide

Aangifte gesprek vertalen
Wat:  kennismaken met aangifte gesprek
Hoe ga je dat doen?  via werkblad 5
informatie kan je gebruiken
kleding lijst en je eigen kennis
Hoeveel tijd heb je hiervoor: 10 minuten
Verwerking:  we bespreken het klassikaal

Slide 50 - Slide

Hausaufgaben
de volgende werkbladen zijn af:
- werkblad met het vertalen van de zinnen
- werkblad tekst
- je woordenlijst is compleet

Slide 51 - Slide