Meesterlijke Camerastandpunten: Het Gebruik in Film en Fotografie

Meesterlijke Camerastandpunten: Het Gebruik in Film en Fotografie
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Meesterlijke Camerastandpunten: Het Gebruik in Film en Fotografie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de verschillende camerastandpunten identificeren en begrijpen hoe ze worden gebruikt in film en fotografie.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over het gebruik van camerastandpunten?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn camerastandpunten?
Camerastandpunten verwijzen naar de positie en hoek van waaruit een camera een scène vastlegt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Belang van camerastandpunten
Camerastandpunten beïnvloeden de kijkervaring en kunnen emoties en betekenissen benadrukken.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Verschillende camerastandpunten
Hoog standpunt, laag standpunt, vogelperspectief, kikkerperspectief, point-of-view (POV) en meer.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Praktijk: Identificeer camerastandpunten
Toon een reeks afbeeldingen en laat de studenten de camerastandpunten identificeren en bespreken.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Toepassing in film
Hoe worden verschillende camerastandpunten gebruikt om spanning, emotie en perspectief in films te creëren?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Toepassing in fotografie
Hoe kunnen fotografen camerastandpunten gebruiken om een verhaal te vertellen of de aandacht van de kijker te sturen?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Creatieve opdracht
Laat de studenten in groepen foto's of een korte film maken, waarbij ze bewust verschillende camerastandpunten gebruiken.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.