Toets Bloedsomloop

Toets Bloedsomloop
1 / 20
next
Slide 1: Slide
biologieMiddelbare schoolvmbo b, havoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Toets Bloedsomloop

Slide 1 - Slide

Slagaders hebben een dikke wand, een hoge bloeddruk en vervoeren zuurstofrijk bloed.

Wat is hierop de uitzondering?
A
De kransslagader
B
De poortader
C
De longslagader
D
De aorta

Slide 2 - Quiz

Waar liggen de kransslagaders?
A
In je hoofd
B
In je longen
C
In je hart
D
In je benen

Slide 3 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 4 - Quiz

Welke van deze 'onderdelen' van bloed hoort bij de VASTE bestanddelen?
A
Water
B
Bloedplaatjes
C
Opgeloste stoffen

Slide 5 - Quiz

In welke bloedvaten is de bloeddruk laag?
A
In haarvaten en aders
B
alleen in aders
C
alleen in haarvaten

Slide 6 - Quiz

Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 7 - Quiz

Wat is er bijzonder aan de longader?
A
De bloeddruk is er hoog
B
Hij loopt van het hart af
C
Hij bevat zuurstofrijk bloed
D
Hij heeft een gespierde wand

Slide 8 - Quiz

Waar in het lichaam komt voeding in het bloed?
A
Longen
B
Hart
C
Darmen
D
Bij alle organen

Slide 9 - Quiz

Tot welk orgaanstelsel behoort de aorta?
A
Zenuwstelsel
B
Spierstelsel
C
Hij hoort er niet bij
D
Bloedvatenstelsel

Slide 10 - Quiz

In de afbeelding zie je bloed onder de microscoop.
-> schrijf de namen op van onderdelen 1 en 3.

Slide 11 - Open question

Wat heeft ademhaling met verbranding te maken?

Slide 12 - Open question

Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 13 - Quiz

In de afbeelding is een lengte doorsnede van een schematisch hart weergegeven. 
Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer

Slide 14 - Drag question

Juist of onjuist?

Een hoger koolstofdioxidegehalte zorgt voor een snellere ademhaling.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Welke wand is het dunst?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat

Slide 16 - Quiz

Wat is de hartklep?
A
2
B
3
C
5
D
1

Slide 17 - Quiz

Een volwassen man heeft ongeveer 5 liter bloed in zijn lichaam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Hoe noemen we dit probleem?
A
hartinfarct
B
opstopping
C
trombose
D
klont cellen

Slide 19 - Quiz




De dikste hartwand is die van:


Eén kant van je hart moet veel harder werken dan de andere kant. Je hart zal daarom aan die kant dus veel gespierder zijn.
A
Linker kamer
B
Linker boezem
C
Rechter kamer
D
Rechter boezem

Slide 20 - Quiz